Plan: | Buitenvaart I, 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20128022001-VG01 |
Hoogeveen heeft zich tot taak gesteld voortvarend aan de instandhouding en verbetering van het vestigingsklimaat te werken. Uitgangspunt daarbij is een op elkaar afgestemde ontwikkeling van nieuwe woon-, werk- en recreatiemilieus. In de afgelopen jaren zijn verschillende plannen ontwikkeld en gerealiseerd die Hoogeveen tot een aantrekkelijke stad maken voor werkgevers en werknemers, bewoners en recreanten.
Het plangebied ligt in een veenontginningslandschap dat vanaf het begin van de zeventiende eeuw ten zuidoosten van Hoogeveen is ontstaan. In het landschap ervaart men enerzijds open gebieden, anderzijds daaruit oprijzende beboste gebieden, bomenrijen en houtwallen.
De eerste aanzet werd al gegeven in de zeventiende eeuw, toen schippers en turfgravers zich vestigden langs de wijken, de zijkanaaltjes van de opgaandes. Het nederzettingpatroon in dit gebied bestond aanvankelijk uit verspreide lintbebouwing langs wegen en wijken (kanalen). Aan het eind van de zeventiende eeuw, begin achttiende eeuw kwamen de eerste arbeiderswoningen en boerderijtjes aan het Hollandscheveldse Opgaande.
Het gebied ten noordoosten van de Langedijk en ten noorden van het Hollandscheveldse Opgaande werd doorsneden door sloten en wijken. Omdat beide wegen met een hoek van circa 45 graden ten opzichte van elkaar verschillen en de sloten en wijken hiermee evenwijdig lopen, is het kenmerkende van dit gebied dat er sprake is van twee kavelrichtingen.
Het Hollandscheveldse Opgaande is in de bestaande vorm een bewoond lint, dat al op topografische kaarten van honderden jaren geleden terug te vinden is. In de veenontginning is het een van de structurerende lijnen geweest. Het Hollandscheveldse Opgaande loopt vanaf de Langedijk in het westen tot de Riegshoogtendijk in Hollandscheveld. De Mr. Cramerweg doorsnijdt het Hollandscheveldse Opgaande al in de huidige situatie en zal dat in de toekomst nog sterker gaan doen. Ten westen van de Mr. Cramerweg is het Hollandscheveldse Opgaande een asfaltweg met grasberm en een bomenrij aan weerszijden van de weg. Door de komst van het bedrijventerrein Buitenvaart I zijn er aan de noordzijde van het lint nieuwe woon-/werkkavels gebouwd.
Er is een duidelijk onderscheid te maken tussen de noord- en de zuidzijde van het Hollandscheveldse Opgaande. De noordzijde kent een relatief hoge woningdichtheid, vergeleken met de zuidzijde. Het in cultuurhistorisch opzicht waardevolle wijkenpatroon aan de noordzijde is op veel plaatsen aangetast. Dit in tegenstelling tot het wijkenpatroon aan de zuidzijde dat relatief beter is geconserveerd. Daarom is ook de keuze gemaakt om in aansluiting op Buitenvaart I de noordzijde van het Hollandscheveldse Opgaande ten westen van de Mr. Cramerweg deels te verdichten met woon-werklocaties.
Met betrekking tot de zuidzijde van het Hollandscheveldse Opgaande is ingezet op het handhaven van de aanwezige openheid en doorzichten. Dit gebied behoort niet tot de bebouwde kom van Hollandscheveld en wordt landschappelijk als waardevoller beschouwd dan het binnen de bebouwde kom liggende deel van de zuidzijde van het Hollandscheveldse Opgaande. Om het verschil tussen de noordzijde van het Hollandscheveldse Opgaande, bedrijventerrein, en de zuidzijde, open weide gebied, ook vanaf de weg beleefbaar te maken zal het lint aan de zuidzijde niet worden verdicht.
De begrenzing van Buitenvaart I is bepaald door bestaande infrastructurele elementen en bestaande lintbebouwing. In het noorden door Rijksweg A37 Hoogeveen – Emmen (Duitsland), een belangrijke nationale en internationale oost-west verbinding, de Mr. Cramerweg aan de oostzijde die een interlokale functie heeft met een volledige aansluiting op Rijksweg A37. Voorbij deze aansluiting vormt de weg een onderdeel van het hoofdwegennet van Hoogeveen, waardoor een goede aansluiting op het centrum bestaat en via de Weg om de Oost naar het bedrijventerrein De Wieken en het vliegveld aan de noordoostzijde van Hoogeveen.
Aan de zuid- en westzijde wordt het plangebied landschappelijk begrensd door de bestaande lintbebouwing en de beplanting langs het Hollandscheveldse Opgaande en de Langedijk.
Uit de notitie 'Schatting behoefte bedrijventerrein 1995 tot en met 2004 kwam de vraag naar verschillende soorten kavels naar voren:
De belangrijkste uitgangspunten voor het stedenbouwkundig en landschappelijk ontwerp zijn:
Het plangebied ligt in het veenkoloniale ontginningslandschap ten zuidoosten van Hoogeveen. Dit landschap wordt gekenmerkt door een relatief grote openheid afgewisseld met verdichte elementen als bospercelen en bebouwingslinten. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door Rijksweg A37 en aan de west- en aan de zuidzijde door relatief gesloten bebouwingslinten met laanbeplantingen. De oostgrens wordt gevormd door de Mr. Cramerweg. Als zodanig kan het plangebied als een relatief sterk omsloten compartiment gekarakteriseerd worden.
Doordat de structuurkenmerken van het landschap zijn gebruikt voor de interne opbouw van het plan heeft het een vanzelfsprekende landschappelijke inpassing gekregen en daarmee een ruimtelijke kwaliteit die inspeelt op de identiteit van dit gebied.
Voor de interne opbouw van het plan is gebruik gemaakt van de plaatselijke kavelstructuur. Deze structuur wordt gekenmerkt door opstrekkende kavels die in twee duidelijk verschillende richtingen liggen. Doordat de hoofdontsluiting aan deze kavelrichtingen is gekoppeld en van een laanbeplanting is voorzien is de compartimentering van het plan ontstaan, die inspeelt op het oorspronkelijke landschap.
Waar de twee kavelrichtingen in elkaar overvloeien is een wigvormige waterpartij gerealiseerd. Deze onderstreept de aanwezige richtingen en biedt tevens de mogelijkheid om vanaf Rijksweg A37 relatief diep het plan in te kijken. De waterpartij is een onderdeel van een ringvormig waterstelsel, dat als berging voor het regenwater functioneert.
Doordat het plan intern van een boombeplanting is voorzien ontstaat een groen bindend raamwerk dat een eenduidige leidraad vormt voor bedrijven die qua architectuur sterk zullen verschillen. Langs Rijksweg A37 en de Mr. Cramerweg heeft het plan een open opzet. Hier zijn locaties gereserveerd voor meer representatieve bedrijven. Er wordt naar gestreefd dat op die locaties bebouwing wordt opgericht, die wat architectuur, materiaalkeuze en kleurstelling refereert aan het hoogwaardige karakter van het terrein.
De nog te realiseren bebouwing zal zich op minimaal 70 meter afstand van Rijksweg A37 bevinden, waarbij de bermsloot van de rijksweg geïntegreerd is in het noordelijke waterfront, zodat er geen onderhoudsgevoelige dam tussen twee waterpartijen is blijven liggen.
De eikenlaan aan de noordzijde van het plangebied is gehandhaafd en heeft nu een functie als langzaam verkeersroute. Deze rand heeft een minder anoniem karakter door zowel aan de wegzijde van deze laan als aan de oevers van de waterpartij in eenzelfde stijl vijf uniforme groenelementen te plaatsen. Het beeld vanaf de Mr. Cramerweg wordt bepaald door een parallelweg met zware laanbeplanting, waardoor het terrein zich met bedrijvenfronten en niet met achterkanten van bedrijven naar de buitenwereld presenteert.
Het bedrijventerrein wordt vanaf de lintbebouwing aan de zuid- en westzijde aan het zicht onttrokken door een ongeveer drie meter hoge grondwal met opgaande beplanting. Ter plaatse van de kavelsloten wordt deze groene buffer onderbroken, om de doorzetting van de verkavelingsrichtingen van het landschap in het bedrijventerrein zichtbaar te houden. Ook sluit de gelede opzet van de beplantingswallen beter aan bij de fijnkorrelige structuur van de bebouwingslinten. De beplanting van de groene buffer komt overeen met de beplanting van de boskavels zoals die in de omgeving van het bedrijventerrein in het landschap voorkomen.
Een breed scala aan bedrijfssoorten hebben zich inmiddels op het bedrijventerrein gevestigd. Kleine bedrijven met kavels tot 2.000 m² met een bedrijfswoning, middelgrote bedrijven en bedrijven met kavels groter dan een hectare. Gekozen is voor een wegenstramien met een maaswijdte van circa 200 meter. Deze maaswijdte kan indien gewenst gehalveerd worden tot
100 meter. Dit patroon past goed bij een gemiddelde kavelgrootte van 4000 m².
De bedrijven met woningen zijn geclusterd rond een groene brink met een speelvoorziening, in het minst lawaaiige gebied ten opzichte van Rijksweg A37 en de Mr. Cramerweg. Bij de interne zonering van het bedrijventerrein is rekening gehouden met dit cluster van kleine bedrijven met woning, door een schilsgewijze bestemming van nagenoeg hindervrije naar weinig hinderveroorzakende tot hinderveroorzakende bedrijven.
De interne structuur is gebaseerd op een hoofdontsluiting vanaf de Mr. Cramerweg met daaraan gekoppeld een aantal zijtakken. De hoofdontsluiting bestaat uit een groen en breed profiel, dat duidelijk verschilt van de overige wegprofielen in het bedrijventerrein. De zijwegen volgen de aanwezige landschappelijke verkavelingslijnen.
De bedrijven met een bedrijfswoning worden ontsloten door een aparte lus, die per auto vanaf de hoofdontsluitingsweg en per fiets vanaf het Hollandscheveldse Opgaande te bereiken is. Deze laatste route is ook bij calamiteiten voor autoverkeer te gebruiken. De hoofdverkeersstroom op het bedrijventerrein wordt buiten het gebied met de bedrijfswoningen afgewikkeld.
De ontsluitingslus voor de bedrijven met een bedrijfswoning heeft het karakter van een woonstraat. Door de directe bereikbaarheid van dit gebied vanaf de lintbebouwing en de comfortabele fietsvoorzieningen, wordt vermeden dat er een geïsoleerde woon-enclave is ontstaan.
Langzaam verkeer wordt via een noord-zuidroute apart afgewikkeld en ligt op de knik van de twee kavelrichtingen. Deze langzaam verkeersroute volgt de markante gebieden in het plan (brink, groene midden-as, de oever van het waterfront en de bestaande eikenlaan).
Het landschap rond het bedrijventerrein bestaat uit een rechtlijnig patroon van wegen, waterlopen (overwegend oost-west georiënteerd), bebouwing en beplanting, dat zijn oorsprong vindt in de vervening. Enerzijds ervaart men de open gebieden, anderzijds de beboste gebieden en bomenrijen langs wijken en de invalswegen van een dorp.
De kwaliteit van het bedrijventerrein komt sterk tot uitdrukking in de situering en vormgeving van de groenvoorzieningen. De groenvoorzieningen bestaan uit waterpartijen, beplantingen en aan de zuid- en westzijde evenwijdig aan de Langedijk en het Hollandscheveldse Opgaande uit een beplante grondwal. Beide wegen hebben aan beide zijden een zware boombeplanting.
De rondom het bedrijventerrein gelegen waterpartijen vormen tevens een onderdeel van de ontwateringsstructuur. De bestaande bomenrijen gelegen in het noorden van het plangebied zijn gehandhaafd tijdens de aanleg van het bedrijventerrein.
Binnen het plangebied is de groenstructuur gekoppeld aan de hoofdwegenstructuur, met name door de bomenrijen langs deze wegen. Deze bomenrijen volgen de dominerende landschappelijke kavelrichtingen. In het gebied waar bedrijven met een bedrijfswoning zijn gelegen is een parkachtige brink met een speelterrein opgenomen te midden van de bebouwing.
Afbeelding 3 Groenstructuur
Rijksweg A37 waarborgt een directe aansluiting op het rijkswegennet van autosnelwegen. De aansluiting op de rijksweg geschiedt via de Mr. Cramerweg.
Vanaf de noordelijke op- en afrit van Rijksweg A37 tot en met de ingang van Buitenvaart I is de
Mr. Cramerweg dubbelbaans (2 x 2 rijstroken) uitgevoerd. De kruispunten met de op- en afritten van de Rijksweg A37 worden beveiligd met een verkeersregelinstallatie.
Ten zuiden van dit kruispunt is gekozen voor het realiseren van een zogenaamde 'turbine' dat bestaat uit een lang en breed middenterrein, waar het verkeer om heen wordt geleid en waarin beide entrees van Buitenvaart I en II via een dubbelstrooksrotonde zijn opgenomen.
Ten zuiden van beide rotondes is de verkeersintensiteit zodanig dat deze weer met één rijbaan kan worden afgewikkeld. De kruising met het Hollandscheveldse Opgaande is daarom als een enkelstrooksrotonde uitgevoerd.
De centrale ontsluitingsweg voor het vracht- en overig autoverkeer, vindt plaats vanaf een rotonde in de Mr. Cramerweg. Deze weg heeft een verzamelfunctie voor al het verkeer van en naar de bedrijven. De ontsluitingswegen van een lagere orde wijken door hun wegprofiel en beplantingen duidelijk af van de hoofdontsluitingsas ter versterking van de oriëntatie op het bedrijventerrein.
Er liggen vrijwel geen openbare parkeervoorzieningen op het bedrijventerrein. Alle auto's dienen op eigen terrein te worden geparkeerd.
Het Hollandscheveldse Opgaande met in het verlengde de Trekgatenweg naar Alteveer zijn wegen van lokaal belang, waarbij de Trekgatenweg onderdeel is van het 60 km/h-gebied. Op de overige wegen binnen het plangebied mag 50 km/h worden gereden.
De meeste wegen binnen het plangebied hebben in het algemeen een functie voor de aanliggende bebouwing op het bedrijventerrein. Deze wegen vervullen dan ook primair een verkeersfunctie en zijn 50 km/h-wegen.
Ook de Langedijk en het Hollandscheveldse Opgaande zijn 50 km/h-wegen.
Per openbaar vervoer is het bedrijventerrein met een buslijn zowel verbonden met het N.S.-station in Hoogeveen als met het N.S.-station in Hardenberg via Hollandscheveld en Slagharen.
Voor het fietsverkeer is het plangebied ontsloten door middel van een vrijliggend fietspad in twee richtingen langs de oostzijde van de Mr. Cramerweg. Dit vrijliggende fietspad begint al in het centrum van Hoogeveen en loopt verder langs het Hollandscheveldse Opgaande richting Hollandscheveld.
Via twee fietsoversteken vanaf de oostzijde van de Mr. Cramerweg, aan de noordzijde van het plangebied en bij de hoofontsluiting, kan per fiets het bedrijventerrein worden bereikt. In principe zijn alle wegen in het gebied te gebruiken voor fietsers. Een vrijliggend fietspad verbindt het noorden van het plangebied met een route langs het water naar Buitenvaart 1700 en loopt langs deze weg naar het zuiden en heeft zodoende een verbinding met het Hollandscheveldse Opgaande bij de Langedijk.
Ook de Langedijk en het Hollandscheveldse Opgaande vervullen een functie voor het langzaam verkeer, waarbij langs de laatste weg aparte fietsstroken aanwezig zijn.
Afbeelding 4 Hoofdwegenstructuur en langzaam verkeer