direct naar inhoud van 5.1 Bodem
Plan: West 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0118.BP20118025001-OH01

5.1 Bodem

Bij een nieuwe ontwikkeling dienen mogelijk verontreinigde plekken in het plangebied te worden gesignaleerd. Waar nodig moeten saneringsmaatregelen worden aangegeven. Bij nieuwbouw waarborgt de Wet bodembescherming dat er geen risico's voor de volksgezondheid zijn. Er dient op basis van een uitgevoerde bodemonderzoek of historische bodemonderzoeksgegevens een beschrijving te worden gegeven van de bodemkwaliteit in het plangebied.

Binnen het plangebied West te Hoogeveen is een variatie aan gebruiken aanwezig, waaronder wonen, winkels, werken, wegen, etc. Het gebied dat met name vanaf de jaren vijftig is ontwikkeld tot onder meer woningbouw, bedrijfsterreinen en kantoren, had daarvoor een agrarisch gebruik. Binnen het plangebied waren in het verleden diverse watergangen aanwezig. Als gevolg van de herontwikkeling zijn deze watergangen gedempt. Gedempte watergangen krijgen standaard een aanduiding potentieel ernstig verontreinigd. Gemeente Hoogeveen heeft de ervaring dat de gedempte watergangen in Hoogeveen zelf voornamelijk gedempt zijn met grond uit de directe omgeving en voornamelijk geen ernstige verontreinigingen bevat. Dit kan alleen door middel van milieuhygiënisch bodemonderzoek bevestigd worden.

In een dossieronderzoek is een inventarisatie gemaakt van alle potentiële bodemverontreinigende activiteiten (=PBVA). Hierbij zijn de volgende archieven geraadpleegd:
- Kamer van koophandelregister;
- Ondergrondse tankenbestand (op basis van actie tankslag I en II);
- Archief van Stichting Bodem Sanering in gebruik zijnde Bedrijfsterreinen;
- Hinderwetarchief;
- Archief van de vigerende Wet Milieubeheer vergunningen.

In verband met de aanwezigheid van dempingen van watergangen, (voormalige) erfverhardingen, stortplaatsen en dergelijke is een luchtfoto onderzoek uitgevoerd.

Een onderscheid in potentie (spoedeisend of ernstig, maar niet spoedeisend) is aan te brengen op basis van de activiteiten en/of gebruikte producten. Zo kan bijvoorbeeld een benzineservicestation sneller tot een bodemverontreiniging leiden dan een autodetailhandel zonder reparatieactiviteiten. De activiteiten zijn landelijk in vier categorieën ingedeeld: Potentieel spoedeisend, Potentieel Ernstig (niet spoedeisend), Potentieel Verontreinigd en Niet Verontreinigd.

Grafisch zijn de posities van de locaties in afbeelding 5 en 6 opgenomen. Zoals voorgaand al opgemerkt zijn de potentieel verontreinigde locaties afkomstig uit historische gegevens en bestaan vooral uit (voormalige) bedrijfsactiviteiten, situering van (voormalige) huisbrandolietanks en/of gedempte watergangen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20118025001-OH01_0005.png"

Afbeelding 5: Overzicht bodemgegevens in het noordelijk deel van het plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0118.BP20118025001-OH01_0006.png"

Afbeelding 6: Overzicht bodemgegevens in het zuidelijk deel van het plangebied

Diverse percelen binnen het gebied zijn in het verleden milieuhygiënisch onderzocht. Deze onderzochte locaties zijn eveneens in de afbeeldingen opgenomen. Het gaat hier om onderzoeken die bij de gemeente bekend zijn. Van één locatie, het tankstation aan de Griendtsveenweg is al bekend dat er een bodemverontreiniging aanwezig is, die gesaneerd moet worden voordat er herinrichtingswerkzaamheden plaats gaan vinden. Verder bevinden zich mogelijk nog enkele locaties binnen het gebied waar in de toekomst sanerende maatregelen noodzakelijk zijn op het moment van herontwikkeling.

Algemeen geldt dat voor de houdbaarheid van bodemonderzoeksgegevens een termijn van maximaal 5 jaar wordt aangehouden, mits er in tussentijd geen verdachte activiteiten op de locatie hebben plaatsgevonden. Het is gebruikelijk dat bij bouwactiviteiten de kwaliteit van de bodem wordt onderzocht. In een aantal gevallen is een bodemonderzoek reeds uitgevoerd. Voor de omgevingsvergunningaanvraag zal de beschikbare bodeminformatie worden meegewogen. Er wordt een afweging gemaakt of voldoende bodemkwaliteitsgegevens aanwezig zijn of eventuele verontreinigingen voldoende in beeld zijn gebracht en of een sanering dient te worden uitgevoerd. Te allen tijde dient verontreinigde grond op een verantwoorde wijze te worden afgevoerd.

Een grondwaterverontreinigingspluim doorkruist het noordoostelijk deel van het plangebied. Deze grondwaterverontreinigingspluim is afkomstig van een locatie aan de Marconistraat en staat bekend als de verontreinigingslocatie Evenblij. Deze locatie ligt buiten het plangebied. Er is sprake van een sterke grondwaterverontreiniging met vluchtige gechloreerde koolwaterstoffen die zich vanaf de Marconistraat op een diepteniveau beneden 10 m-mv uitstrekt in zuidwestelijke richting.

Op basis van de huidige situatie, gebruik en historische informatie, kan geconcludeerd worden dat er potentiële bodemverontreinigingen te verwachten zijn, die een belemmering kunnen gaan vormen voor een eventuele herontwikkeling van (een deel van) het plangebied. Voordat een gebied ontwikkeld gaat worden, dient een bodemonderzoek uitgevoerd te worden ter plaatse van alle geconstateerde potentiële bodemverontreinigende activiteiten in dat gebied.

Gezien het feit dat de herziening van dit bestemmingsplan conserverend van aard is, is onderzoek naar de bodemkwaliteit in dit geval achterwege gebleven.

Diffuse bodemkwaliteit
Het plangebied maakt deel uit van het bodembeheerplan van de gemeente Hoogeveen. Volgens deze kaart zijn in het gebied ten hoogste licht verhoogde achtergrondwaarden voor zware metalen, PAK en minerale olie te verwachten.

Grondverzet
Bij grondverzet dient men te streven naar een gesloten grondbalans. In situaties, waar grond vrij gaat komen, wordt sterk aanbevolen om de kwaliteit van de vrijkomende grond chemisch analytisch vast te stellen. Uiteraard dient het onderzoek representatief te zijn voor de hele vrijkomende partij.

Voor het toepassen van grond gelden de regels voor grondverzet die zijn vastgesteld in het Besluit bodemkwaliteit. Informatie over het toepassen van grond kunnen worden verkregen bij de afdeling Advies van de gemeente Hoogeveen en het ministerie van I&M/Agentschap NL .