Buitengebied Noord, deelplan Wijsbersche Hooge 2010

Artikel 3 Agrarisch

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

• a. agrarisch;
• b. akkerbouw;
• c. ambachtelijke be- en verwerking agrarische producten;

met de daarbij behorende

• d. verhardingen;
• e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
• f. houtsingel ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel';
• g. duiventil;
• h. paardenbak, ter plaatse van de aanduiding "agrarisch-paardenbak;
• i. lichtmasten.

3.2 Bouwregels

3.2.1 Gebouwen

Het oprichten van gebouwen is niet toegestaan.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

De hoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 meterbedragen, met uitzondering van de lichtmasten en duiventil waarvan de hoogte niet meer dan 7 meter mag bedragen.

3.2.3 Erf- en terreinafscheidingen

De hoogte van erf-/terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte voor erf-/terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1,5 meter mag bedragen;

3.3 Aanlegvergunning

• a. Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en wethouders de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
  • 1. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van gronden en/of anderszins wijzigen van de bodemstructuur;
  • 2. het graven en dempen van waterpartijen en watergangen;
  • 3. het opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
  • 4. overige activiteiten die de bodemopbouw ter plaatse verstoren.
• b. Een vergunning als bedoeld in lid 3.3 sub a kan alleen worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de voorkomende archeologische waarden.
• c. Het in lid 3.3 sub a vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
  • 1. het normale onderhoud betreffen;
  • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van ter inzagelegging van het ontwerpplan.