Plan: | Elim 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098018001-OH01 |
Op 23 december 2004 is door de gemeenteraad de Structuurvisie Hoogeveen 2015–2030 vastgesteld. Hij spreekt zich uit over de ruimtelijke ontwikkeling van de gehele gemeente en beschrijft de huidige en gewenste waarden en kwaliteiten voor het buitengebied, de dorpen en de stad.
De gemeente formuleert in de Structuurvisie en ook in de Nota Wonen 2005 - 2015 (vastgesteld op 22 december 2005) een groeiambitie. Deze ambitie komt voort uit de krappe woningmarkt en de verwachte huishoudens- en bevolkingsgroei tot 2015. In de Structuurvisie is de ambitie van de gemeente voor de komende 15 jaar, met een doorkijk naar het jaar 2030, neergelegd ten aanzien van veel beleidsterreinen, waaronder het wonen. Het doel van de gemeente is om de woningvoorraad tussen 2000 en 2015 te laten groeien met 3.200 woningen, waarvan 510 gerealiseerd moeten worden in de dorpen. Deze woningbehoefteprognose is aan de hand van de bevolkingsprognose per dorp opgesteld. Bij het opstellen van de woningbehoefteprognose is uitgegaan van een migratiesaldo van nul.
De opgave voor de kern Hoogeveen bedraagt 2.700 woningen. Binnen dit aantal zit ook een vraag naar landelijk wonen van 640 woningen. Voor deze groep, die groen en ruim wil wonen, kan geen ruimte worden gevonden in de kern Hoogeveen. Gelet op de barrières rondom Hoogeveen en de daadwerkelijk vraag die aanwezig is naar landelijk wonen, is besloten deze vraag te realiseren in de dorpen en in het landelijk gebied. Gekozen is om circa eenderde (230) van de 640 landelijk te bouwen woningen niet in het buitengebied te realiseren, maar tegen de dorpen aan.
Bij de verdeling van deze woningen is gekeken naar de waarden van de landschappen, de karakteristiek van de dorpen en het draagvlak van het voorzieningenniveau in de dorpen. Zo'n 410 woningen dienen in het landelijk gebied gerealiseerd te worden. Het landelijk gebied kan niet meer woningen aan gelet op de kwaliteiten van het landschap. Bovendien wordt de leefbaarheid van de dorpen versterkt, door het realiseren van een deel van de opgave bij de dorpen te laten plaatsvinden.
Dit betekent dus dat de woningbehoefte in de periode 2000 - 2015 voor de dorpen te zamen 740 woningen is. Dit aantal is te verdelen in 510 woningen eigen woningbehoefte en 230 woningen voor de opvang van het landelijk wonen.
In de Structuurvisie zijn verschillende basisprincipes voor de omgang met de tien dorpen onderscheiden. Belangrijk is dat in alle dorpen gezocht moet worden naar uitbreidingsmogelijkheden. De tien dorpen zijn in de Structuurvisie in drie groepen ingedeeld. Deze driedeling is ingegeven door het landschap waarin de dorpen liggen. Onderscheiden zijn kanaaldorpen, velddorpen (waaronder Elim) en zanddorpen, waarbij de velddorpen zich vooral goed lenen voor een uitbreiding in de vorm van een vervlechting met het omringende landschap. Binnen deze driedeling is voor alle dorpen een uitbreidingsmogelijkheid ontwikkeld. Een belangrijke uitkomst daarvan is dat het grootste dorp per gebied de meeste woningen krijgt. Dit zijn Noordscheschut, Hollandscheveld en Pesse. Per gebied is daar een eigen invulling aan gegeven die met name gerelateerd is aan de mogelijkheden van het landschap.
Vanuit de Nota Wonen 2005 - 2015 zijn een aantal belangrijke conclusies getrokken die van invloed zijn op uitbreiding van het dorp:
Hier vloeit uit voort dat een toevoeging aan de onderkant van de woningmarkt belangrijk is. Starters op de woningmarkt worden dan ook in de gelegenheid gesteld de eerste stap op de woningmarkt te maken.
Gelet op de samenstelling van de woningvoorraad en de demografische ontwikkeling van de bewoners van Elim zijn de volgende kwalitatieve uitgangspunten geformuleerd voor de uitbreiding van de woningvoorraad:
Dit is nog een algemene samenstelling, die in feite van toepassing is voor alle dorpen in de gemeente. Zowel de samenstelling van de woningvoorraad als de bevolkingssamenstelling verschilt per dorp. Een aanpassing op onderdelen van de kwalitatieve toevoeging kan daarom noodzakelijk zijn. Aanvullend op de Nota Wonen is het noodzakelijk om voor elk dorp een woningmarkt- c.q. woningbehoefteonderzoek uit te voeren, om meer inzicht te krijgen in de vraag van de bewoners uit de dorpen.