Plan: | Elim 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098018001-OH01 |
Elim ligt in een veenontginningslandschap dat vanaf het begin van de zeventiende eeuw ten zuidoosten van Hoogeveen is ontstaan. In het landschap ervaart men enerzijds open gebieden, anderzijds daaruit oprijzende beboste gebieden, bomenrijen en houtwallen.
De woonkern Elim en het recreatiegebied Schoonhoven vormen hierin duidelijke oriëntatiepunten.
Destijds lag rond het noordelijk gedeelte van de Dorpsstraat een meertje van circa tien hectare groot. Hier omheen stonden bomen en men sprak dan ook wel van het Bosmeer. Voor 1630 lag het Bosmeer in het gebied Oosterveen dat door alle omringende marken opgeëist kon worden. Vanaf dat jaar was het een deel van Echtens-Hoogeveen en in eerste instantie persoonlijk bezit van Roelof van Echten.
Vanaf 1631 was het grondgebied waarop Elim en ook andere veendorpen in de omgeving liggen eigendom van de Compagnie der 5000 morgen. Nadat het gebied in 1633 was overgenomen door een groep Hollandse zakenlieden verenigd in de Hollandsche Compagnie, kreeg het gebied de naam Hollandsche Venen of Hollandsche Veld.
Door de vervening werden wijken gegraven voor de ontwatering zodat men het drassige land als boekweitland in gebruik kon nemen. De wijken lopen vanaf het Zuideropgaande in oostelijke richting en liggen circa 160 meter uit elkaar. De wijken namen het water van het Bosmeer in zich op dat later is drooggevallen. Het veen was niet enkel meer geschikt als boekweiland, maar ook de turfgraverij rond het huidige Elim kon beginnen die daar in de jaren '80 van de 18e eeuw begon.
Behalve wijken werd ook het 'Dwarsgat' (de huidige Dorpsstraat) gegraven, een brede wijk of verbindingskanaal dwars op een aantal andere wijken. Het Dwarsgat maakte het mogelijk de turf uit een aantal oostelijker gelegen wijken via één hoofdwijk af te voeren richting het Zuideropgaande. Bij het Dwarsgat ontstond in 1786 een gemeenschap van seizoenarbeiders in hutten, waardoor dat jaar gezien moet worden als oorsprong van het huidige Elim. Dwarsgat is lang de naam gebleven voor de zich langzaam uitbreidende gemeenschap.
Het nederzettingpatroon in dit gebied bestond aanvankelijk uit verspreide lintbebouwing langs wegen en wijken (kanalen). In een latere fase is bij kanaal kruisingen kern vorming opgetreden. Dit proces is in Elim op gang gekomen op de kruising van twee kanalen, nu terug te vinden in de kruising Dorpsstraat en de Langewijk.
Met het oostwaarts verleggen van de grens van veen en veld ontstond vanzelf de behoefte om de hutten van de seizoenarbeiders mee te verplaatsen. Zo rond 1830 is de directe omgeving van het Dwarsgat zeer waarschijnlijk onbewoond geweest. Rond 1850 stonden er slechts tien woningen, rond 1885 aangegroeid tot circa twintig woningen, terwijl ook de wijken ten oosten en ten westen steeds dichter bevolkt raken. De bevolking bestond voornamelijk uit veenarbeiders, landbouwers en veehouders.
Hoogeveen was verdeeld in wijken. De werkelijke naam voor het Hollandscheveld inclusief Dwarsgat en omgeving was 'Wijk E', waarna met een nummer ieder afzonderlijk huis werd aangegeven. In 1919 werd 'Wijk H' gecreëerd die identiek was aan de begrenzing van het dorp Elim. Op voorstel van een plaatselijke predikant kreeg het dorp officieel op 1 mei 1924 de naam Elim.
De naam Elim verwijst naar een oase die het volk van Israël na de uittocht uit Egypte aandeed tijdens de tocht in de woestijn naar het 'Beloofde land'. Elim was volgens het boek Exodus in de Bijbel twaalf waterbronnen en zeventig palmbomen rijk. De palmboom staat ook afgebeeld in de vlag van Elim.
Over het algemeen vertoont de bebouwing een regelmatig beeld. De meeste bebouwing staat in één rooilijn. In het oude gedeelte van het dorp staat de nokrichting haaks op de weg. Dit is bij de eerste uitbreidingen veranderd in een nokrichting evenwijdig met de weg.
Bij de laatste uitbreidingen is dit als gemengde vorm terug te vinden. In het algemeen is in Elim een kleinschalige 'dorpse' bebouwing aanwezig. In sommige delen van het dorp (omgeving Van Leeuwenstraat) is door lange en rechte bouwblokken een stedelijke bebouwing ontstaan.
De stedenbouwkundige ruimten in Elim zijn relatief grootschalig en weinig gevarieerd. Opvallend is dat het bijna allemaal zelfstandige ruimten - een door bebouwing afgebakend gebied - zijn met geringe overlappingen of relaties.
Het landschap rond Elim bestaat uit een rechtlijnig patroon van wegen, waterlopen (overwegend oost-west georiënteerd), bebouwing en beplanting, dat zijn oorsprong vindt in de vervening. Enerzijds ervaart men de open gebieden, anderzijds de beboste gebieden en bomenrijen langs wijken en de invalswegen van het dorp. In het dorp zijn groepen van zware bomen alleen te vinden in de omgeving van Huize Elim (hoek Prieswijk-Marten Kuilerweg), langs de Carstensdijk en langs de Dorpsstraat. Algemeen volgt het groen de bebouwingsrichtingen.
Bij de openbare groenvoorzieningen is een viertal elementen te onderscheiden, te weten:
Elim heeft een rechthoekige wegenstructuur gebaseerd op het stelsel van (inmiddels gedempte) wijken, die gekenmerkt worden door langgerekte lijnen en hoofdzakelijk in oost-westrichting lopen. De korte in noord-zuidrichting lopen wegen fungeren als dwarsverbindingen.
Het gebied van Elim wordt ontsloten door enkele noord-zuid verbindingen waarvan de voornaamste zijn Dorpsstraat - Marten Kuilerweg, ten westen van het dorp de Riegshoogtendijk naar Hollandscheveld en ten oosten van het dorp de verbinding Brugstraat - Johannes Poststraat naar Nieuwlande en een aansluiting op Rijksweg A37.
De belangrijkste oost-west verbindingen zijn de Carstensdijk - Perebomenweg en ten zuiden van het dorp de Barsweg.
De wegen Riegshoogtendijk - Carstensdijk - Perebomenweg zijn onderdeel van een belangrijke verbinding tussen Hoogeveen en Coevorden.
Op de hoofdontsluitingswegen is de interne wegenstructuur afgestemd. Deze wegenstructuur is gekenmerkt door langgerekte lijnen, die hoofdzakelijk in oost-westrichting lopen. De kortere noord - zuid lopende wegen fungeren als dwarsverbindingen. In het wijkje ten zuiden van de Carstenswijk en in het gebied aan de zuid-oostzijde van het dorp is men enigszins van het oude patroon afgeweken, door het invoeren van een kort en recht wegenbeloop.
De ontsluitingswegen zijn in het algemeen zeer eenvoudig gehouden met een breedte van maximaal 5,00 meter, met afwisselend aan één zijde langsparkeerstroken en aan beide zijden een trottoir. Alleen bij de ontsluitingsweg van het bedrijventerrein is de rijweg wat breder uitgevoerd.
Afbeelding 3: Wegenstructuur.