Plan: | Noordscheschut 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098015001-VG01 |
Inspraak
Het ontwerp-bestemmingsplan Noordscheschut 2009 heeft van 19 september 2012 tot en met 30 oktober 2012 voor een ieder ter inzage gelegen. Daarnaast kon het plan worden ingezien via de webite www.ruimtelijkeplannen.nl. Ook is er op donderdag 4 oktober 2012 een inloopavond gehouden in dorpshuis De Cirkel in Noordscheschut. Tijdens deze avond kon het ontwerpbestemmingsplan ingezien worden en vragen worden gesteld over het ontwerpbestemmingsplan. Een ieder is in de gelegenheid gesteld om een zienswijze in te dienen.
Er zijn 5 zienswijzen ingediend.
De zienswijzen zijn beoordeeld en van commentaar voorzien:
- Zienswijze 1: Verzoek tot uitbreiden van het parkeerterrein van de Christelijk Gerefomeerde Kerk aan het Zwarte Dijkje 5;
- Zienswijze 2: Schrappen locatie nieuwe begraafplaats;
- Zienswijze 3: Verruimen bedrijfsbestemming, aanpassen begripsbepaling bedrijfswoning en verruimen bebouwingsmogelijkheden voor Molenweg 59;
- Zienswijze 4: Verruimen bouwmogelijkheden Coevorderstraatweg 22b;
- Zienswijze 5: Opnemen woningbouwplannen ten noorden van de woningen aan de Coevorderstraatweg in bestemmingsplan
- Zienswijze 6: Schrappen locatie nieuwe begraafplaats
Zienswijze 1; Verzoek tot uitbreiden van het parkeerterrein van de Christelijk Gerefomeerde Kerk aan het Zwarte Dijkje 5
Inspreker geeft aan dat het voornemen bestaat om, na aankoop van de benodigde grond, het parkeerterrein van de Christelijk Gereformeerde Kerk aan het Zwarte Dijkje 5 aan de westzijde van het terrein uit te breiden, zoals op de bijlage bij zienswijze is aangegeven. De bedoelde grond heeft in het ontwerpbestemmingsplan de bestemming 'Wonen'. Gevraagd wordt de bestemming dusdanig te wijzigen dat de uitbreiding van het parkeerterrein mogelijk wordt.
In aanvulling op de zienswijze is door inspreker op 22 april 2013 telefonisch aangegeven dat de voorgenomen grondaankoop uiterst onzeker is geworden en daarmee ook de realisatie van de uitbreiding van het parkeerterrein.
Reactie:
Het parkeerterrein ligt ter plaatse van een hogedruk aardgasleiding (N-521-40-KR-003/04) van de Gasunie. De leiding heeft een diameter van 6,3 inch en een druk van 40 bar. Er is contact opgenomen met de heer J. Ribberink van de Gasunie. De heer Ribberink heeft aangegeven dat het realiseren van een parkeerterrein boven de gasleiding niet bezwaarlijk is, als er wordt voldaan aan de standaardvoorwaarden van de Gasunie en de leidingbeheerder toestemming heeft gegeven. Bij de realisatie van het parkeerterrein dient door inspreker dus in een vroegtijdig stadium een goede afstemming plaats te vinden met de Gasunie.
Het parkeerterrein grenst aan de westzijde aan woningbouw. Daarom is de geluidbelasting als gevolg van verkeersbewegingen op het parkeerterrein inzichtelijk gemaakt. In de berekening is uitgegaan dat het parkeerterrein 2 keer volledig wordt benut. Dit betekent 4 vervoersbewegingen per parkeerplaats, dus in totaal 4x29 vervoersbewegingen. De geluidbelasting is bepaald op het bouwvlak dat op het perceel, kadastraal bekend sectie B, nr. 5917, ligt.
Om te bepalen of er sprake is van een acceptabele situatie voor wat betreft geluidhinder is de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening als richtlijn beschouwd en wordt aangesloten bij een omgevingstype die overeenkomt met een rustige woonwijk met weinig verkeer. Dit betekent dat geluidhinder tot een acceptabel niveau wordt beperkt als de gemiddelde geluidbelasting (LAeq) in de dagperiode niet hoger is dan 45 dB(A) en het maximale geluidniveau (Lmax) in de dagperiode niet hoger is dan 70 dB(A).
Uit de berekening van de geluidbelasting is gebleken dat het gemiddelde geluidniveau 41 dB(A) bedraagt. Het maximale geluidniveau bedraagt 66 dB(A). Er is dus geen sprake van overschrijding van de maximale waarden. Op basis van deze resultaten is er sprake van een acceptabele geluidsituatie.
Uit het bovenstaande is op te maken dat er geen bezwaar bestaat tegen de realisatie van het parkeerterrein op de voorgestelde locatie.
Omdat door inspreker is aangegeven dat de realisatie van de uitbreiding van het parkeerterrein uiterst onzeker is geworden, kan de bestemming niet rechtstreeks gewijzigd worden van 'Wonen' naar 'Maatschappelijk'. Dit vanwege het feit dat realisatie binnen de planperiode (10 jaar) van dit bestemmingsplan onzeker is. Om tegemoet te komen aan de zienswijze wordt de bedoelde locatie voorzien van een wijzigingsbevoegdheid om de bestemming te kunnen wijzigen van 'Wonen' naar 'Maatschappelijk'.
Conclusie:
De zienswijze is gegrond.
Zienswijze 2; Schrappen locatie nieuwe begraafplaats
Inspreker heeft om de volgende redenen bezwaar tegen het opnemen van de begraafplaats in het bestemmingsplan Noordscheschut 2009:
Reactie:
Bij de vaststelling van de jaarrekening 2013-2016 heeft de gemeenteraad besloten om geen investering op te nemen voor de aanleg van een begraafplaats in Noordscheschut. Dit betekent dat dit onderdeel van het bestemmingsplan financieel niet uitvoerbaar is en daarom niet opgenomen kan worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Het bestemmingsplan zal op dit onderdeel gewijzigd worden vastgesteld.
Conclusie:
De zienswijze is gegrond.
Zienswijze 3; Verruimen bedrijfsbestemming, aanpassen begripsbepaling bedrijfswoning en verruimen bebouwingsmogelijkheden voor Molenweg 59
1. Naar mening van inspreker worden de gebruiksmogelijkheden van zijn perceel Molenweg 59 beperkt in het nieuwe bestemmingsplan ten opzichte van het huidige bestemmingsplan. Op het perceel is een tankstation aanwezig met shop, een garagebedrijf met reparatie/onderhoud en verkoop van occasions en aanverwante artikelen gevestigd.
In het huidige bestemmingsplan Noordscheschut heeft het perceel de bestemming 'Verzorgende bedrijven'. Op basis van deze bestemming zijn ter plekke ambachtelijke, diensverlenende, handels- en garagebedrijven toegestaan, inclusief detailhandel in auto's, motoren, (brom)fietsen en onderdelen daarvan.
In het ontwerpbestemmingsplan heeft het perceel de bestemming 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen (met LPG). Op basis van deze bestemming zijn ter plekke een tankstation met shop en garagebedrijf toegestaan.
Inspreker vraagt het bestemmingsplan zodanig aan te passen, dat naast het huidige gebruik, ook bedrijven categorie 1 en 2 zijn toegestaan.
2. Op het terrein is een woning aanwezig, die aangeduid is als bedrijfswoning. In de begripsbepaling is aangegeven dat een bedrijfswoning bedoeld is voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is voor toezicht en beheer. Verzocht wordt om noodzakelijkheidsciriterium uit de begripsbepaling te laten vervallen.
3. Inspreker geeft aan dat in het ontwerpbestemmingsplan een bebouwingspercentage van 45 % geldt voor Molenweg 59. Voor het naast gelegen pand Molenweg 57 geldt een bebouwingspercentage van 70 % in het ontwerpbestemmingsplan. In het huidige bestemmingsplan vallen beide panden onder dezelfde bestemming en geldt een bebouwingspercentage van 45 %. Naar mening van inspreker is een bebouwingspercentage van 70 % acceptabel voor Molenweg 59. Ook geeft inspreker geeft aan dat Molenweg 59 tegenover bedrijventerrein de Wieken ligt. Verzocht wordt om voor Molenweg 59 een bebouwingspercentage op te nemen, zoals dat opgenomen is in het ontwerpbestemmingsplan Industrieterrein De Wieken, dan wel een bebouwingspercentage van 70 % toe te staan.
4. Aan de voorzijde van het perceel bevindt zich de overkapping van het tankstation. Naar mening van inspreker is de overkapping niet goed opgenomen in de bebouwingsvoorschriften. Verzocht wordt de bebouwingsvoorschriften op de juiste wijze aan te passen.
Reactie:
1. Bij de herziening van de bestemmingsplannen is voor solitaire bedrijven, gelegen in de bebouwde kom van dorpen, veelal aangesloten bij de bouwmogelijkheden uit het voorheen geldende bestemmingsplan. Achterliggende gedachte hierbij is dat bestaande bedrijven hun rechten behouden en dat voor grotere bedrijven voldoende ruimte beschikbaar is op de bedrijventerreinen. Bij het bestemmingsplan Noordscheschut is hetzelfde uitgangspunt gehanteerd.
Aan het verzoek van inspreker om een Staat van bedrijfsactiviteiten toe te voegen aan de bestemming 'Bedrijf' wordt tegemoet gekomen. De meeste categorie 1 en 2 bedrijven uit de VNG de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' zijn opgenomen in deze Staat van bedrijfsactiviteiten. Enkele vormen van bedrijvigheid zijn geschrapt omdat deze niet wenselijke zijn in de bebouwde kom. Hierbij moet gedacht worden aan agrarische activiteiten of bedrijfsvormen met een grote verkeersaantrekkende werking. Daarnaast zijn enkele vormen van bedrijvigheid geschrapt, die al binnen andere bestemmingen zijn geregeld, zoals detailhandel en maatschappelijke functies.
2. Uitgangspunt van het plan is om bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering te belemmeren (bestaande rechten behouden). Daarnaast is een goed woon- en leefklimaat gewenst. Wanneer de bedrijfswoningen als woning zouden worden bestemd, worden bedrijven in hun bedrijfsvoering beperkt en is geen sprake van een goed woon- en leefklimaat.
In de begripsbepaling 'bedrijfswoning' is opgenomen dat de bewoning noodzakelijk zou moeten zijn voor toezicht en beheer. Inspreker merkt terecht op dat hier veelal geen sprake van is. Gezien het karakter van het gebied is het echter wel gewenst dat een bedrijf wordt gecombineerd met de woonfunctie. De begripsbepaling 'bedrijfswoning' wordt aangepast. Hierbij komt het noodzakelijkheidscriterium te vervallen.
3. Het standpunt van inspreker om het bebouwingspercentage uit het ontwerpbestemmingsplan Industrieterrein De Wieken over te nemen kan niet gevolgd worden. Molenweg 59 ligt op een bedrijventerrein, maar aan de dorpsrand van Noordscheschut in een gemengde bebouwing. Het opnemen van een bebouwingspercentage van 80 % voor een perceel past hier ruimtelijk niet. De omliggende percelen kennen een lager bebouwingspercentage. Daarnaast wordt de kans op overlast voor de directe omgeving groot als 80 % van het bouwprceel bebouwd zou worden met bedijfsbebouwing. Dit is onwenselijk.
In het huidige bestemmingsplan Noordscheschut bedraagt de oppervlakte van het bouwperceel van Molenweg 59 circa 2614 m2. Hiervan mag volgens het bebouwingspercentage, 45 % bebouwd worden. Dit betekent (2614 m2 x 45 %) dat 1177 m2 aan bebouwing op mag worden gericht. In het ontwerpbestemmingsplan bedraagt de oppervlakte van het bouwperceel circa 3188 m2. Hiervan mag volgens het bebouwingspercentage, 45 % bebouwd worden. Dit betekent dat (3188 m2 x 45%) 1435 m2 aan bebouwing mag worden opgericht.
Het bouwperceel is in het ontwerpbestemmingsplan vergoot van 2614 m2 (huidige bestemmingsplan) naar 3188 m2. Dit betekent dat de maximale toegestane oppervlakte aan bebouwing met 258 m2 vergroot is in het ontwerpbestemmingsplan.
Op dit moment is er op het bouwperceel 713 m2 aan bebouwing aanwezig. Volgens het ontwerpbestemmingsplan mag er maximaal 1435 m2 aan bebouwing worden opgericht. Dit betekent dat er nog 722 m2 aan bebouwing mag worden opgericht en dat iets meer dan 50 % van de bebouwingsmogelijkheden, op basis van het ontwerpbestemmingsplan, nog beschikbaar is. Met andere woorden, de huidige bedrijfsbebouwing kan verdubbeld worden, op basis van het bebouwingspercentage van 45 % uit het ontwerpbestemmingsplan.
Concluderend kan gesteld worden dat:
Er is dus ruim voldoende uitbreidingsruimte opgenomen is in het ontwerpbestemmingsplan en er dus geen reden om deze verder te vergroten.
4. In de regels is omschreven dat de bedoelde luifel wordt aangemerkt als een bouwwerk geen gebouw zijnde. Aanpassing van het bouwblok of het opnemen van een aanduiding is niet noodzakelijk, zoals inspreker stelt. Inspreker geeft aan dat de opgenomen bouwhoogte van 3,5 meter onvoldoende hoog is en dat feitelijke hoogte van de luifel 4,5 meter bedraagt. Om deze reden wordt de bouwhoogte voor de luifel in de regels verhoogd tot 5 meter.
Conclusie:
De zienswijze is op punt 1, 2 en 4 gegrond en op punt 3 ongegrond.
Zienswijze 4: Verruimen bouwmogelijkheden Coevorderstraatweg 22b
1. In het geldende bestemmingsplan Noordscheschut valt het perceel Coevorderstraatweg 22b onder de bestemming 'Eengezinshuizen in open bebouwing, klasse A'. Het bouwblok heeft een breedte van circa 28 meter en een diepte van 15 meter. Naar mening van inspreker kan, op basis van het geldende bestemmingsplan, twee vrijstaande of een dubbele woning op het perceel worden gebouwd.
In het ontwerpbestemmingsplan valt het perceel onder de bestemming Wonen met bouwaanduiding sba-1. Op gronden met bouwaanduiding sba-1 mogen vrijstaande woningen gebouwd worden. Bouw van dubbele woningen is niet toegestaan. Inspreker verzoekt de bouwmogelijkheid voor dubbele woningen opnieuw op te nemen voor zijn perceel.
2. Inspreker geeft aan dat het bouwblok in het ontwerpbestemmingsplan kleiner is geworden ten opzichte van het bouwblok in het geldende bestemmingsplan Noordscheschut. Naar mening van inspreker kunnen er hierdoor op het perceel geen twee vrijstaande woningen meer worden gebouwd en wordt een bouwmogelijkheid ontnomen. Verzocht wordt om bij vaststelling het bouwblok aan te passen aan het bouwblok in nu geldende bestemmingsplan Noordscheschut.
3. Naar mening van inspreker is het verminderen van de bouwmogelijkheden in strijd met het gemeentelijke beleid. Verzocht wordt om de bebouwingsmogelijkheden uit het nu geldende bestemmingsplan Noordscheschut bij de vaststelling opnieuw op te nemen voor Coevorderstraatweg 22b.
Reactie:
1. t/m 3. De bestaande rechten van inspreker uit het huidige bestemmingsplan Noordscheschut zullen worden gerespecteerd. Dit betekent dat de bouwmogelijkheid voor dubbele woningen opnieuw opgenomen wordt in bouwregels. Ook zal het bouwblok worden aangepast aan het bouwblok uit het nu geldende bestemmingsplan Noordscheschut.
Conclusie:
De zienswijze is gegrond.
Zienswijze 5: Opnemen woningbouwplannen ten noorden van de woningen aan de Coevorderstraatweg in bestemmingsplan
1. Insprekers hebben regelmatig contact gehad met vertegenwoordigers van de gemeente om de in zienswijze aangeduide percelen te benutten voor woningbouw. Op basis van dit eerder overleg zijn insprekers er vanuit gegaan dat hun woningbouwplannen onderdeel uit zou maken van het ontwerpbestemmingsplan Noordscheschut. Dit in de vorm van een concrete woonbestemming of in ieder geval een wijzigingsbevoegdheid die realisatie van de bouwplannen mogelijk maakt.
2. Insprekers geven aan dat de bedoelde gronden in huidige bestemmingsplan Noordscheschut de bestemming 'Wonen' hebben, maar niet zijn voorzien van een bouwblok. In het ontwerpbestemmingsplan hebben de gronden de bestemming Agrarisch. Dit is naar mening van insprekers in strijd met een goede ruimtelijke ordening. Het opnemen van de bestemming 'Wonen' met bijbehorende bouwmogelijkheden, ligt volgens insprekers het meest voor de hand. Dit als afronding van woonwijk.
Reactie:
1.+2. Het klopt dat er een aantal maal op ambtelijk niveau overleg is geweest met de insprekers over hun plannen. Dit heeft echter niet geresulteerd tot een besluit, op basis waarvan de plannen van insprekers meegenomen konden worden in dit bestemmingsplan.
Uit fase I, van het Project Woningbouw Dorpen Noordscheschut, zijn twee locaties naar voren gekomen die geschikt zijn voor de uitbreiding van Noordscheschut. Uit de financiële verkenning is gebleken dat het niet mogelijk is om op twee locaties uit te gaan breiden. Op locatie 1 kan nagenoeg het gehele woningbouwprogramma gerealiseerd worden. De haalbaarheidberekening van locatie 1 heeft een financieel positief resultaat. Op basis van de financiële verkenning is besloten in eerste instantie alleen locatie 1 ontwikkeld wordt. Dit is het gebied ten noorden van de Coevorderstraatweg (bij de ijsbaan) is aangewezen voor toekomstige woningbouw in Noordscheschut. Momenteel werkt de gemeente Hoogeveen samen met een werkgroep aan het ontwikkelen van een goede verkaveling en een fasering in de verkaveling. Hierbij wordt rekening gehouden met de conclusies uit fase 1.
In paragraaf 4.2 en 4.3 van de toelichting staat nadrukkelijk aangegeven dat er binnen het onderhavige plan beperkte ruimte is voor nieuwe woningen. Dit betekent dit dat er in de naaste toekomst een nieuwe bouwlocatie moet worden gevonden. Deze nieuwe locatie zal geregeld worden in een apart bestemmingsplan en niet in dit bestemmingsplan.
Uit bovenstaande is duidelijk op te maken dat de door insprekers bedoelde locatie, met uitzondering van het gedeelte aan Het Hoveniersland met een concrete woonbestemming in het huidige bestemmingsplan, op dit moment niet aanmerking komt voor woningbouw. Daarom zijn er geen bouwmogelijkheden opgenomen voor deze gronden. Wel wordt de bestemming van het gedeelte van locatie met bestemming 'Agrarisch' gewijzigd in de bestemming 'Wonen' conform het nu geldende bestemmingsplan.
Conclusie:
De zienswijze is ongegrond.
Zienswijze 6: Schrappen locatie nieuwe begraafplaats
Inspreker heeft in 2006 een nieuwe woning gebouwd aan de Coevorderstraatweg. De nieuwe begraafplaats is vlak voor de woning gepland. Hierdoor wordt het uitzicht in de toekomst belemmerd en zal de waarde van de woning dalen. Gevraagd wordt de locatie voor de nieuwe begraafplaats te schrappen.
Reactie:
Bij de vaststelling van de jaarrekening 2013-2016 heeft de gemeenteraad besloten om geen investering op te nemen voor de aanleg van een begraafplaats in Noordscheschut. Dit betekent dat dit onderdeel van het bestemmingsplan financieel niet uitvoerbaar is en daarom niet opgenomen kan worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Het bestemmingsplan zal op dit onderdeel gewijzigd worden vastgesteld.
Conclusie: De zienswijze is gegrond