Plan: | Pesse 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098014001-OH01 |
Als opzet voor de planologische regeling van dit gebied, is gekozen voor een plankaart met flexibele bestemmings- en bebouwingsvoorschriften, waarin het door de gemeente vastgestelde beleid wordt omschreven. Hiermee wordt een materiële rechtszekerheid beoogd; alleen activiteiten die in het karakter van het dorp passen zijn toegestaan. De in het plangebied voorkomende stedenbouwkundige kwaliteiten worden door de keuze van de bestemming en de daarin gegeven bebouwingsvoorschriften zoveel mogelijk gewaarborgd. Hoewel deze kwaliteiten niet voor alle in het plangebied voorkomende gebieden even waardevol zijn, is gekozen voor een uniforme wijze van bestemmen voor het gehele gebied.
Woondoeleinden
Woningen
De woonfunctie binnen het plangebied blijft volledig gehandhaafd. Alle bestaande woningen zijn als zodanig bestemd. Voor de bouwstrookdiepte is in de meeste situaties een maat van twaalf meter aangehouden, zodat over het algemeen de meeste woningen nog naar achteren kunnen uitbreiden. Alleen voor de grotere vrijstaande woningen is een bouwstrookdiepte van vijftien meter opgenomen. In enkele gevallen is de afstand tussen de achtergevels echter zo beperkt, dat er uit stedenbouwkundig oogpunt geen uitbreiding toelaatbaar wordt geacht en is er dus geen uitbreidingsmogelijkheid aangegeven.
Voor de verschillende woningtypen zijn door middel van bouwklassen passende maxima voor de goot- en bouwhoogte, dakhelling en kapvorm aangegeven.
Bijgebouwen
Bij de meeste woningen mogen bijgebouwen met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 60 m² worden gebouwd, mits het achtererf minstens voor de helft vrij van bebouwing blijft. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken voor het vergroten van de toegestane oppervlakte aan bijgebouwen tot ten hoogste 100% van de oppervlakte van het bijbehorende hoofdgebouw met een maximhelft vrij van bebouwing blijft.
Nevenfuncties van woningen
In het algemeen mogen woningen en de bijbehorende bijgebouwen gedeeltelijk worden gebruikt voor een beroep aan huis voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie. Dit betekent dat slechts maximaal 35% van de vloeroppervlakte van de woning en de bijgebouwen tot ten hoogste 75 m² gebruikt mag worden voor het aan-huis-verbonden beroep en bed&breakfast. Onder voorwaarden kan bij een omgevingsvergunning afgeweken worden voor mantelzorg tot een oppervlakte van 60 m2 in bestaande bijgebouwen.
Aan de zuidzijde van het dorp ligt een woonzorgcomplex, een zorgcentrum voor ouderen die problemen hebben met hun eigen woon- en/of zorgsituatie. Voor het terrein is een bouwvlak, een maximale goot- en bouwhoogte en een bebouwingspercentage opgenomen, afgestemd op de bestaande bouwmassa.
Voor de woonwagenlocatie aan de Oostering met in totaal drie standplaatsen is deze bestemming opgenomen. Per standplaats is een bouwvlak, met een maximale goot- en bouwhoogte en een dakhelling aangegeven.
Onder deze bestemming vallen doorgaans de niet-commerciële openbare voorzieningen. In het plangebied is met deze bestemming het multifunctionele ontmoetingscentrum 'De Wenning' aan de Veldbrake, de basisschool 'De Posthoorn', het kindercentrum 'Het Zandmannetje' en het wijkgebouw met een bedrijfswoning aan de Warreveen geregeld. Voor alle gebouwen is een bouwvlak, een maximale goot- en/of bouwhoogte en een dakhelling opgenomen, afgestemd op de bestaande of toekomstige bouwmassa.
Het autobedrijf, bouwconstructiebedrijf, het mechanisatiebedrijf, het bedrijf met een opslagfunctie en het bedrijventerrein aan de Dorpsstraat vallen onder deze bestemming, Voor de bedrijven is een bouwvlak, een maximale goot- en/of bouwhoogte, een dakhelling en een bebouwingspercentage opgenomen. Bij vier bedrijven is tevens een bedrijfswoning(en) toegestaan.
De supermarkt op de hoek van de Dorpsstraat en de Oostering en de drie andere winkels aan de Dorpsstraat hebben deze bestemming gekregen. Bedrijfsmatige activiteiten verband houdende met de detailhandelsfunctie en ondergeschikt hieraan, kunnen ook binnen deze bestemming worden uitgeoefend. Voor deze vestigingen zijn een bouwvlak met een maximale goot- en bouwhoogte en een dakhelling opgenomen.
Tevens is één bedrijfswoning toegestaan.
Het verzekeringskantoor op de hoek van de Warreveen en de Dorpsstraat heeft deze bestemming gekregen. Er is een bouwvlak met een maximale goot- en bouwhoogte, een dakhelling en een bebouwingspercentage opgenomen. Tevens is er een bedrijfswoning toegestaan.
Het restaurant aan de Beilerstraat en de twee restaurants aan de Dorpsstraat vallen onder deze bestemming. Voor de restaurants is een bouwvlak en een maximale goot- en/of bouwhoogte, een dakhelling en een bebouwingspercentage opgenomen.
Alleen bij het cafetaria/restaurant/ aan de Dorpsstraat bij het Tonckenspad is een bedrijfswoning toegestaan.
De telefooncentrale en het terrein voor drinkwatervoorzieningen aan de Dorpsstraat, en het gemaaltje op de hoek van de Oostering en de Veldbrake zijn onder deze bestemming geregeld. Er is een bouwvlak met een maximale bouwhoogte opgenomen.
De agrarische gronden gelegen ten westen van de Dorpsstraat en ten noorden van de Veldbrake hebben deze bestemming gekregen. Op deze gronden is verder geen bebouwing toegestaan. Ten behoeve van de bescherming van de archeologische waarden en het behoud van de landschappelijke, cultuurhistorische en ecologische waarden, is een omgevingsvergunningstelselvoor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden bij deze bestemming opgenomen.
De volkstuinen gelegen ten noorden van de Veldbrake en ten westen van de Bossemaat en de ijsbaan ten zuiden van het korfbalveld aan de Oostering zijn onder deze bestemming geregeld.
Het sportcomplex aan De Marke en het korfbalveld aan de Oostering vallen onder deze bestemming. Voor het clubgebouw met kantine en kleedkamers is een maximale bouwhoogte opgenomen en voor het gehele terrein is een maximaal bebouwingspercentage opgenomen.
Onder deze bestemming valt de omheinde speeltuin aan de Warreveen. Hier zijn verder geen gebouwen toegestaan.
De gedeelten van de percelen waar geen (bij)gebouwen mogen worden gebouwd, hebben deze bestemming gekregen. Meestal liggen deze gronden tussen de voorgevel van de gebouwen en de openbare weg. Ook kan aan de zijkant van de gebouwen deze bestemming gelegen zijn, om bepaalde doorzichten te kunnen houden naar het achterliggende buitengebied toe.
Overeenkomstig de grotendeels bestaande situatie zijn de meeste structuurbepalende elementen zoals beschreven in hoofdstuk 2, bestemd tot “groenvoorzieningen”. Het overige aanwezige 'kleinschalige woongroen' en/of ondergeschikte groen is geregeld binnen de bestemming “verkeersdoeleinden”.
Tevens zijn binnen deze bestemming de speelvoorzieningen en de kleinere greppels en sloten geregeld.
Alle wegen binnen het plangebied die zowel gericht zijn op de ontsluiting van de aanliggende bebouwing, als de wegen met een min of meer doorgaand karakter, vallen onder deze bestemming. Ook de parkeervoorzieningen, ondergeschikte groenvoorzieningen en gedeelten van voortuinen (die in bruikleen zijn gegeven) kunnen hierbij zijn opgenomen.
In het gebied zijn gronden met uit het oogpunt van archeologie van zeer grote waarde, waarbij het van groot belang is dat er in dit gebied geen activiteiten plaatsvinden, die de onderliggende aardlagen aantasten. Het belang van deze plek zal worden gerespecteerd en heeft dan ook om deze reden de dubbelbestemming archeologisch waardevol gebied gekregen. Voor uitbreidingen die groter zijn dan 100 m2 en die dieper gaan dan 0,30 meter is archeologisch onderzoek nodig. Aan de vergunning kunnen in verband met de archeologische waarden, voorwaarden worden verbonden.
In dit bestemmingsplan worden de gronden in het plangebied voor verschillende doeleinden bestemd. Daarbij worden voorschriften gegeven voor het gebruik van de gronden en gebouwen, voorzover dat in het belang van een goede ruimtelijke ordening nodig is. Een bestemmingsplan bevat dus niet alle bepalingen die het bouwen op en het gebruik van de grond regelen. Zo zijn er bijvoorbeeld nog andere gemeentelijke verordeningen, de milieuwetten en de waterschapskeur, waarin eisen en beperkingen kunnen voorkomen, waarover het bestemmingsplan zich niet uitspreekt. Bij een procedure waarbij vergunningen (bijvoorbeeld een bouwvergunning) worden verleend, kunnen die andere regels beperkingen opleggen op andere gronden dan planologische.
Het betreft een grotendeels flexibel plan, waarbinnen nieuwe ontwikkelingen worden gestimuleerd. Mochten zich gedurende de looptijd van het plan nieuwe wensen openbaren, dan kunnen deze binnen de grenzen die in het plan zijn aangegeven door middel van afwijken middels een omgevingsvergunning of een wijzigingsbevoegdheid nader gestalte krijgen.