Plan: | Oost / Oranjebuurt 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098013001-VG02 |
2.3.1 Ontstaansgeschiedenis en bebouwing
Hoogeveen is nog relatief jong omdat het op 20 december 1625 is ontstaan. In dat jaar kocht Roelof van Echten de grond van een uitgestrekt veengebied met het doel het te gaan ontginnen. Hij stichtte voor het ontginnen van veen en het ontsluiten van de regio de 'Compagnie van Vijfduizend Morgen' in 1631. Er werd zo spoedig mogelijk begonnen met het graven van de Hoogeveensche Vaart en de eerste opgaande oostwaarts. In 1637 ligt het begin van Het Haagje er al, waar vanuit de eerste wijken werden gegraven, waarvan de eerste wijk de huidige Hoofdstraat is. Op het kruispunt van twee belangrijke kanalen ontstond de nederzetting Nie-Echten, het huidige Hoogeveen.
Van oudsher ligt Hoogeveen op een kruispunt van wegen en tot ver in de vorige eeuw had Hoogeveen ook de vorm van een kruis. Het waren voornamelijk turfgravers, winkeliers, handelaren, ambachtslieden en schippers die zich in de nederzetting langs de kanalen vestigden, welke eeuwen geleden werden gegraven om de te vervenen gebieden te ontsluiten en de gewonnen turf af te voeren naar elders. Aanvankelijk ontwikkelde Hoogeveen zich dan ook langs het water rondom de kruising van enkele hoofdkanalen.
In de volksmond wordt nog altijd gesproken van 'Het Kruis'. Van dit kruis van waterwegen is overigens de naar het noorden gerichte arm al in 1949 gedempt (de tegenwoordige Hoofdstraat).
De oude Hoogeveense Vaart - eens een slagader voor de Hoogeveense gemeenschap - voldeed al lang niet meer aan de te stellen eisen. Het profiel was niet alleen te klein voor de nu in de vaart zijnde schepen, maar ook voor het vlot verwerken van een teveel aan water in de perioden van grote wateroverlast. Bovendien was het kanaal een groot obstakel, doordat het een barrière vormde tussen de nieuwe woonwijken ten zuiden van het kanaal en het centrum van de gemeente en verbreding van het kanaal ontmoette zoveel bezwaren, dat werd besloten tot omlegging. Langs de zuidrand van Hoogeveen is daarom een nieuw kanaal gegraven, dat is berekend op schepen tot 300 ton.
Met de demping van de drie overgebleven waterwegen is in 1971 een aanvang gemaakt, nadat de naar het zuiden gerichte arm, het Alteveerse Opgaande, in 1965 reeds grotendeels was gedempt. Het kruis is daarmee weer in ere hersteld, zij het nu als wegenkruis.
De eerste na-oorlogse bevolkingsgroei kon nog worden opgevangen binnen de bestaande kom. De kwadranten van het kruis werden stap voor stap ingevuld: de Zeeheldenbuurt (Venesluis), de Dichtersbuurt (Centrum-West) en de Verzetsbuurt (Centrum-Oost).
Centrum-Oost is eigenlijk een verzameling van drie woonbuurten waarbij te onderscheiden zijn:
2.3.2 Groen (zie figuur 3)
Bij de openbare groenvoorzieningen is een zestal elementen te onderscheiden, te weten:
Figuur 3: Groenstructuur
Speelvoorzieningen zijn te vinden ten zuiden van het buurtgebouw 'De Pompe' aan het Wilhelminaplein, ten noorden van de basisschool aan de Jan Dekkerstraat en het groene pleintje aan de Jan Dekkerstraat en op een binnenterrein ten zuiden van de Adriaan Baasstraat bij de Notaris Mulderstraat.
2.3.3 Parkeren
Door de welvaartsgroei is het autobezit in Nederland de afgelopen jaren explosief gegroeid. Bij het oplossen van problemen die daar het gevolg van zijn wordt veel aandacht besteed aan het rijdende verkeer, echter een auto rijdt gemiddeld maar 1 uur per etmaal en staat 23 uur stil. Parkeren verdient daarom ook de nodige aandacht binnen het verkeersbeleid.
Bijna alle wijken in Hoogeveen zijn gebouwd in een tijd waarin weliswaar rekening werd gehouden met de aanwezigheid van auto's, maar niet in die mate zoals dat nu het geval is. Wat dat betreft zijn de verschillen in de diverse wijken goed zichtbaar. In de oudere wijken zijn straten vaak relatief breed zonder speciale parkeervakken, waardoor er op straat geparkeerd kan worden. In de nieuwere wijken worden veel parkeervakken aangelegd en komt het parkeren op straat amper meer voor.
Omdat het aantal klachten met betrekking tot parkeren in woongebieden de laatste jaren drastisch is gestegen, is enkele jaren geleden een groot parkeeronderzoek opgezet in de buitendorpen van de gemeente. Ook uit de wijken komen echter steeds meer klachten. Om de klachten objectief te kunnen beoordelen en ook om situaties met elkaar te kunnen vergelijken, is besloten om voor heel de kern Hoogeveen een parkeeronderzoek op te zetten. Dit parkeeronderzoek heeft plaatsgevonden in maart 2005.
Voor het achterhalen van de parkeerdruk in de wijken was het noodzakelijk dat het onderzoeksgebied opgedeeld wordt in kleinere gebieden, de zogenaamde clusters. Deze kunnen bestaan uit één of meerdere straten of een gedeelte daarvan. Norm daarbij is dat het qua loopafstand nog acceptabel moet zijn dat iemand zijn auto parkeert aan de ene kant van de cluster, terwijl hij woonachtig is aan de andere kant van de cluster. Per cluster heeft een inventarisatie plaatsgevonden van het aantal parkeerplaatsen op eigen erf, openbare parkeerplaatsen, parkeerplaatsen op straat en het aantal verschillende types woningen. Deze gegevens zijn nodig om, na het houden van een parkeertelling, de bezetting van de parkeerplaatsen, het autobezit en het parkeeraanbod te berekenen.
De conclusie is dat over het geheel genomen het met de verkeersproblemen in Hoogeveen meevalt. Bijna overal valt binnen een aanvaardbare loopafstand van 50 – 100 meter wel een vrije openbare parkeerplaats te vinden. Maar of dat voor een ieder aanvaardbaar is, is maar de vraag. Bewoners willen hun auto het liefst geparkeerd zien voor de woning zodat toezicht mogelijk is. Helaas is dat niet altijd mogelijk, hoeveel extra parkeerplaatsen men ook aan zou leggen.
Verkeerskundig gezien hoeft een hoge bezetting binnen een cluster nog geen probleem te zijn. Het wordt pas een probleem als omliggende clusters ook geen of weinig vrije parkeerplaatsen hebben.
Het merendeel van de woningen in het gedeelte van de wijk Oost / Oranjebuurt binnen het onderhavige plangebied (circa 70% van in totaal 1.400 woningen) zijn rijtjeswoningen en gestapelde woningen. Van de woningen heeft circa 20% de mogelijkheid om de auto op eigen terrein te parkeren. Parkeren op de openbare weg vindt voornamelijk plaats in parkeervakken of parkeerhavens. In totaal zijn er circa 1.500 parkeerplaatsen, wat het parkeeraanbod in deze wijk op gemiddeld 1,08 parkeerplaats per woning brengt. In het voorjaar van 2004 hebben twee inventarisaties naar het aantal geparkeerde personenauto's plaatsgevonden. Gemiddeld werden in de wijk circa 900 geparkeerde auto's geteld. Dat komt neer op een relatief laag autobezit van circa 0,65 auto per woning. De gemiddelde bezetting van de openbare parkeerplaatsen is circa 50%.
Wat de bezettingsgraad betreft, is gebleken dat er in deze wijk weinig problemen zijn voor wat betreft het parkeren, omdat van de 37 clusters er slechts 5 clusters een bezettingsgraad meer dan 80% hebben.
Zowel de Grote Kerkstraat als de Oranjestraat hebben een bezettingsgraad van 100%.
Bewoners van deze straten hebben echter binnen een loopafstand van 50 meter genoeg uitwijkmogelijkheden naar vier naastgelegen straten. De Van Echtenstraat heeft een bezettingsgraad van 90% en heeft tevens uitwijkmogelijkheden naar nabijgelegen straten.
De overige clusters met een hoge bezettingsgraad liggen in de wijk Oost, maar door een herinrichting van de openbare ruimte in 2008/2009 zijn de parkeerproblemen opgelost.