Plan: | Oost / Oranjebuurt 2009 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.BP20098013001-OH01 |
Door archeologisch onderzoeks- en adviesbureau De Steekproef is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd in de bebouwde kom van Hoogeveen. Hiervan is verslag gedaan in rapport 2006-03/16 (bijlage 1).
Uit het uitgevoerde bureauonderzoek is gebleken dat Hoogeveen in een veengebied ligt waarvan weinig prehistorische vondsten bekend zijn. Als dorp is Hoogeveen aan het begin van de 17e eeuw gesticht en kent sindsdien een continue bewoning. Uit de directe omgeving van Hoogeveen zijn niet veel meldingen bekend van archeologisch waardevolle terreinen. Echter de vondsten die wel bekend zijn, geven aan dat het gebied, en dan met name de zandgronden ten noorden en zuidwesten van Hoogeveen, ook vóór de Nieuwe Tijd (1500 - 1950 nC) bewoond en bezocht is geweest.
Binnen de kom van Hoogeveen zijn enkele zones bekend waarvan de bodem goed gekarteerd is. Door deze bodemkartering hebben de zones een lage tot hoge trefkans gekregen op de indicatieve Kaart Archeologische Waarden. Binnen deze gekarteerde gebieden liggen enkele archeologisch interessante fenomenen zoals zandkoppen en beekdalen. Hoewel het aantal vondsten hier niet groot is, is wel duidelijk geworden dat deze gebieden in vroegere perioden door de mens bezocht en bewoond zijn geweest. De mogelijkheid bestaat dus ook dat binnen de ongekarteerde delen van de kom van Hoogeveen prehistorische en historische menselijke activiteiten hebben plaatsgevonden. Onduidelijk is hoe de pleistocene opbouw van de bodem is en of binnen deze ongekarteerde delen nog gave zandkoppen aanwezig zijn. Daarnaast is niet bekend in hoeverre de pleistocene bodem bij veenontginningen is aangetast en daarmee verstoord. Binnen de bebouwde kom van Hoogeveen zijn gave podzolbodems aangetoond. dergelijke bodems, en daarmee mogelijk onverstoorde archeologische grondsporen, kunnen ook in de ongekarteerde zones van de bebouwde kom van Hoogeveen worden verwacht.
Aangezien het plangebied in de ongekarteerde delen van de bebouwde kom van Hoogeveen ligt, is het van belang bij bodemingrepen die dieper gaan dan 30 cm beneden maaiveld, de gaafheid van de bodem vast te stellen. Indien uit de voorgeschiedenis van het terrein niet blijkt dat eerdere bodemingrepen hebben plaatsgevonden - waarmee vaststaat dat de gaafheid van de bodem is verstoord - dient een inventariserend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Op basis van dat onderzoek kan worden besloten of een uitgebreid onderzoek noodzakelijk is.
Voor projecten met een oppervlak kleiner dan 500 m2 kan vrijstelling worden verleend. Het gaat hierbij om dermate kleine ingrepen dat de kans op archeologische vondsten vrijwel nihil is. Dit sluit aan bij het provinciaal archeologiebeleid. .