Plan: | Hoogeveen, parapluherziening geluidscontour DOC Buitenvaart |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.2020BP8094002-ON01 |
Het industrieterrein Buitenvaart I en II noord betreft een van rechtswege gezoneerd industrieterrein in het kader van de Wet geluidhinder. In de afgelopen jaren is geconstateerd dat de geluidzone van het industrieterrein aan de noordzijde onvoldoende geluidruimte biedt voor het Zuivelpark, en de geluidzone aan de westzijde wordt, door aanstaande nieuwe ontwikkelingen, na aanzienlijke inspanning met betrekking tot geluidreductie, overschreden.
Voorliggend paraplubestemmingsplan beoogd de verruiming van de bestaande geluidzone vast te leggen in een partiële herziening van de geldende bestemmingsplannen.
Dit paraplubestemmingsplan geluidzone industrielawaai vormt een planologische aandachtszone voor de onderliggende bestemmingsplannen. Binnen de geluidzone zijn in principe geen nieuwe geluidgevoelige objecten toegestaan, om een te hoge geluidbelasting als gevolg van het industrielawaai tegen te gaan.
Buiten de geluidzone is de geluidbelasting als gevolg van het industrielawaai lager dan
50 dB(A). Geluidgevoelige bestemmingen buiten deze geluidzone voldoen dan aan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) voor industrielawaai.
Achtereenvolgens komen na deze inleiding de volgende hoofdstukken aan bod:
Het plangebied (geluidzone) ligt rondom het huidige industrieterrein Buitenvaart I en II noord. Het plangebied wordt begrensd aan de buitenzijde door de geluidcontour 50 dB(A) industrielawaai.
De regels in dit bestemmingsplan zijn van toepassing en aanvullend op de hieronder opgenomen bestemmingsplannen en beheersverordening, alsmede op de eventueel doorgevoerde wijzigingen op deze bestemmingsplannen:
Binnen de verschillende bestemmingsplannen en beheersvordeningen komen bestaande geluidgevoelige objecten voor, maar ook binnenplanse mogelijkheden (vrijstellings-/afwijkingsbevoegdheden/ wijzigingsbevoegdheden) voor het realiseren van nieuwe geluidgevoelige objecten.
De geluidszone rondom Buitenvaart II (ten zuiden van Buitenvaart I en II noord) blijft gelden. Deze geluidszone wordt niet in deze parapluherziening meegenomen.
Dit plan betreft een partiële herziening van aan aantal bestemmingsplannen (zie paragraaf 2.2).
In dit plan wordt de geluidzone, die naar aanleiding van ontwikkelingen op Buitenvaart I en II noord wordt verruimd, opgenomen. De herziening betreft slechts de ligging van de aanduiding 'geluidzone - industrie'. Deze wijziging past binnen het bestaande beleidskader van de genoemde bestemmingsplannen.
Voor het relevante beleidskader voor deze partiële herziening wordt verwezen naar de geldende bestemmingsplannen.
Het wettelijk kader voor dit plan wordt voor een belangrijk deel gevormd door de Wet geluidhinder (Wgh). In de Wgh is bepaald dat rond grote lawaaimakers (bijlage 1, onderdeel D, Besluit omgevingsrecht) geluidzone moet zijn vastgesteld.
De geluidzone is een afgebakend gebied waarbinnen de normen en grenswaarden voor industrielawaai in de Wgh van toepassing zijn. Deze geluidzone moet juridisch-planologisch worden verankerd in de onderliggende bestemmingsplannen. De geluidzone wordt begrensd door de grens van de inrichting en de geluidcontour van 50 dB(A), oftewel de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai. Uitgangspunt van de Wgh is dat in nieuwe situaties zoveel mogelijk moet worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde.
In geval van een wijziging van de geluidzone kan voor de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting een hogere waarde worden vastgesteld dan de voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). Op grond van artikel 55 van de Wgh mag een hogere waarde voor geprojecteerde woningen de grenswaarde van 55 dB(A) niet overschrijden. Voor aanwezige en in aanbouw zijnde woningen bedraagt deze grenswaarde 60 dB(A). Voor woningen die voor de wijziging reeds binnen de geluidzone liggen en waarvoor in het verleden al een hogere waarde is verleend, kan deze hogere waarde met maximaal 5 dB(A) worden verhoogd.
Aan de vaststelling van een hogere waarde koppelt de Wgh eisen aan de geluidwerendheid van de geluidbelaste gevel, waardoor een bepaald binnenniveau wordt geborgd. Artikel 111 van de Wgh stelt, dat indien een hogere waarde wordt vastgesteld, burgemeester en wethouders maatregelen treffen met betrekking tot geluidwering van de gevel om ervoor te zorgen dat de geluidbelasting binnen de woning ten hoogste 35 dB(A) bedraagt.
De afgegeven hogere waarden en maximale toelaatbare geluidsbelasting gelegen binnen de nu planologisch vast te stellen geluidszone behoeven geen aanpassing.
Het industrieterrein Buitenvaart I & II noord betreft een van rechtswege gezoneerd industrieterrein in het kader van de Wet geluidhinder. In de afgelopen jaren is geconstateerd dat de geluidzone van het industrieterrein aan de noordzijde onvoldoende geluidruimte biedt voor het Zuivelpark en de geluidzone aan de westzijde wordt, door aanstaande nieuwe ontwikkelingen, na aanzienlijke inspanning met betrekking tot geluidreductie, overschreden.
Uitgangspunt voor de zoneverruiming is het actuele zonebewakingsmodel dat wordt gehanteerd voor het zonebeheer van het industrieterrein Buitenvaart I & II noord.
Daarnaast zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
Verruiming geluidzone
In de nieuwe geluidzone is ter plaatse van de noord-, oost- en westzijde grotendeels rekening gehouden met een marge van circa 1 tot 3 dB. Deze marge is aangehouden zodat bestaande bedrijven op het gezoneerde industrieterrein de bedrijfsvoering op basis van de vigerende vergunningen kunnen blijven uitvoeren en om eventuele toekomstige ontwikkelingen bij deze bestaande bedrijven mogelijk te maken. Het uitgangspunt, geen nieuwe woningen binnen de 50 dB(A) zonegrens, wordt met de nieuwe voorgestelde geluidzone eveneens gerespecteerd.
Deze partiële herziening voorziet in het verruimen van de bestaande geluidzone. Omdat het slechts een aanpassing van de geluidzone in deze plannen betreft, is alleen het aspect 'geluid' van belang.
Het Zuivelpark is de voornaamste reden om de zone van het gezoneerd industrieterrein te verruimen. In de afgelopen jaren is diverse malen geconstateerd dat de geluidzone van het industrieterrein onvoldoende geluidruimte biedt voor het Zuivelpark. Middels dit paraplubestemmingsplan wordt de geluidzone verruimd.
Er is een akoestisch onderzoek (bijlage 1) opgeteld voor de toekomstige situatie van het Zuivelpark. Dit vormt de basis voor de verruiming van de geluidzone.
Aanvullend zijn er nog andere uitgangspunten gehanteerd voor het verruimen van het zonemodel, deze zijn weergegeven in hoofdstuk 4. Dit betreffen kleine verruimingen welke direct in dit plan meegenomen zijn.
Dit alles bij elkaar heeft geleid tot een aangepaste geluidszone, waarbij er geen nieuwe hogere grenswaarden dienen ten worden vastgesteld.
In bijlage 2 is de verruiming van de geluidzone industrieterrein Buitenvaart I en II noord weergeven.
Met de gewijzigde geluidzone zijn er geen nieuwe woningen binnen de 50 dB(A) zonegrens gelegen. De gewijzigde geluidzone leidt niet tot nieuwe hogere grenswaarden.
Het bestemmingsplan regelt de industrielawaai 50 dB(A), die als gevolg van de toegelaten bedrijvigheid op bedrijventerrein Buitenvaart I en II noord om het bedrijventerrein heen ligt.
Aangezien de zone over verschillende om Buitenvaart I en II noord heen liggende bestemmingsplannen valt en deze niet allemaal tegelijkertijd kunnen worden herzien, is er voor gekozen om dit zogenaamde paraplubestemmingsplan op te stellen.
De geluidszone rondom Buitenvaart II (ten zuiden van Buitenvaart I en II noord) blijft gelden. Deze geluidszone wordt niet in deze parapluherziening meegenomen.
Het bestemmingsplan valt onder de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die per 1 juli 2008 in werking is getreden. Dit betekent dat het bestemmingsplan wordt opgezet volgens de nieuwste wettelijke regelgeving en volgens de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) 2012.
De regels zijn vervat in artikelen die onderverdeeld zijn in drie delen. In de "Inleidende regels" zijn algemene artikelen opgenomen die voor het gehele plan van belang zijn.
In artikel 1 zijn omschrijvingen opgenomen van in het plan voorkomende relevante begrippen. Door deze vaste omschrijving van de begrippen wordt eenduidigheid in de bedoelingen van het plan gegeven en wordt de rechtszekerheid vergroot.
In artikel 2 is de van toepassing verklaring opgenomen. Hierin is opgenomen voor welk gebied (welke bestemmingsplannen) dit parapluplan van toepassing is. Het artikel geeft ook aan dat de regels van toepassing en aanvullend zijn op de in dat artikel opgenomen bestemmingsplannen, alsmede op de eventueel doorgevoerde wijzigingen op deze bestemmingsplannen op grond van de binnenplanse wijzigingsbevoegdheden in de betreffende plannen.
Voor het overige blijven de regels/voorschriften van de in dat artikel genoemde bestemmingsplannen onverminderd van kracht.
In de "Algemene regels" staan artikelen benoemd die voor alle of meerdere bestemmingen gelden. Het betreffen onder andere de voor alle bestemmingen algemeen geldende aanduidingsregels.
De algemene aanduidingsregels geven de mogelijkheid voor een algemene gebiedsaanduiding, die als een extra laag over meerdere bestemmingen ligt. Dit bestemmingsplan omvat één van zo'n algemene gebiedsaanduiding, te weten: Geluidzone - Industrie. Dit betreft een zone die behoort bij het industrieterrein Buitenvaart I en Buitenvaart II noord, waar in bepaalde gebieden "grote lawaaimakers" zijn toegestaan. Binnen de zone moet men bij nieuwbouw rekening houden met grenswaarden voor geluid vanwege industrielawaai of een hogere waarde aanvragen.
In de "Overgangs- en slotregels" staan artikelen benoemd die voor alle voorgaande regels gelden. De strafbepaling is hierin geregeld alsmede de slotregel.
Het bestemmingsplan wil een sturend instrument zijn voor de inrichting van omliggende bestemmingsplannen, in die zin dat er in principe geen nieuwe geluidgevoelige objecten, die vanwege de geluidbelasting van het industrielawaai een te hoge geluidsbelasting ondervinden, zijn toegestaan. Aan de hand van de in dit bestemmingsplan opgenomen regels worden voorgenomen activiteiten (activiteiten en gebruik van gronden) getoetst. Als blijkt dat zonder of in afwijking van de regels activiteiten danwel gebruik plaatsvinden, is handhaving in enge zin aan de orde, gericht op het ongedaan maken van een overtreding. Handhaving is belangrijk om de sturing die het bestemmingsplan beoogt tot haar recht te laten komen.
Door de gemeente Hoogeveen is een kadernota integrale handhaving vastgesteld. Deze nota is de start van programmatisch handhaven in de gemeente Hoogeveen.
Programmatisch handhaven is een structurele en integrale aanpak van de handhaving, waarbij de uitvoering onder andere is gebaseerd op een handhavingsprogramma. Daarbij worden door het bestuur de prioriteiten bepaald en worden handhavingsactiviteiten zoveel mogelijk op elkaar afgestemd. In deze aanpak worden beleid en uitvoering opgevolgd door evaluatie en bijsturing. Programmatisch handhaven is daarmee een cyclisch, democratisch, integraal en transparant proces.
Aan de controle van het onderhavige plan wordt binnen de gemeente inhoud gegeven door een aantal ambtenaren die zich continu met handhaving bezighoudt.
Het plan wordt als ontwerp ter inzage gelegd, zodat een ieder de mogelijkheid heeft om op het plan te reageren. In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening is het plan voor vooroverleg aangeboden aan onder meer de provincie Drenthe. De provincie heeft aangegeven dat dit plan geen provinciaal belang bevat.
In het bestemmingsplan wordt slechts een Algemene aanduidingsregels Geluidzone - Industrie opgenomen. Dit heeft geen gevolgen voor de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan.