Plan: | Buitengebied Noord, deelplan duurzaam energiestation Green Planet, 2018 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.2019BP9006003-VG01 |
Het bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan duurzaam energiestation Green Planet, 2018 met identificatienummer NL.IMRO.0118.2019BP9006003-VG01 van de gemeente Hoogeveen;
de geometrische bepaalde planobjecten met bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming:
een verblijfsrecreatieve voorziening van beperkte omvang ten behoeve van overnachtingen, waarin permanente bewoning niet is toegestaan;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, het vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang van hout, metaal, of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect en duurzaam met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
tijdsinterval dat relevant is voor de beoordeling van activiteiten van een inrichting. De activiteiten van een inrichting op de omgeving worden beoordeeld in drie beoordelingsperioden:
activiteiten ter ontspanning in de vorm van volkstuinen, sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting uitdrukkelijk is verboden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een tankstation dat naast de verkoop van de gebruikelijke brandstoffen als benzine, diesel, lpg, lng, waterstof en andere brandstoffen, het gebruik van alternatieve brandstoffen bevordert en zich ten doel stelt het energiestation zelf energieneutraal in werking te houden;
een lokaal evenement met maximaal 5.000 bezoekers per dag;
activiteiten in de openlucht of in al dan niet tijdelijke onderkomens zoals tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, sportieve, toeristisch-recreatieve, commerciële, sociale, culturele en/of levensbeschouwelijke doeleinden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, waaronder mede een carport wordt verstaan;
een inrichting, genoemd in artikel 2.4 van het Inrichting- en vergunningenbesluit milieubeheer van 5 januari 1993 houdende aanwijzing van categorieën inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder;
een gebouw dat op een bouwperceel in bouwkundig opzicht door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste gebouw is aan te merken;
een complementair horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag bereiden en verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals een broodjeszaak, een crêperie, een croissanterie, een eetcafé, een konditorei, een lunchroom, een pannenkoekenhuis, een patisserie, een petitrestaurant, een poffertjeszaak, een theehuis, een traiteur, een ijsssalon, en/of een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het bereiden en verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een afhaalcentrum, een automatiek, een café, een café-restaurant, een cafetaria, een grillroom, een restaurant, een shoarmazaak, een snackbar, en/of een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, hieronder niet begrepen hotels;
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
op de grond of aan bomen bevestigde bouwwerken ten behoeve van het klimmen en/of een route naar en van een toren;
het gedeelte van een winkel waar daadwerkelijk producten worden aangeboden en verkocht aan klanten, zonder opslagruimten, toiletten e.d.
de scheiding tussen percelen die niet aan eenzelfde eigenaar behoren, dan wel niet door eenzelfde gebruiker worden gebruikt;
een recreatief gebruik van gronden en opstallen dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
ontmoetingsruimten, vergaderen of werkruimten met bijbehorende voorzieningen;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
Iedere dag van de week tussen 07.00 en 09.00 uur in de ochtend en tussen 16.00 en 18.00 uur in de middag.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatste van het bouwwerk;
vanaf het middelpunt van de as van de wieken tot aan het aansluitende afgewerkte terreinpeil;
het percentage van een bouwvlak dat ten hoogste mag worden bebouwd.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De maximale bouwhoogte mag ten behoeve van deze ondergeschikte bouwwerken met ten hoogste 1 meter worden overschreden.
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
vulpunten, afleverpunten (dispensers) en tanks ten behoeve van LPG, LNG en Waterstof (H2) uitsluitend zijn toegestaan overeenkomstig de in Bijlage 1 opgenomen punten, en verplaatsing hiervan uitsluitend is toegestaan onder de voorwaarde dat de plaatsgebonden risicocontour 10-6 /jr (rode lijn) uit Bijlage 1 niet wordt vergroot.
In de bestemming zijn niet begrepen:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van de bouwwerken ten hoogste 13 m bedraagt, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voorwaardelijke verplichting bouwen en gebruik uitkijktoren en klimvoorzieningen
De bouw van de uitkijktoren met reclame, met als vorm een aardbol met bedrijfslogo, de reclamevlakken en klimvoorzieningen en het gebruik daarvan zijn uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering van de bebouwing en de bouwhoogte, dakvorm en afmetingen van de gebouwen, geen gebouwen zijnde ten behoeve van:
De reclamevlakken op of aan de toren dienen te worden geplaatst onder een hoek van niet minder dan 60 graden op de wegas van de A28, waarbij rekening is gehouden met het voorkomen van lichthinder en met een uitstraling die voldoet aan de door Rijkswaterstaat voorgeschreven lichtwaarde van maximaal E2, met dien verstande dat het college van burgemeester en wethouders voor bepaalde perioden of bij duisternis een lagere waarde (E1) kan voorschrijven in verband met de veiligheid van het wegverkeer, als dit door Rijkswaterstaat wordt geadviseerd.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de bovengenoemde bepalingen.
De voor 'Maatschappelijk - Educatiecentrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte van de bouwwerken ten hoogste 6 m bedraagt, met dien verstande dat de hoogte van de perceel- en erfafscheiding ten hoogste 2 m bedraagt en de hoogte van bouwwerken ten behoeve van een prijszuil ten hoogste 8 m en het bebouwde oppervlak ten hoogste 2 m2 bedraagt.
De voor 'Recreatie - Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Voorwaardelijke verplichting
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen dient verslaglegging ten aanzien van afspraken die zijn gemaakt zoals bedoeld onder 6.1, sub l te worden meegeleverd.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met ten behoeve daarvan:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Het college van burgemeester en wethouders kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.1, sub d en f en een hogere goothoogte vaststellen tot ten hoogste 6,5 m indien passend bij een landelijke bouwstijl.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 7.1 jo artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het aantal rijstroken bedraagt ten hoogste vier.
De voor 'Verkeer - Wegverkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Het aantal rijstroken bedraagt ten hoogste vier.
De voor 'Waarde - Archeologie 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het herstel, behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Indien uit het in 10.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 10.2.1 genoemde voorschriften veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het herstel, behoud en bescherming van de archeologische waarden.
Voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen, dient de aanvrager van een omgevingsvergunning, voor een of meerdere bouwwerken waarbij grond geroerd wordt met een (gezamenlijk) geroerde oppervlakte groter dan 100 m2 en een diepte van 0,3 m of meer, een rapport, op basis van een waarderend archeologisch onderzoek (proefsleuven), te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die volgens de aanvraag zullen worden verstoord, in voldoende mate zijn vastgesteld. Een dergelijke rapportage is niet noodzakelijk als aangetoond kan worden dat de betreffende gronden geroerd zijn en de trefkans op archeologische waarden gering is. Deze regeling geldt niet voor gronden waarvoor al een archeologisch onderzoek is uitgevoerd en vrijgegeven zijn voor de bestemde functie(s).
Indien uit het in artikel 11.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen of kunnen worden verstoord, kan het bevoegd gezag één of meerdere van de volgende voorwaarden verbinden aan de omgevingsvergunning die de verplichting inhouden:
Indien uit het in 11.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in lid 11.2.2 genoemde voorschriften veilig te stellen, dan wordt de vergunning geweigerd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie' is het oprichten van bouwwerken met vlies- of gordijngevelconstructies of grote glasoppervlakten en waarbinnen zich doorgaans een groot aantal personen bevindt, niet toegestaan.
Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van bouwwerken en/of andere activiteiten zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Wet natuurbescherming. Indien uit gegevens, dan wel uit onderzoek blijkt dat sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging of vernieling van voortplanting- of rustplaatsen, dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de over (bouw)werkzaamheid c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden nadat ontheffing, dan wel vrijstelling op grond van de Wet natuurbescherming is verkregen.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
Het college van burgemeester en wethouders kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 18.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 18.1 met maximaal 10%.
Lid 18.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 18.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 18.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 18.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.