Plan: | Zuideropgaande, deelplan Zuideropgaande 120 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0118.2015BP8023003-VG01 |
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN | |
nadere eisen alleen formuleren ten behoeve van aspecten, die te maken hebben met in het bp voorkomende regels (b.v. binnen bestemming wonen, nadere eis tbv verkeersveiligheid alleen opnemen indien er ook een regel in bp zit die te maken heeft met verkeersveiligheid). Let op: voor nadere eisen is er ook een procedure vereist. Per plan afwegen of het gewenst is of gebruik dient te worden gemaakt van nadere eisen. |
|
er kan ook een specificatie binnen de bestemmingen worden aangebracht d.m.v. het splitsen van bestemmingen: b.v. Horeca -1, Horeca -2, enz.. Dit splitsen kan onder andere zinvol zijn wanneer binnen dezelfde hoofdgroep diverse pakketten aan functies zijn te onderscheiden en er zonder splitsing een opeenhoping van functieaanduidingen zou ontstaan (zie voor volledige toelichting, bijlage 1: toepassing van de SVBP). | |
juridisch gezien, mag je aantallen personen benoemen in het bp, maar vanuit handhaving is het toch niet raadzaam om dat in bp op te nemen. | |
zie voor een toelichting op de veranderde insteek voor het regelen van de prostitutie, Bouwrecht van juni 2006. | |
in elk plan (tbv nieuwe ontwikkeling of herzien van bestaande situatie) zal steeds opnieuw moeten worden afgewogen hoe om te gaan met kabels en leidingen. Mogelijkheid is om kabels- en leidingenstrook middels een profiel op te nemen (indien profiel wordt opgenomen op de plankaart, dan is het juridisch bindend en kan er niet van worden afgeweken; kan ook in de toelichting worden verwerkt, dan is het niet juridisch bindend). Andere mogelijkheid is het opnemen van de functieaanduiding "leidingstrook" op de bedoelde locatie binnen de relevante bestemmingen. | |
archeologie:
uitgangspunt: op basis van gedegen archeologisch onderzoek wordt een planologische invulling geregeld in het bestemmingsplan. Indien de situatie er om vraagt, kan in de bouwvoorschriften een bepaling tbv archeologie worden opgenomen (zie voorbeeld artikel 27 Wonen) òf in het relevante bestemmingsartikel kan een aanlegvergunningsregels worden opgenomen (zie als voorbeeld artikel 3 Agrarisch). |
|
- via de algemene gebruiksregels is een kampeermiddel niet toegestaan;
- een tent valt niet onder het begrip "kampeermiddel" in de APV. |
|
indien in de bestemmingsomschrijving "nutsdoeleinden" wordt opgenomen, dan ook in de bouwvoorschriften een bepaling tbv de nutsdoeleinden opnemen (zie vb artikel 18 Maatschappelijk). | |
Geluidszones, zone luchtvaartverkeer, vrijwaringszone, veiligheidszones, milieuzones, Wro-zones en reconstructiewetzone zijn gebiedsaanduidingen. Gebiedsaanduidingen gaan vergezeld van een daarop betrekking hebbende regeling in de betreffende planregels (zie hiervoor blz. 14/15 SVBP 2008 en bijbehorende bijlage). | |
indien een bestemming wordt gebruikt dat geen functie betreft dat behoort tot een hoofdgroep uit de SVBP 2008, dan wordt de functienaam als bestemmingsnaam gebruikt en dient het gebruik van deze bestemming (in de hoofdgroep Overig) in de toelichting te worden gemotiveerd. | |
afhankelijk van het bp kan mantelzorg worden geregeld via het tevens toelaten van de woonfunctie in bijgebouwen òf middels een binnenplanse vrijstelling. | |
op dit moment zijn er geen woonboten in de gemeente, maar die discussie kan in de toekomst wel een rol gaan spelen. Indien nodig dan zal op dat moment een passende regel moeten worden geformuleerd voor het toestaan van woonboten en/of drijvende woningen. | |
let op zend-/ontvangstmasten ten behoeve van de openbare veiligheid (WAS = waarschuwing- en alarmeringssirenes) die binnen de bestemmingsomschrijving van bestemmingen dient te worden opgenomen waarbinnen zij liggen. | |
t.a.v. beeldkwaliteitsplannen wordt opgemerkt, dat de insteek wordt om het eventueel benodigde bkp niet in de regels, de nadere eisen (omdat daar weer een procedure voor nodig is) te benoemen, maar om tegelijkertijd met het bp een bkp op te stellen en vast te stellen en aan te merken als een herziening van de welstandsnota. Hierdoor vindt de toets aan een bkp wel plaats bij de bouwvergunningverlening, maar hoeft er geen procedure voor een nadere eis te worden doorlopen. Of deze werkwijze werkbaar is, zal de komende tijd moeten blijken. | |
in de begripsomschrijving van dwarskap is opgenomen dat het een kap betreft met de nokrichting haaks op de weg waaraan de woning is gelegen. Hier is niet opgenomen ".... waaraan de woning is genummerd", omdat het om een stedenbouwkundige afweging gaat hoe de woning is gelegen en niet om aan welke straat de woning is vernummerd. | |
let op: voor wat betreft flora en fauna wordt opgemerkt dat op dit moment een gedragscode flora- en faunawet in de maak is, die wellicht bij het opstellen van plannen en formuleren van regels aangaande dit onderwerp, van belang is. | |
monumenten: "Notitie sectorale monumentenzorg naar integraal omgevingsbeleid" (augustus 2009) --> karakteristieke panden in hoofdvorm handhaven + een sloopvergunningstelsel daaraan verbinden (in de relevante artikelen dus een sloopvergunningregel opnemen) . | |
voor evenementen geldt dat er planafhankelijk maatwerk dient teworden geleverd. òf "evenementen" wordt in de relevante bestemming inde bestemmingsomschrijving opgenomen (bij recht geregeld); òf in het plan worden evenementen via een ontheffing mogelijk gemaakt (zie voor een mogelijke regeling de algemene ontheffingen (zie tevens artikel 4.1.1 Bro). Een mogelijke (afhankelijk van het plan kunnen hier voorwaarden vwb bv duur en tijd worden toegevoegd) begripsbepaling voor evenement: een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals beurzen, bijeenkomsten, braderieën, beurzen, festivals, festiviteiten, kermissen, markten, wedstrijden en dergelijke. |
het Zuideropgaande, deelplan Zuideropgaande 120 van de gemeente Hoogeveen;
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0118.2015BP8023003-VG01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een bijgebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
woningen gekoppeld door middel van gebouwen;
het verlenen van diensten, waaronder mede wordt verstaan e-commerce, c.q. het uitoefenen van ambachtelijke –geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen- bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn, dat de activiteit in de woning en/of daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kan worden uitgeoefend;
het in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, kunstzinnig of ontwerptechnisch dan wel daarmee gelijk te stellen gebied, alsmede de beroepen van schoonheidsspecialist(e) en mani- en/of pedicure, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie, hieronder mede begrepen Bed & Breakfast;
een aanbouw c.q. een vrijstaand bijgebouw waarin één of meerdere hulpbehoevenden vanuit het oogpunt van mantelzorg gehuisvest zijn en dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, waaronder tot een capaciteit van 100 ton per dag tevens wordt begrepen co-vergisting ten behoeve van energieopwekking;
een werk, geen bouwwerk zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van het deel van het bouwperceel aangeeft dat maximaal of minimaal bebouwd mag/moet worden;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. de levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel, bedrijf of daarmee vergelijkbare voorzieningen, met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, ten behoeve van de bedrijfsbestemming van het gebouw of het terrein;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het plaatsgebonden risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening wordt gehouden;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de op het moment van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan en conform de op dat moment geldende regels aanwezige gebouwen/ oppervlakten/ gebruik of waarvoor een bouwvergunning is verleend danwel een aanvraag om bouwvergunning is ingediend die kan worden verleend;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
inrichtingen als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of horizontale balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een tent van maximaal 6 m2;
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en prostitutie;
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, evenwel met uitzondering van prostitutie;
een kap met de nokrichting haaks op de weg waaraan de woning is gelegen;
vorm van bedrijfsvoering waarbij het bedrijf uitsluitend goederen aan particulieren verhandelt door middel van contact met die particulieren dat uitsluitend verloopt via post, fax, telefoon, e-mail of internet waardoor geen handelswaren op het bedrijf worden aangeprezen en waarbij het bedrijfspand geen uitstraling heeft van een winkelpand, de goederen niet uitstalt ten verkoop, en daarmee een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met magazijn c.q. opslag van goederen ten behoeve van de op grond van de bestemming toegelaten bedrijven, met dien verstande dat goederen wel en slechts ter plekke kunnen worden afgehaald;
een publieke activiteit met een tijdelijk, plaatsgebonden en van het reguliere gebruik afwijkend karakter, plaatsvindend in de open lucht of in (tijdelijke) onderkomens en in het algemeen bedoeld ter ontspanning en/of vermaak, waaronder begrepen commerciële, culturele, religieuze, recreatieve en/of sportieve of een daarmee gelijk te stellen activiteiten, zoals markten, braderieën, beurzen, festiviteiten, wedstrijden, bijeenkomsten, e.d.;
de bouwlaag op de begane grond;
de oppervlakte van een bouwperceel binnen de bestemming "Tuin" en “Wonen”, met uitzondering van de oppervlakte van het bouwvlak;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt, waaronder mede een carport wordt verstaan;
de etmaalwaarde van het equivalente geluidniveau in dB op een bepaalde plaats, veroorzaakt door het gezamenlijke wegverkeer op een bepaald weggedeelte of een combinatie van weggedeelten;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, zorgboerderij, voorzieningen ten behoeve van verblijfsrecreatie, sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een agrarisch bedrijf waarbij hoofdzakelijk gebruik wordt gemaakt van open grond;
een waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, c.q. het Besluit geluidhinder;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken;
een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
een complementair horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag bereiden en verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals een broodjeszaak, een crêperie, een croissanterie, een eetcafé, een konditorei, een lunchroom, een pannenkoekenhuis, een patisserie, een petitrestaurant, een poffertjeszaak, een theehuis, een traiteur, een ijssalon, en/of een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het bereiden en verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een afhaalcentrum, een automatiek, een café, een café-restaurant, een cafetaria, een grillroom, een hotel-café, een hotel-café-restaurant, een restaurant, een shoarmazaak, een snackbar, en/of een naar aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf;
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
agrarisch bedrijf met een bedrijfsvoering die geheel of in overwegende mate is gericht op het houden van dieren zonder te beschikken over open grond bestemd voor de voerproductie van deze dieren, zoals rundveemesterij, varkens-, vleeskalver-, pluimvee-, pelsdier-, geiten-, - of schapenhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen, met uitzondering van grondgebonden melkveehouderij en het biologisch houden van dieren conform de Landbouwkwaliteitswet;
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel andere onderkomens of andere voertuigen, gewezen voertuigen of gedeelten daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf dan wel voor nachtverblijf van personeel, werkzaam op het kampeerterrein waar deze onderkomens of voertuigen zijn geplaatst;
een stuk grond van maximaal 100 m2 voor het plaatsen van één kampeermiddel met bijzettentjes;
een gebouw waarvan ten minste 80 % van de vloeroppervlakte wordt gebruikt voor administratieve activiteiten, inclusief daaraan gerelateerde activiteiten, zoals kantine en sanitair;
een gesloten en (overwegend) hellende bovenbeëindiging van een bouwwerk, bestaande uit ten minste één niet horizontaal vlak;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 25 kampeerplaatsen;
een bedrijfsvoering dat het kweken omvat van houtachtige en/of kruidachtige gewassen, zoals (sier) bomen, (sier)heesters, coniferen, vaste planten en één- en tweejarigen;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het plaatsgebonden risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
een kap met de nokrichting evenwijdig aan de weg waaraan de woning is gelegen;
activiteiten die gericht zijn op recreatie en ontspanning welke individueel of in groepen kunnen plaatsvinden, zoals karten, overdekt skiën en bowlen;
een dak bestaande uit één hellend dakvlak;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, zorgboerderij, voorzieningen ten behoeve van sport en sportieve recreatie en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak;
een agrarisch bedrijf waarbij in hoofdzaak geen gebruik wordt gemaakt van open grond;
de grens van een bouwperceel;
horizontaal of nagenoeg horizontaal gelegen dak;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een of meer wijzigingen op of aan een aanwezige weg, ten gevolge waarvan de geluidsbelasting vanwege de weg met 1,5 dB of meer wordt verhoogd;
een recreatief gebruik van gronden en opstallen dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
een gebouw dat naar aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;
een caravan, die als een gebouw valt aan te merken;
blok van twee aaneengebouwde woningen;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting is toegestaan;
speciaal aangelegde accommodatie al dan niet overdekt ten behoeve van verblijfsrecreatie;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de streefwaarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen, het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen en/of het Besluit geluidhinder spoorwegen;
het meest naar de zijde van de weg, waaraan de hoofdontsluiting van het perceel is gelegen, gekeerde deel van een hoofdgebouw;
een gebouw of een deel van een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één (of meerdere) huishouden(s).
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
de afstand tussen de perceelsgrens en het dichtstbijzijnde punt van een bouwwerk;
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en bijbehorende bijgebouwen de volgende bepalingen gelden:
Voor het bouwen van bedrijfswoningen de volgende bepalingen gelden:
Voor het bouwen van bijgebouwen, waaronder begrepen aan- en uitbouwen, bij een bedrijfswoning de volgende bepalingen gelden:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bepalingen gelden:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in lid 3.1 jo artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
detailhandelsbedrijven, met uitzondering van detailhandel als genoemd in de Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten (Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten) en ten behoeve van e-commerce;
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 8.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 8.1 met maximaal 10%.
Lid 8.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 8.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in lid 8.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Lid 8.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Voor zover toepassing van lid
8.4 leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruikten in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan, kan de gemeenteraad met het oog op beeïndiging op termijn van die met het bestemmingsplan strijdige situatie ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Zuideropgaande, deelplan Zuideropgaande 120.
Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van .............................................................
De voorzitter, De griffier,
...................... ................................
Notitie artikel 19 WRO, 2005 (6 december 2005) van de provincie Drenthe
Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen, SVBP 2008, d.d. 10 april 2008