direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Roswinkel, Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.Zaak64693-V701

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Door Mts. Wierenga is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het bouwen van een agrarische opslagloods/veldschuur op het adres Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32 te Roswinkel. De aanvraag heeft betrekking op de onderdelen:

  • 1. Bouwen;
  • 2. Handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening.

Gezien de groeiende omvang van het akkerbouwbedrijf in de afgelopen jaren, is het noodzakelijk de opslagcapaciteit voor gewassen en werktuigen te vergroten. Bij de hoofdvestiging van het bedrijf (Roswinkelerstraat 48) bestaan geen uitbreidingsmogelijkheden. Dit probleem speelt al langer. Om die reden heeft het bedrijf in het verleden al twee veldschuren en twee mestopslagen gerealiseerd aan het Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32. De aanvrager wenst nu op deze locatie opnieuw een nieuwe loods/veldschuur te realiseren.

De ruimtelijke- en milieutechnische inpassing van het bouwplan is geborgd. Om deze reden kan medewerking worden verleend aan de gevraagde omgevingsvergunning.

De aanvraag is genoteerd onder zaaknummer 64693 De bijbehorende verbeelding met het besluitvlak heeft nummer NL.IMRO.0114.Zaak64693-V701.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak64693-V701_0001.png"

Afbeelding 1: Locatie plangebied in omgeving (rode stip)

1.2 Planologische regeling

Het bestemmingsplan "Buitengebied Emmen" is door de raad vastgesteld op 30 mei 2013 en inmiddels inwerking getreden. De aanvraag is in strijd met de bestemming "Agrarisch met waarden - Grootschalige veenontginningen", aangezien het bouwen van een loods / veldschuur hierbinnen is uitgesloten. Door B&W is echter besloten mee te werken aan een afwijking van het bestemmingsplan.

Als procedure-vorm heeft de aanvrager gekozen voor een uitgebreide WABO procedure. Hiervoor is deze ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Bij de beoordeling omtrent medewerking aan de aanvraag zijn diverse aspecten beoordeeld en afgewogen.

Hoofdstuk 2 Huidige situatie, beleid en planologische regeling

2.1 Ligging en huidige situatie

Deze ruimtelijke onderbouwing heeft betrekking op het perceel, kadastraal bekend "Gemeente Emmen, sectie AA, nummer 977" aan de weg Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32 te Roswinkel.

De aanvraag betreft de bouw van een loods / veldschuur voor de opslag van agrarische gewassen en landbouwwerktuigen. Het perceel Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32 is gelegen ten zuiden van de weg N391 (Emmen - Ter Apel), op een centrale locatie binnen het open Veenkoloniale landschap tussen Emmer-Compascuum, Roswinkel en Nieuw-Weerdinge.

De bestaande bedrijfsbebouwing, met twee loodsen en twee mestopslagen, staat compact op het perceel. De omgeving van de bouwlocatie is zeer open. De meest nabijgelegen woning van derden (Nieuwe Schuttingkanaal OZ 36) bevindt zich op 420 m van de bouwlocatie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak64693-V701_0002.png"

Afbeelding 2: Luchtfoto omgeving. In rood indicatief het besluitvlak waarbinnen
het bouwplan zal worden gerealiseerd

2.2 Beleid en planologische regeling

2.2.1 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef

De Structuurvisie "Emmen 2020, Veelzijdigheid Troef" is op 24 september 2009 door de raad vastgesteld. Het is opgesteld als ruimtelijke vertaling van de ambities, gesteld in de Strategienota Emmen 2020.

De Structuurvisie geeft de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen weer. Tevens dient de structuurvisie om bedrijven, instellingen en andere overheden te stimuleren om passende, gewenste activiteiten en investeringen te doen die aansluiten op de weergegeven ambities en ruimtelijke mogelijkheden.

In de structuurvisie wordt de ruimtelijke structuur van 2020 geschetst aan de hand van een aantal thema's, te weten landschap, duurzaamheid, verkeer, werken, wonen, voorzieningen en veiligheid. Voor ieder thema is een hoofdkoers bepaald, deze zijn als volgt (wanneer relevant voor het plan):

Landschap
Versterken van het landschap door het koesteren van de landschappelijke openheid en de herkenbaarheid van de kanalenstructuur te vergroten.

Werken:
De koers voor de landbouw: schaalvergroting in landbouwgebieden mogelijk maken in aansluiting op het landschap.

Verder wordt binnen de structuurvisie aangegeven dat de belangrijkste uitgangspunten en ontwikkelingsprincipes voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen bestaan uit:

  • "Kwaliteit voor kwantiteit". Centraal staat een verschuiving van kwantiteit naar kwaliteit.
  • "Keuze voor een duurzame inrichting van de ruimte". Wijzigingen in de ruimtelijke opbouw worden geënt op de zogenaamde lagenbenadering;
  • "Rekening houden met de klimaatverandering".

In de Structuurvisie wordt landbouw aangewezen als drager van het landschap. In de grootschalige gebieden krijgt de landbouw voldoende mogelijkheden om op te schalen. Nieuwbouw c.q. vestiging in de als waardevol aangemerkte open ruimte is in principe alleen mogelijk indien er een ruimtelijke en economische meerwaarde is.

De Structuurvisie gaat uit van een lagenbenadering. Het grondgebied van Emmen is daarbij onderverdeeld in 4 deelgebieden. Het plangebied ligt binnen "Deelgebied A (de Monden)". Dit is het noordoostelijk, Veenkoloniale deel van de gemeente. Dit deelgebied kent een sterk agrarisch karakter. er.

2.2.2 Bestemmingsplan Buitengebied Emmen

Op 30 mei 2013 is het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied vastgesteld. Het plan is inmiddels inwerking getreden.

Binnen het bestemmingsplan heeft de bestaande bedrijfslocatie de bestemming "Agrarisch - Veldschuur 1". De omgeving, waaronder de bouwlocatie, heeft de gebiedsbestemming "Agrarisch met waarden - Grootschalige Veenontginningen".

Het bestemmingsplan kent geen mogelijkheden tot vergroting van terreinen met de bestemming "Agrarisch - Veldschuur 1". De gebiedsbestemming "Agrarisch met waarden - Grootschalige Veenontginningen" maakt geen nieuwe bedrijfsbebouwing mogelijk.

2.2.3 Omgevingsverordening Provincie Drenthe

Provinciale Staten van Drenthe hebben de Provinciale Omgevingsverordening Drenthe vastgesteld. Ten aanzien van de ontwikkelingsmogelijkheden van terreinen voor Veldschuren wordt niets bepaald.

2.2.4 Conclusie

Het plan past binnen de uitgangspunten ten aanzien van agrarische bedrijfsontwikkeling van de Structuurvisie "Gemeente Emmen 2020, Veelzijdigheid troef". Rekening dient te worden gehouden met de landschappelijke waarde van de omgeving.

Gezien de bijzondere aard van de aanvraag (uitbreiden terrein voor veldschuren), past het niet binnen de uitgangspunten van het bestemmingsplan Buitengebied Emmen:

Het provinciale omgevingsbeleid verzet zich niet tegen het plan.

De aanvrager heeft er voor gekozen om een uitgebreide WABO vergunning aan te vragen.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Algemeen

Het akkerbouwbedrijf is de laatste jaren aanzienlijk in omvang toegenomen. De maatschap Wierenga-Schuurman bezit een areaal landbouwgrond van in totaal 150 ha, waarvan ca. 100 ha direct om- en in de nabijheid van de locatie Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32. Het is noodzakelijk de opslagcapaciteit voor gewassen- en machines te vergroten. De te bouwen opslagloods (afmetingen 20 x 30 m) biedt ruimte voor de opslag van 2.500 ton aardappelen.

 

3.2 Omgeving

Historie
De bouwlocatie ligt binnen het "Roswinkeler veen". Het Roswinkeler veen is ontgonnen door middel van het grootschalige "enkel kanaal systeem". Dit betekent dat door het afgraven van het veen, het egaliseren en landbouwrijp maken van de gronden de oorspronkelijke ondergrond (veengrond) niet meer herkenbaar is.

Rond 1910 was er sprake van twee gehuchten aan de rand en op het Roswinkeler veen, te weten "Oude Schutting" en "Nieuwe Schutting". Tegelijkertijd met de grootschalige verveningen zijn deze kleinschalige akkertjes en het merendeel van de woningen verdwenen om plaats te maken voor het hedendaagse landschap van de grootschalige hoogveenontginningen.

De grootschalige ontginning van het veen vond plaats vanuit Roswinkel. Loodrecht op de Roswinkelerstraat werd langs de al bestaande Nieuwe Weg het Roswinkeler kanaal richting het veen gegraven. Loodrecht op dit kanaal werd, langs de reeds bestaande wegen, het Oude Schuttingkanaal en het Nieuwe Schuttingkanaal gegraven. Loodrecht op deze twee kanalen zijn de wijken gegraven en.

De ontginningsstructuur (water-, kavel- en wegenstructuur) tot op de dag van vandaag zeer gaaf aanwezig. De visuele karakteristieken van het Roswinkeler veen zijn ook bijzonder gaaf aanwezig. Het gebied maakt deel uit van de robuuste open ruimte van "De Monden" en kent lange zichtlijnen die zich uitstrekken vanaf de Hondsrug tot aan Roswinkel.

Bebouwing
Zoals gebruikelijk hebben, na het afgraven van het veen en ontginning tot landbouwgrond, de behuizingen van de verveners plaats gemaakt voor een beperkt aantal boerderijen. Enkele daarvan zijn in de loop der tijd uitgebreid.

3.3 Stedenbouwkundig plan

De gewenste bouwlocatie aam het Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32 is een bijzondere. Het betreft een “bedrijfserf op afstand” van de hoofd-bedrijfslocatie Roswinkelerstraat 48 te Roswinkel. Het ontstaan van het terrein heeft te maken met de zeer beperkte omvang van de locatie Roswinkelerstraat 48 en de ligging- en bereikbaarheid van de bedrijfsgronden.

Het bedrijf beschikt over een aanzienlijke oppervlakte bedrijfsgronden. De locatie Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32 ligt hier centraal binnen. Door de jaren heen zijn op het erf twee loodsen en twee mestopslagen gerealiseerd. Het geheel heeft weinig samenhang en kent landschappelijk een wat verrommelde uitstraling op de omgeving.

De aanvraag betreft de realisatie van een opslagloods van 600 m2 (20 x 30 m) naast de bestaande bedrijfsbebouwing. De nokrichting van de loods is gelijk aan de naastgelegen loodsen.

Ruimtelijk gezien is de loods op de voorgestelde wijze inpasbaar. Het bebouwingspatroon sluit aan op de bestaande bebouwing. In de hoogte en kleurstelling is afstemming gezocht op de naastgelegen loods. De maximale bouwhoogte van de loods bedraagt 7,6 m, de goothoogte 4,0 m. Tevens wordt op zo compact mogelijke wijze aangesloten op de bestaande bedrijfsbebouwing, waardoor de zichtlijnen binnen het open Veenkoloniale landschap vrijwel niet worden aangetast. De ruimte van 5 m tussen de loodsen is minimaal benodigd.

3.4 Landschappelijke inpassing

Er wordt in het kader van de aanvraag geen beplanting aan het erf toegevoegd. Aan de noordzijde van het erf is hiervoor geen ruimte. Daarbij is aan deze zijde van het erf geen sprake van veranderingen.

Aan de zuidzijde wordt geen beplanting toegevoegd, aangezien aan deze zijde in de toekomst zeer waarschijnlijk een verdere bedrijfsontwikkeling zal plaatsvinden (zie afbeelding 3). Na de realisatie van nog een loods en een bedrijfswoning zal een volwaardig grondgebonden agrarisch bouwperceel ontstaan.

Het toevoegen van een beplantingssingel direct naast de nu aangevraagde loods is belemmerend voor deze ontwikkeling.Daarentegen is het te vroeg om nu al de toekomstige situatie landschappelijk in te passen. Dit gaat namelijk een aantal jaren ten koste van normaal agrarisch gebruik van de bedrijfsgronden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0114.Zaak64693-V701_0003.png"

Afbeelding 3: Eindplan locatie Nieuwe Schuttingkanaal OZ 32 na toekomstige uitbreiding met loods en bedrijfswoning

Wanneer het eindplan in de toekomst concreet wordt, zullen nadere afspraken omtrent de landschappelijke inpassing worden gemaakt.

Hoofdstuk 4 Onderzoeken

4.1 Archeologie

Per 1 september 2007 is de Monumentenwet 1988 gewijzigd ter uitvoering van het verdrag van Malta. Het verdrag vraagt om bescherming van het archeologisch bodemarchief tegen bodemverstoringen als gevolg van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. De Monumentenwet verplicht gemeenten om bij het opstellen van nieuwe planologische regelingen rekening te houden met de te verwachten en de aanwezige archeologische waarden. Behoud van die waarden is het uitgangspunt.

Het plangebied heeft deels een lage verwachting op de op 30 mei 2013 door de raad vastgestelde archeologische beleidsadvieskaart van de gemeente Emmen. Gezien de lage verwachtingswaarde hoeft geen archeologisch inventariserend uitgevoerd te worden.

 

4.2 Ecologie

De Flora- en Faunawet is in werking getreden op 1 april 2002. Op grond van de wet geldt een algemeen verbod voor het verwijderen van beschermde plantensoorten en het beschadigen of verstoren van voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde diersoorten.

Gezien de beperkte omvang van de uitbreiding en het intensieve gebruik van de te bebouwen gronden is nader onderzoek naar de effecten op beschermde plant- en diersoorten niet noodzakelijk geacht.

4.3 Milieu

4.3.1 WABO Milieu

Voor de beoogde bedrijfsuitvoering dient een melding te worden gedaan in het kader van het Activiteitenbesluit. Voldaan wordt aan de geldende afstandseisen.

4.3.2 Geluid

De geluidbelasting is getoetst aan de 'Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (VROM, 1998). De Handreiking is opgesteld als hulpmiddel bij het voorkomen en beperken van hinder door industrielawaai.

Gelet op de aard en bedrijfsduur van de geluidrelevante activiteiten alsmede de grote afstand tot woningen van derden kan worden voldaan aan de gestelde geluidswaarden. Al het inrichtingsgebonden verkeer zal ter hoogte van relevante woningen in het heersend verkeersbeeld zijn opgenomen. De geluidbelasting ten gevolge van de indirecte hinder is daarom niet in de vergunningsvoorschriften opgenomen.

4.3.3 Externe veiligheid

Langs de weg ligt een gasleiding van de Gasunie, achter de bedrijfslocatie een gasleiding van de NAM. De loods wordt niet gebouwd binnen de belemmerende zones van de leidingen. Daarnaast wordt geen toevoeging van een kwetsbaar object ogelijk gemaakt. Het aspect externe veiligheid speelt daarom geen rol.

4.4 Waterparagraaf

Ten opzichte van de bestaande bebouwing is de uitbreiding dermate gering dat de uitbreiding geen negatieve effecten zal hebben. Voor de afvoer van hemelwater wordt aangesloten op de bestaande watersystemen.

Het waterschap Hunze en Aa's is middels de website www.dewatertoets.nl op de hoogte gebracht van het voorgenomen plan. De door het waterschap verstrekte standaard waterparagraaf is opgenomen in Bijlage 3.

Hoofdstuk 5 Maatschappelijke betrokkenheid

Op de gevraagde vergunning is de uitgebreide procedure van toepassing.

De terinzagelegging van de ontwerpbesluiten is op 20 mei 2014 gepubliceerd in de Zuidoosthoeker en de Staatscourant. Tijdens de terinzagelegging zijn geen zienswijzen ingediend.

Hoofdstuk 6 Economische uitvoerbaarheid

De planonwikkelingskosten komen geheel voor rekening van de aanvrager van de omgevingsvergunning. Daarmee is de economische uitvoerbaarheid voldoende geborgd.

Planschade wordt bij realisatie van dit plan niet verwacht. Nader planschade onderzoek is niet noodzakelijk.