Plan: | Emmer-Compascuum, Verl. Tweede Groenedijk 22 (Melkveehouderij) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2012031-0701 |
Op 2 juni 2010 is door Provinciale Staten het nieuwe omgevingsbeleid voor de komende tien jaar vastgesteld. Het omgevingsbeleid is het strategische kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe tot 2020. De Omgevingsvisie Drenthe is een integraal document waarin de voor de provincie vier wettelijke planvormen zijn samengenomen:
De Omgevingsvisie beschrijft de ruimtelijk- economische ontwikkeling van Drenthe voor de periode tot 2020. De Omgevingsvisie heeft voor de provincie een interne binding. Dit betekent dat de provincie bij de uitoefening van haar taken aan de Omgevingsvisie gebonden is. Daarnaast zijn er zaken uitgelicht die van provinciaal belang worden geacht. Deze zijn (wanneer relevant voor het plan):
Voor al deze zaken geldt dat de provincie van mening is dat het ruimtelijke belang het gemeentelijk niveau overstijgt en de provincie hier haar verantwoordelijk voor heeft. De provincie zal dan ook een standpunt innemen over het gemeentelijke ruimtelijke plan indien een van de genoemde onderwerpen in het ruimtelijke plan voorkomt.
Visiekaart
Op de "Visiekaart 2020" aangegeven aspecten in de omgeving van het plangebied:
Binnen de als "Landbouw" aangeduide gebieden wordt maximale speelruimte geboden voor de landbouw. Wel dient rekening gehouden te worden met de betrokken kernkwaliteiten. Om de milieu ruimte voor de landbouw in zijn totaliteit niet onder druk te zetten worden beperkte groeimogelijkheden geboden voor niet-grondgebonden landbouw.
De doelstelling ten aanzien van de "Proefgebieden" is gericht op nieuwe innovatieve ontwikkelingen op landbouwgebied ten aanzien van huisvesting, nieuwe teelten, verduurzaming en duurzame energie.
Kernkwaliteitenkaart
Op de Kernkwaliteitenkaart aangegeven aspecten in de omgeving van het plangebied:
Aardkundige waarden zijn natuurlijke variaties in het aardoppervlak van geomorfologische, geologische, bodemkundige en geohydrologische verschijnselen. Ze zijn kwetsbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen die met bodemingrepen gepaard gaan. Binnen de gebieden aangeduid met "Respecteren" is het de doelstelling lokale aardkundige kenmerken te waarborgen voor de toekomst.
Provinciale Staten van Drenthe hebben de Provinciale omgevingsverordening Drenthe vastgesteld.
Ten aanzien van de ontwikkelingsmogelijkheden van grondgebonden veehouderijen wordt binnen artikel 3.22 lid 1 van de Omgevingsverordening bepaalt dat een ruimtelijk plan een grondgebonden veehouderij een bouwblok van maximaal 1,5 hectare geeft, waaronder mede begrepen alle voor de bedrijfsvoering noodzakelijke voorzieningen en de landschappelijke inpassing ervan.
Art. 3.22 lid 2 bepaalt dat een ruimtelijk plan kan voorzien in een een ruimer bouwvlak, mits een dergelijke ontwikkeling landschappelijk acceptabel wordt ingepast middels een landschappelijk inpassingsplan.