direct naar inhoud van 2.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Emmer-Compascuum, Verlengde Scholtenskanaal OZ 23 (melkveehouderij)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0114.2011049-0701

2.2 Gemeentelijk beleid

2.2.1 Ruimtelijk / economisch beleid
2.2.1.1 Strategienota Emmen 2020

Met de Strategienota Emmen 2020 (september 2001) heeft de gemeente zich uitgesproken in te zetten op een moderne industriestad, een veelzijdige productiestructuur, een moderne woningvoorraad en een aantrekkelijk woon- en leefklimaat.

2.2.1.2 Structuurvisie gemeente Emmen 2020, veelzijdigheid troef

De Structuurvisie 2020 is de ruimtelijke vertaling van de gemeentelijke ambities en doelen. De Structuurvisie is in 2009 vastgesteld door de raad. Aangegeven wordt dat de belangrijkste uitgangspunten en ontwikkelingsprincipes voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Emmen bestaan uit:

  • Kwaliteit voor kwantiteit. Centraal staat een verschuiving van kwantiteit naar kwaliteit. Verbetering van de kwaliteit van de bestaande omgeving wordt relatief belangrijker geacht dan een functionele uitbreiding;
  • Keuze voor een duurzame inrichting van de ruimte. Wijzigingen in de ruimtelijke opbouw worden geënt op de zogenaamde lagenbenadering;
  • Rekening houden met de klimaatverandering.

In de Structuurvisie wordt landbouw aangewezen als drager van het landschap. In de grootschalige gebieden krijgt de landbouw voldoende mogelijkheden om op te schalen. Aandachtspunt is de inpassing van grotere agrarische bedrijven in het landelijk gebied. Nieuwbouw c.q. vestiging in de als waardevol aangemerkte open ruimte is in principe alleen mogelijk indien er een ruimtelijke en economische meerwaarde is.

De Structuurvisie gaat uit van een lagenbenadering. Het grondgebied van Emmen is daarbij onderverdeeld in 4 deelgebieden;

  • A. Deelgebied A (de Monden): Dit is het noordoostelijk, Veenkoloniale deel van de gemeente. Dit deelgebied kent een sterk agrarisch karakter;
  • B. Deelgebied B: De kern Emmen en de directe omgeving. Dit is het uitloopgebied van de stad. Grootschalige landbouw is in dit gebied minder wenselijk.
  • C. Deelgebied C: Dit deelgebied ligt ten zuiden van de A37 en kan getypeerd worden als ontwikkelingsgebied voor bedrijven, glastuinbouw en grootschalige landbouw.
  • D. Deelgebied D: Dit is de zuidrand van de gemeente die zich kenmerkt door kleinschalig landschap met veel grasland en de aanwezigheid van natuurwaarden (Bargerveen, Schoonebeekerdiep). Landbouw gaat hier samen met recreatie, natuur en landelijk wonen."

Het gebied van dit bestemmingsplan valt in deelgebied A. Het heeft aantoonbare ruimtelijke- en economische meerwaarde voor de gemeente.

2.2.1.3 Beleidsnotitie Serrestallen

De gemeente heeft een Beleidsnotitie Serrestallen opgesteld. De beleidsnotitie is op 29 april 2010 vastgesteld door de raad. Een foliestal is te vergelijken met een serrestal zodat dezelfde beleidsnotitie hierop van toepassing kan worden verklaard. Beide soorten stallen hebben een afwijkende goothoogte van 5.5 meter. Een serrestal bestaat uit tunnelframes met boogvormige daken, een foliestal bestaat uit tunnelframes met puntvormige daken.

In de Landbouwnota en de Nota van Uitgangspunten bestemmingsplan Buitengebied Emmen is beschreven dat gestreefd wordt naar een concurrerende en duurzame landbouw in Emmen. De gemeente Emmen ondersteunt de agrarische ondernemers in hun ontwikkelingen. In het ruimtelijke ordeningsbeleid kan de gemeente de ruimtelijke randvoorwaarden scheppen voor nieuwe ontwikkelingen. Daarbij is de afstemming tussen de functies landbouw en landschap belangrijk.

Gezien het feit dat binnen de gemeente gestreefd wordt naar een concurrerende en duurzame landbouw en de gemeente agrarische ondernemers wil ondersteunen in hun ontwikkelingen, is het niet wenselijk om het bouwen van serrestallen uit te sluiten. Gezien het gegeven dat serrestallen zich niet al te gemakkelijk in het landschap voegen, is het wel noodzakelijk om als gemeente landschappelijk en stedenbouwkundig een afweging te maken.

Afweging vindt plaats aan de omgeving (aanwezige lokale landschappelijke- en cultuurhistorische en natuurlijke kenmerken, de milieuwetgeving, mogelijke onevenredige aantasting van de leefbaarheid en gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

Voor de inrichting van het perceel zelf blijven de nadere eisen uit de vigerende bestemmingsplannen van toepassing (zoals concentratie bebouwing, diepte-breedte verhouding bouwperceel, nokrichting van gebouwen). Daarbij geldt tevens dat de situering van de serrestal op het perceel zodanig moet plaatsvinden dat het zo weinig mogelijk als hoofdgebouw wordt waargenomen en waarbij rekening wordt gehouden met eventuele toekomstige uitbreidingen van het bedrijf. Serrestallen respecteren daarbij de bestaande erfstructuur.

Aanvragen voor serrestallen dienen vergezeld te gaan van een erfinrichtingsplan met een beplantingsvoorstel. Een voorwaarde voor medewerking is dat lichthinder op de omgeving wordt voorkomen.

2.2.2 Recreatiebeleid

In juni 2007 is de kadernota Kampeerbeleid gemeente Emmen vastgesteld. Deze kadernota geeft aan hoe de gemeente Emmen aan zijn eigen kampeerbeleid invulling geeft na intrekking van de Wet op de Openluchtrecreatie (WOR). De kadernota vormt de basis voor het formuleren van voorwaarden en regels binnen relevante bestemmingsplannen en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

Als uitwerking op de kadernota Kampeerbeleid heeft de gemeente Emmen het facet-bestemmingsplan "Kleinschalig kamperen gemeente Emmen" opgesteld. In dit facet-bestemmingsplan zijn bepalingen opgenomen ten gunste van kleinschalig kamperen. In dit bestemmingsplan is geen camping gevestigd waar kleinschalig wordt gekampeerd. Wel kan een camping gerealiseerd worden via een in het bestemmingsplan opgenomen afwijkingsmogelijkheid. De bepaling uit het facet-bestemmingsplan zijn één op één opgenomen in dit bestemmingsplan.

2.2.3 Welstandsbeleid / beeldkwaliteitsplan

Gelijktijdig met de ontwikkeling van de beleidsnotitie Serrestallen wordt een Beeldkwaliteitplan Serrestallen gemaakt. Het beeldkwaliteitplan is gelijktijdig met de beleidsnotitie Serrestallen op 29 april 2010 door de raad vastgesteld.