68.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - NAM leiding (boven- en ondergronds) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
-
a. de aanleg, het gebruiken en in stand houden van een onder- of bovengronds transportleidingenstelsel van buizen en/of kabels bestemd voor de transport van vloeistoffen en/of gas, stoom, elektriciteit, signaal of anderszins ten behoeve van de oliewinning;
-
b. verhardingen;
met bijbehorende:
-
c. gebouwen en andere bouwwerken;
68.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
68.3.1 Verboden werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen, verbreden, of verharden van wegen, paden, banen of parkeergelegenheden;
-
b. het aanbrengen van overige oppervlakteverhardingen;
-
c. het aanleggen, verbreden, verdiepen, en dempen van sloten, wijken en andere wateren;
-
d. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
-
e. het permanent opslaan van goederen;
-
f. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, ontginnen en ophogen;
-
g. het aanleggen van kabels en leidingen, anders dan ten dienste van de bestemming;
68.3.2 Toegestane werkzaamheden
Het verbod als bedoeld in artikel 68.3.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
-
a. noodzakelijk zijn in verband met het op de bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond;
-
b. al in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
-
c. mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning.
-
d. die verband houden met de aanleg van de betreffende leiding;
68.3.3 Combinaties
Voor zover voor meerdere werken en/of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
68.3.4 Toetsingscriteria
Bij de afweging omtrent verlening van de vergunning wordt de landschappelijke waarde, zoals weergegeven in Bijlage 2 van de planregels "De Gemeente Emmen in het perspectief van het landschap" betrokken.
68.3.5 Voorwaarden
-
a. De in artikel 68.3.1 bedoelde vergunning wordt niet verleend indien het werk of de werkzaamheid plaatsvindt met het oog op het ontwikkelen of versterken van natuurwaarden in een nieuw natuurgebied en door de uitvoering op directe of indirecte wijze aantoonbare afbreuk wordt of zou worden gedaan aan de agrarische bedrijfsvoering op aangrenzende of nabijgelegen percelen, dan wel aantoonbare schade of nadeel aan nabijgelegen agrarische bedrijven en/of de landbouwfunctie wordt of zou worden gedaan.
-
b. De in artikel 68.3.1 genoemde vergunning kan worden verleend indien de betreffende werken en/of werkzaamheden niet strijdig zijn met de belangen en de veiligheid van de leiding.
-
c. De in artikel 68.3.1 genoemde vergunning kan niet eerder worden verleend dan nadat de leidingbeheerder schriftelijk advies heeft uitgebracht.
68.3.6 Weigering
De in artikel 68.3.1 bedoelde vergunning wordt in ieder geval geweigerd wanneer de voorgenomen werken, of werkzaamheden de waarden van een gebied zodanig zullen aantasten of de mogelijkheden tot herstel daarvan zodanig zullen verkleinen, dat dit niet door het stellen van voorwaarden aan de vergunning kan worden voorkomen.