Plan: | Emmen, De Ark |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2009060-0701 |
De voor Waarde - Archeologie waardevolgebied aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Voor het bebouwen van de in artikel 19.1 genoemde gronden gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en Wethouders kunnen me een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Alvorens tot onderzoek over te gaan wordt een archeoloog in dienst van de gemeente of hiermee gelijk te stellen archeologische deskundige en een provinciaal archeoloog,om advies worden gevraagd omtrent de noodzaak tot onderzoek, indien deze schriftelijk heeft verklaard dat een onderzoek niet noodzakelijk is vervalt de verplichting tot onderzoek zoals gesteld in artikel 19.3.1 onder b;
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 19.4.1 is niet van toepassing op werken en / of werkzaamheden die:
mogen worden uitgevoerd krachtens een al verleende vergunning.
Voor zover voor meerdere werken en / of werkzaamheden vergunningen worden gevraagd en deze in één (inrichtings)plan zijn ondergebracht, wordt dit plan in zijn geheel in de beoordeling betrokken.
De in artikel 19.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt niet eerder verleend dan dat:
Voor zover de in artikel 19.4.1 genoemde werken en werkzaamheden dan wel de directe of indirecte gevolgen van deze werken en werkzaamheden kunnen leiden tot een verstoring van archeologisch materiaal, kan de vergunning alleen worden verleend, indien aan de vergunning de volgende voorschriften worden verbonden:
Alvorens tot onderzoek over te gaan kan een archeoloog in dienst van de gemeente, een provinciaal archeoloog, of hiermee gelijk te stellen archeologische deskundige advies worden gevraagd omtrent de noodzaak tot onderzoek, indien deze schriftelijk verklaard dat een onderzoek niet noodzakelijk is vervalt de verplichting tot onderzoek als bedoeld in artikel 19.4.4
De in artikel 19.4.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt in ieder geval geweigerd wanneer:
Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening: