Plan: | Nieuw-Dordrecht |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0114.2009047-0702 |
Nieuw-Dordrecht ligt op de zuidoostelijke uitloper van de Hondsrug (zie bodemkaart). Deze zandrug (Code Hn) was oorspronkelijk aan de oost- zuid en westzijde omgeven door veen (Code V).
Ten oosten van Vastenow en de Klazienaveensestraat ligt een voedselrijke keileemrug waarvan de (dikke) leemlaag tussen de 40cm en 120cm diep ligt. De keileemrug is tot op de dag van vandaag nog zichtbaar. Vanaf de Veldweg is in noordoostelijke richting het hoogteverschil van rond de twee meter goed te zien. Bijzonder detail is dat ten zuiden van de sportvelden nog een restant van één van de twee dobbes aanwezig is. Op de bodemkaart zijn deze kleine ronde of ovale terreindepressies als blauw gearceerde rondjes weergegeven.
Figuur 4.1: Bodemkaart Nieuw-Dordrecht en omgeving
Al in de Steentijd was sprake van menselijke activiteit in de omgeving waar nu Nieuw-Dordrecht ligt. Het meest opvallend is de houten weg die in het veen tussen de huidige Veldweg en de Heerenstreek tot aan het Karrepad (het verlengde van de Heerenstreek) is aangetroffen. Deze weg van ongeveer één kilometer lengte dateert uit omstreeks 2600 v. Chr en is daarmee de oudste (houten) weg van Nederland.
Figuur 4.2: Historische veenweg (Bron: J.J. Brands, Waar eens de boekweit bloeide)
Uit het jaarringenonderzoek van de eiken van de veenweg is bekend geworden dat tot ongeveer 3800 v Chr. het gebied dicht bebost was. Afhankelijk van de bodem kwamen verschillende boomsoorten voor. Nadat de eerste landbouwers zich omstreeks 3800 v Chr. vestigden, zijn deze bossen in verschillende periodes, maar uiteindelijk vrijwel volledig, gekapt. Omstreeks 2900 v Chr. was circa 90% van de zandrug en keileemschol, met een totaal oppervlakte van ca. 350ha, ontbost (Bron: J.J. Brands, Waar eens de boekweit bloeide).
Figuur 4.3: Bossituatie rond 3800 voor Christus (bron: J.J. Brands, Waar eens de boekweit bloeide )
Hoewel al in de Steentijd sprake was van menselijk ingrijpen in het gebied, is voor het ontstaan van het huidige Nieuw-Dordrecht vooral ontwikkelingen van het omringende veen cruciaal geweest. Oorspronkelijk behoorde Nieuw-Dordrecht en het veen zowel ten oosten als ten westen van het dorp toe aan de markegenoten van Noord- en Zuidbarge.
Figuur 4.4: Topografische kaart 1867
Eind 1853 kocht de in Dordrecht opgerichte maatschappij De Drentsche Veen- en Middenkanaal Maatschappij (DVMKM) zowel het veencomplex aan de westzijde, het 'Oosterveen', als een complex aan de oostzijde van het dorp, het 'Smeulveen' van de markegenoten. In 1852 hadden de initiatiefnemers van de DVMKM al een concessie gekregen tot het graven van een kanaal, bij de opening Oranjekanaal gedoopt. Het was de bedoeling dat het Oranjekanaal langs het Oosterveen zou lopen, terwijl vanuit het kanaal, via Nieuw-Dordrecht, een zijtak naar het Smeulveen zou worden gegraven. Als vergoeding voor het graven van het kanaal en de aanleg van een weg stonden de markegenoten een strook grond ter breedte van 40m af aan de DVMKM, vroeger de kanaallinie genoemd, alsmede een strook grond van 400m breed.
In 1858 was de aanleg van het kanaal gevorderd tot het huidige Oranjedorp. Het bleek echter dat alleen het Oosterveen geschikt was om op het kanaal te draineren. Het Smeulveen had namelijk een veel lagere ondergrond dan verwacht en dat vereiste dus ook een veel lager kanaalpeil. Dit zou betekenen dat er of een dieper en dus nog kostbaarder kanaal moest worden gegraven of dat er op een afstand van 5km maar liefst 3 sluizen moesten worden gebouwd. De DVMKM was daartoe niet bereid en besloot tot een goedkopere oplossing namelijk een sluis bij Westenesch. Het Smeulveen kon dan via een 'omweg' vanuit het zuiden worden bereikt. Het kanaal door Nieuw-Dordrecht is dus niet aangelegd.
De 400m brede strook ten noorden van de kanaallinie werd door de DVMKM in opstrekkende plaatsjes verdeeld waarop woningen voor de arbeiders en kleine boeren werden gebouwd. De bewoners van de huizen van de maatschappij waren werkzaam voor deze onderneming of bewerkten veenpercelen die de maatschappij verhuurde ten behoeve van de boekweitteelt. De maatschappij handelde namelijk ook in boekweit. Zo ontwikkelde zich langs de linie, de verbindingsstrook tussen het Oosterveen en het Smeulveen, de nederzetting Nieuw-Dordrecht, ook wel Heeren Dordt genoemd. Hoewel het kanaal nooit is gegraven is tot op de dag van vandaag het profiel van de Oranjedorpstraat en de Herenstreek zo breed dat het lijkt alsof er in het verleden een kanaal heeft gelegen.
Naast de verkoop van de strook Heeren Dordt aan DVMKM werd ook een noordwest - zuidoost gelegen strook onder de markegenoten verdeeld. Op 27 augustus 1856 werd de strook die op een zandrug tussen het Oosterveen en Smeulveen lag onder de Barger boeren in plaatsjes verdeeld. Het betrof een zand- en veengebied van ongeveer 225ha groot dat door zijn geringe dikte niet voor grootschalige vervening in aanmerking kwam (Bron; J.J. Brands, Waar eens de boekweit bloeide). Dit was het officiële begin van Vastenow, ook wel Boeren Dordt genoemd.
Al voor de verdeling liep er een pad door het gebied dat slingerde door het landschap. Bij de verdeling werd Vastenow rechtgetrokken en kwam de weg loodrecht op Heeren Dordt te staan. Echter, al vòòr de verdeling hadden enkele inwoners al een kleine woning gebouwd langs het slingerende pad. Dit is de reden dat er tot op de dag van vandaag nog enkele woningen ver van de straat af staan.
De eerste bewoners langs Vastenow waren vaak knechten van de Barger boeren die de verdeelde plaatsen huurden en er boekweit en later aardappelen, rogge en zwarte haver op verbouwden. Her en der was de grond ook als weide in gebruik. In het veen achter hun percelen werd huisbrandturf gestoken. Doordat de kanalisatie en vervening bij Nieuw-Dordrecht niet plaatsvond, bleef het lang een nederzetting van kleine landbouwers.
Figuur 4.5: Topografische kaart 1912: Groen eiland in een open landschap
Oorspronkelijk was er dus een onderscheid tussen Nieuw-Dordrecht en Vastenow. Tot Vastenow rekende men het huidige Vastenow en alles wat verder in zuidoostelijke en zuidwestelijke richting lag. Onder Nieuw-Dordrecht verstond men de Oranjedorpstraat, de Heerenstraat aan beide zijden en alles wat daar ten oosten van lag. (Bron: J. Brands, Waar eens de boekweit bloeide). Ten noorden van de begraafplaats c.q. Veldweg lag het Oosterveld. Het Oosterveld kent dan ook een andere verkavelingsrichting als de toenmalige Heeren Dordt.
Figuur 4.6: Topografische kaart 1935: Kanaallinie is gedeeltelijk een brede groenstrook
In de eerste jaren ontwikkelde het dorp zich vrij snel. In 1856 had het dorp 150 inwoners. In 1859 was dit aantal meer dan verdubbeld tot 311. Deze ontwikkeling zette zich echter niet voort en bestond de bebouwing uit linten langs de huidige Oranjedorpstraat, Herenstreek, Vastenow en in mindere mate de Klazienaveensestraat. Vooral aan de zuidzijde van de Oranjedorpstraat vond verdichting van het lint plaats. Ook de beplanting was geconcentreerd langs deze wegen. Tot 1935 kende ook een deel van de Herenstreek een brede groenstrook met twee wegen. Deze was vergelijkbaar met de huidige groenstrook langs de Oranjedorpstraat. Alle linten hadden een groen karakter dankzij de wegbegeleidende bomenrij(en) en de erfbeplanting.
Figuur 4.7: Topografische kaart 1954 : Eerste dorpsuitbreiding buiten lint, verdere uitbreiding in noordwestelijke richting
Pas na WOII wordt de eerste dorpsuitbreiding achter de historische linten gerealiseerd en wel in het noordwesten bij de huidige Sportweg en Mr Koehoornstraat (zie kaart 1954). In eerste instantie breidt het dorp alleen in het noordwestelijke deel uit.
De kaart van 1975 laat de eerste uitbreiding in zuidelijke richting zien en wel in het gedeelte tussen de Oranjedorpstraat en Vastenow. Nadien is het dorp vooral in dit gedeelte gegroeid. Na 1965 is er een sportterrein langs de Veldweg aangelegd. In de periode 1965 - 1975 is ook het landschap ten oosten van het dorp sterk verdicht door de aanleg van het Oosterbos.
Tot op de dag van vandaag heeft er geen woningbouw plaatsgevonden achter de linten aan de oostzijde van zowel Vastenow als de Klazienaveensestraat. Ten noorden van het dorp, in het Oosterveld, heeft een verdichting van het lint plaatsgevonden.
Figuur 4.8: Topografische kaart 1975: Eerste dorpsuitbreiding in zuidwestelijke richting
Figuur 34.9: Topografische kaart 2005 : Huidige situatie
Hoewel het landschap rondom Nieuw-Dordrecht in de loop der tijd is veranderd, is de karakteristieke ontginningsvorm en begrenzing behouden. In 1900 was het huidige Nieuw-Dordrecht een groen 'eiland' op de zandrug in een verder open veenlandschap. Hoewel door de aanleg van het Oosterbos de oostzijde van dit 'eiland' is verdicht, is de zo karakteristieke ontginningslijn, de 'knik', tot op de dag van vandaag nog goed herkenbaar. Ten westen van het dorp is het voormalige open veengebied, het Oosterveen, getransformeerd tot het bedrijventerrein Bargermeer en het in aanleg zijnde Bedrijvenpark A37. Het zandpad op de voormalige oostgrens van het Oosterveen is verworden tot de provinciale weg N862.
Collectie Brands
In de boerderij van Jans Brands is een omvangrijke privé-verzameling ondergebracht over de Drentse geschiedenis die openstaat voor bezoek. Het is de bedoeling om de collectie op een verantwoorde manier onder te brengen in een nieuw gebouw op de locatie. De provincie Drenthe, de gemeente Emmen en de Europese Unie hebben hiervoor inmiddels middelen ter beschikking gesteld.