In deze regels wordt verstaan onder:
1.1 plan:
het bestemmingsplan Kernen, Aelderstraat 65, met identificatienummer NL.IMRO.0109.005BP00010-0003, van de gemeente Coevorden;
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met de bijbehorende regels met bijlagen;
1.3 Aan huis gebonden beroep en bedrijf:
een dienstverlenend beroep en/of bedrijf dat op kleine schaal inpandig in een woning en/of daarbij behorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
1.4 Aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 Aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 Aanpijling
een op de plankaart blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
1.7 Agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen (niet zijnde: houtteelt, boomfruitteelt, een gebruiksgerichte paardenhouderij en een kwekerij) en/of het houden van dieren, niet zijnde: een glastuinbouwbedrijf;
1.8 Ambachtelijk bedrijf
een bedrijf waar overwegend door middel van handwerk producten worden vervaardigd, bewerkt, onderhouden of hersteld;
1.9 Archeologische waarde
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
1.10 Bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.11 Bebouwingsbeeld
de visuele waarden van het totaal aan bebouwing en de bebouwing in het landschap;
1.12 Bed en breakfast
een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt, met maximaal zes kamers en maximaal 10 personen, die in beginsel deel uitmaakt van het hoofdgebouw en onder omstandigheden in een bijgebouw mag worden gerealiseerd, zonder dat sprake is van een permanente woonsituatie;
1.13 Productiegebonden bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.14 Bedrijfsgebouw
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.15 Bedrijfsmatige exploitatie
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie, dat in de regels aangegeven recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;
1.16 Bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis gebonden beroep, voor detailhandel en/of verkoop van (ter plaatse geproduceerde) producten, dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, bestaand of vergund op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
1.17 Bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts is bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse of het terrein, noodzakelijk is;
1.18 Beeldbepalend object
Gebouw of object met esthetische kwaliteit, dat opvalt in zijn omgeving of nadrukkelijk het beeld van de omgeving bepaalt, bijvoorbeeld vanwege zijn stedenbouwkundige en/of cultuurhistorische waarde;
1.19 Beeldkwaliteit
Beeldkwaliteit is het samenstel van de beoordeling van:
- De plaats van de bebouwing (in het verleden en nu);
- De maten en verhoudingen van de gebouwen (in het verleden en nu);
- Het ritme of patroon van de bebouwing langs de weg (in het verleden en nu);
- De beplanting, langs de openbare weg en op de particuliere gronden;
- Het materiaalgebruik voor de bebouwing en de straat;
- Het functioneren van de bebouwing;
- Kenmerkende objecten (een molen, kerk, bos, houtwal, kunst e.d.);
- De staat van verzorging van de omgeving (detaillering en onderhoud van gebouwen, weg- en bermonderhoud, verlichting e.d.); abiotische omgeving, patronen, structuren
1.20 Beeldkwaliteitsplan
Geformuleerde en toetsbare beeldkwaliteiten opgenomen in een als zodanig door de raad vastgesteld document (beeldkwaliteitsplan), welke als bijlage(n) bij deze regels is/zijn gevoegd, danwel een later door de raad vast te stellen beeldkwaliteitsplan;
1.21 Beheer- en dienstgebouwen
gebouwen ten dienste van verblijfsrecreatieve voorzieningen, waaronder een receptiegebouw, kampwinkel, toiletgebouw en dagverblijfgebouwen;
1.22 Belemmeringenstrook
strook ook wel zakelijk recht strook genoemd - die is gereserveerd voor werkzaamheden van de leidingexploitant aan de buisleiding of hoogspanningsverbinding;
1.23 Beperkt kwetsbaar object
beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.24 Beschermd stads- of dorpsgezicht
door het Rijk aangewezen gebied, als bedoeld in artikel 1, onder g, van de Monumentenwet 1988, zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van de Erfgoedwet, waarvan de waardevolle karakteristiek omschreven is in de toelichting bij het aanwijzingsbesluit;
1.25 Bestaand
bestaand en legaal aanwezig of vergund op de dag van terinzagelegging van het vastgesteld van het bestemmingsplan, te weten PM;
1.26 Bestaande bebouwing
bebouwing die op het tijdstip van terinzagelegging van het vastgesteld van dit plan bestond of in uitvoering was, dan wel gebouwd is of gebouwd kan worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
1.27 Bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.28 Bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.29 Bevi-inrichting
een inrichting waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is;
1.30 Bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.31 Bijzondere woonvorm
een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven;
1.32 Bodemingreep
werken en werkzaamheden aan/in de bodem waarvan mag worden aangenomen dat zij de cultuurhistorische waarde kunnen aantasten;
1.33 Bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een woonwagenstandplaats;
1.34 Bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.35 Bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback;
1.36 Bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.37 Bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.38 Bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.39 Bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
1.40 Bruto vloeroppervlak van een gebouw
de som van de vloeroppervlaktes van alle tot het gebouw behorende binnenruimten. De oppervlakte van buitenruimten als loggia's, balkons, niet gesloten galerijen, dakterrassen en dergelijke worden hier niet tot berekent;
1.41 Cafetaria / snackbar
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van voor consumptie bereide etenswaren, met als nevenactiviteit het verstrekken van zwak- en niet-alcoholische dranken;
1.42 Camper / kampeerauto
een motorvoertuig waarin voorzieningen zijn getroffen voor recreatief (nacht) verblijf;
1.43 Caravan
een verplaatsbaar recreatieverblijf op wielen, dat met behulp van een trekhaak achter een auto kan worden bevestigd;
1.44 Chalet:
een niet-zelfstandig verrijdbaar bouwwerk, bestaande uit hout of kunststof, zonder wielas en vaste verankering in de grond, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf en niet als kampeermiddel valt aan te merken;
1.45 Consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik;
1.46 Cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.47 Dagrecreatie
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen voor ontspanning of vrijetijdsbesteding op een bepaalde plaats zonder overnachtingsmogelijkheden;
1.48 Dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen zoals picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden, speeltuinen en banken;
1.49 Dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.50 Detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. Met uitzondering van de opslag en verkoop van (consumenten) vuurwerk;
1.51 Dienstverlenend bedrijf
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.52 Diepploegen
grondbewerking dieper dan 0,3 m;
1.53 Discotheek
een gebouw, waarin de bedrijfsuitoefening hoofdzakelijk is gericht op het bieden van gelegenheid tot dansen op muziek en het serveren van al dan niet alcoholhoudende dranken;
1.54 Ecologische waarden
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
1.55 Educatief medegebruik
medegebruik gericht op (de overdracht van) kennis;
1.56 Equivalent geluidsniveau
het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Het energetisch gemiddelde wordt berekend volgens de methode zoals omschreven in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (1999);
1.57 Etmaalwaarde
de hoogste van de volgende twee waarden van het equivalente geluidsniveau:
- de waarde over de periode 07.00-19.00 uur (dag);
- de met 5 dB(A) verhoogde waarde over de periode 19.00-23.00 uur (avond);
1.58 Erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
1.59 Evenement
een voor publiek toegankelijke, al dan niet periodieke en/of meerdaagse manifestatie, zoals sportmanifestatie, concert, bijeenkomst, voorstelling, show, tentoonstelling en thematische markt, waarvoor ingevolge regelgeving een melding moet worden gedaan dan wel vergunning of ontheffing moet worden aangevraagd en verleend;
1.60 Garage
een gebouw voor het stallen van een personenauto. Niet zijnde garagebedrijf;
1.61 Gastouderopvang
een vorm van kinderopvang waarbij de opvang plaatsvindt op het woonadres van de gastouder, met dien verstande dat op dit adres niet meer dan een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd, bestaande uit de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen (inclusief eigen kinderen van 0-13 jaar) en verder zoals bepaald in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
1.62 Gebouw
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.63 Gebruiken
het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;
1.64 Gebruiksgerichte paardenhouderij
een bedrijfsmatige paardenhouderij die is gericht op het africhten van paarden, het bieden van stalruimte voor paarden, het trainen van paarden en uitbrengen in de sport, verlenen van diensten met behulp van paarden en/of de in- en verkoop van paarden, niet zijnde een manege;
1.65 Geluidsgevoelige functies
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
1.66 Geluidsbelasting
etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats;
1.67 Geluidsruimte
equivalent geluidvermogen in dB(A)/m2;
1.68 Geluidszone
geluidzone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder;
1.69 Geluidszoneringsplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.70 Gevaarlijke stoffen
ontplofbare stoffen en voorwerpen, samengeperste, vloeibaar gemaakte of onder druk opgeloste gassen, brandbare vloeistoffen, brandbare vaste stoffen, voor zelfontbranding vatbare stoffen, stoffen die bij aanraking met water brandbare gassen ontwikkelen, stoffen die de verbranding bevorderen, organische peroxiden, giftige stoffen, infectueuze stoffen, bijtende stoffen en/of andere stoffen die voor de mens of het milieu gevaarlijk kunnen zijn; een en ander indien en voor zover zij zijn aangewezen krachtens artikel 3 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;
1.71 Groepsaccomodatie
een gebouw, geen appartement, motel of pension zijnde, dat blijkens zijn indeling geschikt is om en bestemd is voor een groep of groepen te dienen als recreatief verblijf;
1.72 Grenswaarde
de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;
1.73 Grondgebonden agrarisch bedrijf
- een veehouderij met een bedrijfsvoering waarbij in overwegende mate ruwvoer van eigen land wordt betrokken en mest in overwegende mate op eigen land wordt afgezet, waarbij onder eigen land wordt verstaan land dat in eigendom is, gepacht of gehuurd is of om niet wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfsvoering, en/of;
- een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf;
1.74 Hobbymatig agrarisch gebruik
het uitoefenen van agrarische of natuurgerichte activiteiten die bijdragen aan het beheer van het landschap, maar niet als volwaardig, reëel of deeltijd agrarisch bedrijf aangemerkt kunnen worden.
1.75 Hogere waarde
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder;
1.76 Hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. Indien het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel een bedrijfswoning aanwezig is, wordt voor de toepassing van het bepaalde over bijbehorende bouwwerken, de bedrijfswoning als hoofdgebouw aangemerkt;
1.77 Horecabedrijf
een bedrijf dat is gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel of dranken en/of het exploiteren van een zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek en partycentrum;
1.78 Hotelkamerhuisje
een gebouw van beperkte omvang met de voorzieningen van een hotelkamer - zonder kookgelegenheid - bestemd voor recreatief verblijf;
1.79 Huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften. In het geval van twee of meer personen moet er sprake zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding;
1.80 Industrieterrein
een industrieterrein als bedoeld in de Wet geluidhinder;
1.81 Kampeermiddel
- een tent, een tentwagen, een camper, een kampeerauto of caravan;
- enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde, en niet zijnde een stacaravan;
dat geheel of ten dele kan worden gebruikt voor recreatief dag- en/of nachtverblijf;
1.82 Kampeerterrein
een terrein ter beschikking gesteld voor het plaatsen, dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
1.83 Kantoor
ruimte voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek rechtstreeks te woord kan worden gestaan en geholpen;
1.84 Kap
een dakafdekking onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak;
1.85 Kas
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal;
1.86 Kinderopvang
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop voortgezet onderwijs voor de kinderen begint;
1.87 Kleinschalig kamperen
verblijfsrecreatie op een agrarisch bouwperceel of op een woonperceel voor ten minste 5.000 m², in de vorm van een kampeerterrein van maximaal 25 kampeermiddelen;
1.88 Kwetsbaar object
kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.89 Kwekerij
een (agrarisch) bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van beplantingsgewassen zoals bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen en overige sierheesters, een en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel containerteelt;
1.90 Kunstobject
een bouwwerk bestemd ter voortbrenging van de beeldende kunsten;
1.91 Landbouwinrichting
een inrichting waar uitsluitend of in hoofdzaak agrarische activiteiten, zijnde het telen of kweken van landbouwgewassen of het fokken, mesten, houden of verhandelen van landbouwhuisdieren, dan wel activiteiten die daarmee verband houden worden verricht;
1.92 Landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
1.93 Landschapselementen
elementen in het landschap die bepalend zijn voor de kernkwaliteit van een gebied;
1.94 Loonbedrijf
een bedrijf, gericht op het verrichten en leveren van diensten en de daarbij behorende producten aan agrarische bedrijven (agrarisch loonwerk), alsmede het verrichten van cultuurtechnische werkzaamheden en grondverzetwerkzaamheden;
1.95 LPG-doorzet
de afzet van lpg in m³ per jaar;
1.96 Maaiveld
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
1.97 Maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociale, culturele, levensbeschouwelijke, recreatieve, verzorgende, medische en/of overheidsfuncties, met ondergeschikte detailhandel en/of horeca ten dienste van deze voorzieningen;
1.98 Manege
bedrijfsactiviteiten met een publieksgericht karakter, die zijn gericht op het bieden van gelegenheid tot het berijden en verzorgen van paarden en pony's (waaronder het lesgeven, de verhuur van paarden en pony's en het organiseren van wedstrijden en/of andere hippische evenementen), alsook ondergeschikte horeca, ten dienste van deze activiteiten;
1.99 Mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.100 Natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
1.101 Natweer onderkomen
een gebouw bestemd voor het realiseren van een kleinschalige voorziening voor uitsluitend de gasten van een terrein voor kleinschalig kamperen, niet zijnde een op de horeca gerichte voorziening als in de Drank- en Horecawet;
1.102 Normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
1.103 Nutsvoorzieningen
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten;
1.104 Omgevingsvergunning
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.105 Overheidsvoorzieningen
kantoren met vergaderaccomodaties, ontvangsruimten, enz. ten behoeve van een of meerdere overheidsorganen;
1.106 Overkapping
elk voor mensen toegankelijk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand;
1.107 Paardrijbak
Niet-overdekte piste voorzien van een bewerkte/aangepaste bodem en eventuele omheining waar naast trainingen africhting van het paard eveneens toetsing van prestaties van de combinatie paard en ruiter in diverse disciplines kan plaatsvinden;
1.108 Pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.109 Peil
- peil gebouw: de hoogte van de afgewerkte vloer ter plaatse van de hoofdtoegang;
- peil bouwwerk, geen gebouw zijnde: de hoogte ter plaatse van het gemiddelde afgewerkte terrein;
- voor een woonboot: de waterspiegel rondom de woonboot;
1.110 Permanente bewoning
het gebruik van een ruimte als hoofdverblijf;
1.111 Productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.112 Productiegerichte paardenhouderij
een paardenhouderij waar uitsluitend of in hoofdzaak handelingen aan en/of met paarden worden verricht die primair gericht zijn op het voortbrengen, africhten, trainen en verhandelen van paarden;
1.113 Professioneel vuurwerk
vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk;
1.114 Prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.115 Recreatiebedrijf
een bedrijf ten behoeve van het organiseren van dagrecreatieve evenementen dan wel het verhuren van middelen ten behoeve van dagrecreatieve evenementen met bijbehorende opslagvoorzieningen;
1.116 Recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
1.117 Recreatiewoning
een gebouw, uitsluitend bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
1.118 Recreatieverblijf
een onderkomen ten behoeve van, zoals een kampeermiddel, trekkershut, hotelkamerhuisje, stacaravan, chalet, recreatiewoning of naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen;
1.119 Schuilstal
een niet voor bewoning, al dan niet in het kader van een agrarisch bedrijf bestemd gebouw, dat dient voor het onderbrengen van vee tegen weersinvloeden;
1.120 Seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.121 Silo
een bouwwerk dat dient voor het opslaan van mest, veevoeder, graan of andere bulkstoffen ten behoeve van een agrarisch bedrijf;
1.122 Stacaravan
een verblijf ten behoeve van recreatief verblijf in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen. De stacaravan moet op het terrein als aanhanger zijn te verplaatsen. Over de weg moet de stacaravan als één deel zijn te verplaatsen;
1.123 Standplaats
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, inclusief bijbehorend meubilair waaronder terrassen, statafels, parasols en afvalbakken, zoals omschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening;
1.124 Stedenbouwkundig
ruimtelijke verschijningsvorm van bebouwing, die wordt bepaald door de situering, aansluitende terreinen, bouwmassa's, gevelindeling en dakvormen;
1.125 Tent
een in hoofdzaak uit textiel of ander daarmee vergelijkbaar materiaal vervaardigd opvouwbaar onderkomen, bestemd voor recreatief verblijf;
1.126 Tenthuisje
tent, waarin houten wanden zijn geplaatst en waarvan het dak van tentdoek is ten behoeve van recreatief verblijf;
1.127 Trekkershut
een kleinschalig gebouw bestaande uit een lichte constructie, niet voorzien van sanitair, dat naar de aard en inrichting voor kortdurend recreatief dag- en nachtverblijf is bedoeld;
1.128 Toeristische standplaatsen
een plaatsingsmogelijkheid voor een kampeermiddel, waarbij het kampeermiddel voor maximaal zes maanden op de standplaats is geplaatst;
1.129 Tuin
erf zoals bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht;
1.130 Verblijfsrecreatie
verblijf voor recreatie door wisselende (groepen van) personen, die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben;
1.131 Vloeroppervlak
gezamenlijke oppervlakte van de bouwlagen;
1.132 Volkstuin
een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik;
1.133 Volwaardig (agrarisch) bedrijf
een (agrarisch) bedrijf waaruit een zelfstandig en reëel inkomen voortkomt voor minimaal één huishouden;
1.134 Vouwwagen
een tent, die over een opklapbaar frame is gespannen, en een kar waarin het frame met tent en al kan worden ingeklapt. In ingeklapte vorm is de vouwwagen achter een auto te vervoeren. In uitgeklapte vorm staat is het een tent, bestemd om recreatief in te verblijven;
1.135 Voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door Burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
1.136 Voorkeursgrenswaarde
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
1.137 Vuurwerkbedrijf
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop van consumentenvuurwerk, en/of de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
1.138 Watergang
een werk, al dan niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren; de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
1.139 Weg
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
1.140 Weggebonden goederen
goederen ten behoeve van een bestuurder van een motorvoertuig of diens passagiers;
1.141 Wgh-inrichting
een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht;
1.142 Winkel
een gebouw, of een deel van een gebouw, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
1.143 Woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden en daaraan ondergeschikte functies;
1.144 Woonruimte
gebruiksoppervlak ten behoeve van de functie wonen;
1.145 Woonwagenstandplaats
een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of gemeenten kunnen worden aangesloten;
1.146 Zorgboerderij
een zorgfunctie waarbij de sociaal-medische opvang van personen, al dan niet in de vorm van het ter plaatse woonachtig zijn, en al dan niet gecombineerd met agrarische of natuurbeherende activiteiten, in die zin dat de personen behulpzaam zijn bij de activiteiten;
1.147 Zorginstelling
een cluster van zelfstandige zorgwoningen, bedoeld voor mensen met een (fysieke) beperking, waar zorg geleverd wordt. Al dan niet in combinatie met bijbehorende ondergeschikte voorzieningen zoals horeca, kleinschalige detailhandel, dagbesteding, kort durende opname.