In deze regels wordt verstaand onder:
1.1 Plan
het Wijzigingsplan Oude Dalerveensestraat 14 & 16 in Dalen, wijzigen bedrijfsbestemming naar wonen’ met identificatienummer NL.IMRO.0109.002WP00014-0002 van de gemeente Coevorden;
1.2 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
1.3 Aan huis gebonden beroep en bedrijf:
een dienstverlenend beroep en/of bedrijf dat op kleine schaal inpandig in een woning en/of daarbij behorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroeps- of bedrijfsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie;
1.4 Aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.5 Aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.6 Aanpijling
een op de plankaart blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
1.7 Ambachtelijk bedrijf
een bedrijf waar overwegend door middel van handwerk producten worden vervaardigd, bewerkt, onderhouden of hersteld;
1.8 Archeologische waarde
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
1.9 Bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
1.10 Bebouwingsbeeld
de visuele waarden van het totaal aan bebouwing en de bebouwing in het landschap;
1.11 Bed en breakfast
een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor uitsluitend logies en ontbijt, met maximaal zes kamers en maximaal 10 personen, die in beginsel deel uitmaakt van het hoofdgebouw en in een bijgebouw mag worden gerealiseerd, zonder dat sprake is van een permanente woonsituatie;
1.12 bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
1.13 Productiegebonden bedrijf
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
1.14 Bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan huis gebonden beroep, voor detailhandel en/of verkoop van (ter plaatse geproduceerde) producten, dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke, bestaand of vergund op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan;
1.15 Beeldbepalend object
Gebouw of object met esthetische kwaliteit, dat opvalt in zijn omgeving of nadrukkelijk het beeld van de omgeving bepaalt, bijvoorbeeld vanwege zijn stedenbouwkundige en/of cultuurhistorische waarde;
1.16 Beeldkwaliteitsplan
Geformuleerde en toetsbare beeldkwaliteiten opgenomen in een als zodanig door de raad vastgesteld document (beeldkwaliteitsplan), welke als bijlage(n) bij deze regels is/zijn gevoegd, danwel een later door de raad vast te stellen beeldkwaliteitsplan;
1.17 Belemmeringenstrook
strook – ook wel zakelijk recht strook genoemd - die is gereserveerd voor werkzaamheden van de leidingexploitant aan de buisleiding of hoogspanningsverbinding;
1.18 Beperkt kwetsbaar object
beperkt kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.19 Bestaand
bestaand en legaal aanwezig of vergund op de dag van terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, te weten PM;
1.20 Bestaande bebouwing
bebouwing die op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestond of in uitvoering was, dan wel gebouwd is of gebouwd kan worden overeenkomstig de Woningwet of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht of krachtens die wetten gegeven voorschriften;
1.21 Bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
1.22 Bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
1.23 Bevi-inrichting
een inrichting waarop het Besluit externe veiligheid inrichtingen van toepassing is;
1.24 Bijbehorend bouwwerk
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
1.25 Bijzondere woonvorm
een voorziening voor de huisvesting van personen die bij hun normale, dagelijkse functioneren huishoudelijke, sociale, sociaal-medische en/of medische begeleiding en/of verzorging behoeven;
1.26 Bodemingreep
werken en werkzaamheden aan/in de bodem waarvan mag worden aangenomen dat zij de cultuurhistorische waarde kunnen aantasten;
1.27 Bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een woonwagenstandplaats;
1.28 Bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
1.29 Bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback;
1.30 Bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. Indien en voorzover twee bouwpercelen middels de aanduiding 'relatie' met elkaar zijn verbonden en/of indien er sprake is van woningsplitsing conform artikel 8.4, worden deze aangemerkt als één bouwperceel;
1.31 Bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel;
1.32 Bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
1.33 Bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond en is bedoeld om ter plaatse te functioneren;
1.34 Bruto vloeroppervlak van een gebouw
de som van de vloeroppervlaktes van alle tot het gebouw behorende binnenruimten. De oppervlakte van buitenruimten als loggia's, balkons, niet gesloten galerijen, dakterrassen en dergelijke worden hier niet tot berekent;
1.35 Camper / kampeerauto
een motorvoertuig waarin voorzieningen zijn getroffen voor recreatief (nacht) verblijf;
1.36 Caravan
een verplaatsbaar recreatieverblijf op wielen, dat met behulp van een trekhaak achter een auto kan worden bevestigd;
1.37 Chalet:
een niet-zelfstandig verrijdbaar bouwwerk, bestaande uit hout of kunststof, zonder wielas en vaste verankering in de grond, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf en niet als kampeermiddel valt aan te merken;
1.38 Cultuurhistorische waarden
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
1.39 Dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
1.40 Dienstverlenend bedrijf
een bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting;
1.41 Diepploegen
grondbewerking dieper dan 0,3 m;
1.42 Ecologische waarden
de aan een gebied toegekende waarden die verband houden met de samenhang van dieren en planten en hun leefomgeving en/of tussen dieren en planten onderling;
1.43 Educatief medegebruik
medegebruik gericht op (de overdracht van) kennis;
1.44 Equivalent geluidsniveau
het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Het energetisch gemiddelde wordt berekend volgens de methode zoals omschreven in de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (1999);
1.45 Etmaalwaarde
de hoogste van de volgende twee waarden van het equivalente geluidsniveau:
- de waarde over de periode 07.00-19.00 uur (dag);
- de met 5 dB(A) verhoogde waarde over de periode 19.00-23.00 uur (avond);
1.46 Erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden;
1.47 Garage
een gebouw voor het stallen van een personenauto. Niet zijnde garagebedrijf;
1.48 Gastouderopvang
een vorm van kinderopvang waarbij de opvang plaatsvindt op het woonadres van de gastouder, met dien verstande dat op dit adres niet meer dan een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd, bestaande uit de gelijktijdige opvang van ten hoogste zes kinderen (inclusief eigen kinderen van 0-13 jaar) en verder zoals bepaald in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
1.49 Gebouw
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
1.50 Gebruiken
het gebruiken, doen gebruiken en/of laten gebruiken;
1.51 Geluidsgevoelige functies
bewoning of andere geluidgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
1.52 Geluidsbelasting
etmaalwaarde van het equivalente geluidsniveau in dB(A) op een bepaalde plaats;
1.53 Geluidsruimte
equivalent geluidvermogen in dB(A)/m2;
1.54 Geluidszone
geluidzone als bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder;
1.55 Geluidszoneringsplichtige inrichting
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
1.56 Gevaarlijke stoffen
ontplofbare stoffen en voorwerpen, samengeperste, vloeibaar gemaakte of onder druk opgeloste gassen, brandbare vloeistoffen, brandbare vaste stoffen, voor zelfontbranding vatbare stoffen, stoffen die bij aanraking met water brandbare gassen ontwikkelen, stoffen die de verbranding bevorderen, organische peroxiden, giftige stoffen, infectueuze stoffen, bijtende stoffen en/of andere stoffen die voor de mens of het milieu gevaarlijk kunnen zijn; een en ander indien en voor zover zij zijn aangewezen krachtens artikel 3 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;
1.57 Grenswaarde
de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting;
1.58 Hogere waarde
een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder, dan wel het Besluit geluidhinder;
1.59 Hoofdgebouw
gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. Indien het hoofdgebouw geen woning is, maar op het perceel wel een bedrijfswoning aanwezig is, wordt voor de toepassing van het bepaalde over bijbehorende bouwwerken, de bedrijfswoning als hoofdgebouw aangemerkt;
1.60 Hotelkamerhuisje
een gebouw van beperkte omvang met de voorzieningen van een hotelkamer - zonder kookgelegenheid - bestemd voor recreatief verblijf;
1.61 Huishouden
Eén of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf niet-bedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften. In het geval van twee of meer personen moet er sprake zijn van een duurzame gemeenschappelijke huishouding;
1.62 Kantoor
ruimte voor het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek rechtstreeks te woord kan worden gestaan en geholpen;
1.63 Kap
een dakafdekking onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak;
1.64 Karakteristiek object
een bouwwerk dat is aangewezen als karakteristiek object en waarvan een beschrijving is opgenomen in bijlage 1
1.65 Kas
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal;
1.66 Kinderopvang
het bedrijfsmatig of anders dan om niet verzorgen, opvoeden en bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot de eerste dag van de maand waarop voortgezet onderwijs voor de kinderen begint;
1.67 Kwetsbaar object
kwetsbaar object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
1.68 Kunstobject
een bouwwerk bestemd ter voortbrenging van de beeldende kunsten;
1.69 Landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
1.70 Landschapselementen
elementen in het landschap die bepalend zijn voor de kernkwaliteit van een gebied;
1.71 Maaiveld
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
1.72 Mantelzorg
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
1.73 Natuurlijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en/of biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
1.74 Normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
1.75 Nutsvoorzieningen
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen en zendmasten;
1.76 Omgevingsvergunning
vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
1.77 Overkapping
elk voor mensen toegankelijk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder, dan wel met ten hoogste één wand;
1.78 Pand
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
1.79 Peil
- peil gebouw: de hoogte van de afgewerkte vloer ter plaatse van de hoofdtoegang;
- peil bouwwerk, geen gebouw zijnde: de hoogte ter plaatse van het gemiddelde afgewerkte terrein;
- voor een woonboot: de waterspiegel rondom de woonboot;
1.80 Permanente bewoning
het gebruik van een ruimte als hoofdverblijf;
1.81 Productiegebonden detailhandel
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
1.82 Prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
1.83 Recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de hoofdfunctie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
1.84 Recreatieverblijf
een onderkomen ten behoeve van, zoals een kampeermiddel, trekkershut, hotelkamerhuisje, stacaravan, chalet, recreatiewoning of naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen;
1.85 Seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
1.86 Stacaravan
een verblijf ten behoeve van recreatief verblijf in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen. De stacaravan moet op het terrein als aanhanger zijn te verplaatsen. Over de weg moet de stacaravan als één deel zijn te verplaatsen;
1.87 Standplaats
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen of het anderszins aanbieden van goederen en diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel, inclusief bijbehorend meubilair waaronder terrassen, statafels, parasols en afvalbakken, zoals omschreven in de Algemene Plaatselijke Verordening;
1.88 Stedenbouwkundig
ruimtelijke verschijningsvorm van bebouwing, die wordt bepaald door de situering, aansluitende terreinen, bouwmassa's, gevelindeling en dakvormen;
1.89 Supermarkt
een zelfbedieningswinkel, waar een breed assortiment algemene en verse levensmiddelen en voedingsmiddelen worden verkocht, met een additioneel assortiment non-food.
1.90 Tuin
erf zoals bedoeld in artikel 1 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht;
1.91 Verblijfsrecreatie
verblijf voor recreatie door wisselende (groepen van) personen, die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben;
1.92 Vloeroppervlak
gezamenlijke oppervlakte van de bouwlagen;
1.93 Volkstuin
een perceel grond dat zich niet in de onmiddellijke nabijheid van de woning van de gebruiker bevindt, waarop de gebruiker gewassen teelt voor eigen gebruik;
1.94 Vouwwagen
een tent, die over een opklapbaar frame is gespannen, en een kar waarin het frame met tent en al kan worden ingeklapt. In ingeklapte vorm is de vouwwagen achter een auto te vervoeren. In uitgeklapte vorm staat is het een tent, bestemd om recreatief in te verblijven;
1.95 Voorgevel
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien een gebouw met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door Burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
1.96 Voorkeursgrenswaarde
de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder dan wel het Besluit geluidhinder;
1.97 Watergang
een werk, al dan niet overdekt, dienend om in het openbaar belang water te ontvangen, te bergen, af te voeren en toe te voeren; de boven water gelegen taluds, bermen en onderhoudspaden daaronder mede verstaan;
1.98 Weg
alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten.
1.99 Weggebonden goederen
goederen ten behoeve van een bestuurder van een motorvoertuig of diens passagiers;
1.100 Wgh-inrichting
een inrichting als bedoeld in onderdeel D van bijlage 1 van het Besluit omgevingsrecht;
1.101 Winkel
een gebouw, of een deel van een gebouw, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel;
1.102 Woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden en daaraan ondergeschikte functies.