8.3 Bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten
-
a. Tussen de toegang van enerzijds:
-
1. een woning of een woongebouw, als bedoeld in artikel 4.3 van het Bouwbesluit;
-
2. een gebouw met een al dan niet gemeenschappelijke toegankelijkheidssector, als bedoeld in artikel 4.3 van het Bouwbesluit;
en anderzijds de openbare weg moet een mede voor gehandicapten begaanbare weg of begaanbaar pad aanwezig zijn.
-
b. Voor de in het eerste lid bedoelde wegen en paden geldt dat zij:
-
1. tenminste 1,10 m breed moeten zijn;
-
2. geen kleinere vrije doorgang mogen hebben dan 0,85 m;
-
3. ten hoogste een hoogteverschil mogen overbruggen van 0,02 m, tenzij dit plaatsvindt door middel van een hellingbaan die voldoet aan het bepaalde in de artikelen 2.39 en 2.40 van het Bouwbesluit.