direct naar inhoud van Regels
Plan: Kloosterveen 2012 - Herziening Schouwsloten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.08BP2017224C-C001

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan "Kloosterveen 2012 - Herziening Schouwsloten" met identificatienummer NL.IMRO.0106.08BP2017224C-C001 van de gemeente Assen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlag(en).

1.3 bestemmingsplan Kloosterveen 2012

het door de gemeenteraad van Assen op 24 juni 2013 vastgestelde bestemmingsplan Kloosterveen 2012.

1.4 bestemmingsplan Kloosterveen 2012 - Herziening Bosrank-Bosroos

het door de gemeenteraad van Assen op 20 november 2014 vastgestelde bestemmingsplan Kloosterveen 2012 - Herziening Bosrank-Bosroos.

1.5 verbeelding:

de verbeelding die deel uitmaakt van het plan en als zodanig is gewaarmerkt. (identificatie nummer NL.IMRO.0106.08BP2017224C-C001).

Artikel 2 Relatie met het bestemmingsplan Kloosterveen 2012, inclusief Herziening Bosrank-Bosroos

De regels en de verbeelding van het bestemmingsplannen "Kloosterveen 2012" (NL.IMRO.0106.08BP2011KLVEEN-C001) en "Kloosterveen 2012 - Herziening Bosrank-Bosroos" (NL.IMRO.0106.08BP2014224A-C001) blijven onverminderd van kracht, met uitzondering van:

  • a. de in dit plan gegeven aanvullingen/wijzigingen van de planregels en de verbeelding;
  • b. een vernummering van de planregels en de verwijzingen.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Specifieke wijzigingen

3.1 Begrippen

Aan artikel 1 van bestemmingsplan "Kloosterveen 2012" en bestemmingsplan "Kloosterveen 2012 - Herziening Bosrank-Bosroos" wordt een regel 1.32, respectievelijk 1.26, tussengevoegd, luidende:

1.32 / 1.26 Dwarsprofiel
het profiel van een watergang, dat van belang is voor de waterberging en de infiltratie van hemelwater.

3.2 Begrippen

Aan artikel 1 van bestemmingsplan "Kloosterveen 2012" en bestemmingsplan "Kloosterveen 2012 - Herziening Bosrank-Bosroos" wordt een regel 1.62, respectievelijk 1.46, tussengevoegd, luidende:

1.62 / 1.46 Watergang
een sloot en/of greppel, die van belang is voor de berging, afvoer en/of infiltratie van hemelwater.

3.3 Wijze van meten

Aan artikel 2 van bestemmingsplan Kloosterveen 2012 en bestemmingsplan Kloosterveen 2012 - Herziening Bosrank-Bosroos wordt een regel 2.1.7, respectievelijk 2.7, toegevoegd:

2.1.7 / 2.7 de oppervlakte van een dwarsprofiel:
tussen de binnenwerkse vlakken van de watergangen en/of duikers.

3.4 Nieuw artikel Waarde - Waterhuishouding

Aan hoofdstuk 2 Bestemmingsregels van bestemmingsplan "Kloosterveen 2012" en bestemmingsplan "Kloosterveen 2012 - Herziening Bosrank-Bosroos" wordt een artikel 26, respectievelijk 4 tussengevoegd, luidende:

Artikel 26 / 4 Waarde - Waterhuishouding

26.1 / 4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Waarde - Waterhuishouding" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor het behoud, de bescherming en/of het herstel van watergangen.

26.2 / 4.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de andere bestemmingen mogen op de voor "Waarde - Waterhuishouding" aangewezen gronden uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

26.3 / 4.3 Afwijken van de bouwregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.2 / 4.2 voor het oprichten van een gebouw en/of ander bouwwerk ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemming(en). Aan de omgevingsvergunning worden in het belang van de waterafvoer, de waterberging en de infiltratie van hemelwater in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden:

  • a. de verplichting tot het handhaven van het in onderstaande afbeelding aangegeven minimale dwarsprofiel van de waterafvoer/waterberging;

Afbeelding 1: minimale dwarsprofiel watergang.
afbeelding "i_NL.IMRO.0106.08BP2017224C-C001_0001.jpg"

  • b. de verplichting om de as van het dwarsprofiel op de (achter)erfgrens te situeren;
  • c. in afwijking van het bepaalde onder a en b kan een ander dwarsprofiel worden gerealiseerd, met dien verstande dat:
    • 1. uit het advies van een ter zake deskundige, naar het oordeel van het bevoegd gezag, blijkt dat er geen beperking optreedt van de afvoercapaciteit, de ontwateringscapaciteit of de bergingscapaciteit van de watergang;
    • 2. het dwarsprofiel geen extra beperkingen oplegt aan de eigenaar van de aangrenzende gronden (overzijde as van het dwarsprofiel);
    • 3. er geen onevenredige beperking optreedt voor de gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden van naastliggende percelen.

26.4 /4.4 Specifieke gebruiksregels

In afwijking van het bepaalde in andere bestemmingen mogen de voor Waarde - Waterhuishouding aangewezen gronden uitsluitend worden gebruikt voor watergangen.

26.5 / 4.5 Afwijken van de specifieke gebruiksregels

Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.4 / 4.4 voor het gebruiken van de gronden ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen. De omgevingsvergunning kan verleend worden als uit het advies van een ter zake deskundige, naar het oordeel van het bevoegd gezag, blijkt dat het gebruik van de gronden ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen de belangen van de waterafvoer/waterberging niet schaden

26.6 / 4.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

26.6.1 / 4.6.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning (voor het uitvoeren van een ander werk, of van werkzaamheden) in de in 26.1 / 4.1 bedoelde gronden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde of de volgende werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:

  • a. het vergraven en/of (gedeeltelijk) dempen van watergangen;
  • b. het aanleggen van duikers.

26.6.2 / 4.6.2 Uitzondering op verbod

Het bepaalde in 26.6.1 / 4.6.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde en/of werkzaamheden:

  • a. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • b. die het normale onderhoud ten aanzien van de watergangen of ten aanzien van de functies van andere voorkomende bestemmingen betreffen;
  • c. die mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning.

26.6.3 / 4.6.3 Toepassing omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in 26.6.1 / 4.6.1 voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend indien door de betreffende werken en/of werkzaamheden de belangen van de watergangen niet onevenredig worden geschaad. Dit is het geval indien:

  • a. in een geval als bedoeld in 26.6.1, onder a / 4.6.1, onder a:
    • 1. de oppervlakte van het dwarsprofiel van de watergang nergens minder bedraagt dan de oppervlakte van het dwarsprofiel als aangegeven in 26.3, onder a / 4.3, onder a;
    • 2. de as van de watergang de (achter)perceelsgrens niet overschrijdt;
  • b. in een geval als bedoeld in 26.6.1, onder b / 4.6.1, onder b:
    • 1. de duiker wordt gerealiseerd door beide bewoners ter weerszijde van de as van het dwarsprofiel en voldoet aan de volgende regels:
    • 2. de duiker het verloop naar de bestaande afvoer handhaaft;
    • 3. de duiker kan in combinatie met fysieke maatregelen (zoals bergingskratten) worden gerealiseerd om hiermee een afdoende afvoer, berging en ontwatering te garanderen.

26.6.4 / 4.6.4 Advies

Alvorens te beslissen op een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in 26.6.1 / 4.6.1, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een ter zake deskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen van de waterafvoer, de waterberging en de infiltratie van hemelwater niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden gesteld dienen te worden om eventuele schade te voorkomen.

3.5 Algemene bouwregels

Aan artikel 27 van bestemmingsplan "Kloosterveen 2012" en artikel 5 van bestemmingsplan "Kloosterveen 2012 - Herziening Bosrank-Bosroos" wordt een regel 27.5, respectievelijk 5.5, toegevoegd, luidende:

27.5 / 5.5 Bestaande oppervlakte dwarsprofielen

In die gevallen dat de bestaande situatie van watergangen, zoals aangegeven in de als bijlage bij deze regels opgenomen "Nulmeting", minder bedraagt dan in deze regels is toegestaan, geldt die situatie in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 4 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10%.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. De bij dit bestemmingsplan gevoegde Nulmeting is hierbij uitgangspunt.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde in onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als "Regels van het bestemmingsplan Kloosterveen 2012, Herziening Schouwsloten".