Plan: | Erfgoedkwartier |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0106.00BP20080000000001-0008 |
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:
Op de voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.
Het bepaalde in 13.2 is niet van toepassing op:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van het behoud, de versterking en/of het herstel van het beschermde stadsgezicht nadere eisen stellen ten aanzien van de volgende onderwerpen.
De goot- en/of (nok-)hoogte van gebouwen indien dit in verband met de in de omgeving aanwezige bebouwing en het in acht nemen van de waarden van het beschermd stadsgezicht wenselijk dan wel noodzakelijk is.
De situering van bouwwerken indien dit noodzakelijk is ten behoeve van de bezonningssituatie, de privacy, de bereikbaarheid voor de brandweer en andere hulpdiensten en dergelijke, dan wel indien dit uit een oogpunt van stedenbouwkundige of ruimtelijk-functionele kwaliteit dan wel ter bescherming van de cultuurhistorische waarden wenselijk is.
De diepte van aan/uitbouwen gerekend vanuit de achtergevel, waarbij geëist kan worden dat deze diepte beperkt wordt tot maximaal 5 m in verband met de openheid van een binnenterrein.
De afmetingen van hoofdgebouwen indien deze grenzen aan hoofdgebouwen die op de kaart zijn aangeven als rijks- of gemeentelijk monument met die verstande dat de goot- en/of bouwhoogte niet meer dan 20% mag afwijken van de goot - en/of bouwhoogte van genoemde monumenten, een kap zal worden toegepast en de kapvorm en nokrichting worden afgestemd met de kapvorm en nokrichting van de monumenten.
Het afdekken van een nieuw hoofdgebouw met een kap of een daarmee vergelijkbare dak beëindiging indien het te vervangen hoofdgebouw plat was afgedekt en het in verband met de visuele kwaliteit en de cultuurhistorische waarden van de omgeving van het pand wenselijk is dat een vervangend pand met een kap wordt afgedekt.
Het in acht nemen van de historische parcellering dan wel een daarmee vergelijkbare indeling van percelen langs openbaar gebied indien sprake is van het vervangen van bebouwing of het splitsen van panden in smallere eenheden, waarbij geëist kan worden dat aangesloten wordt bij de in het desbetreffende gebied voorkomende kavelbreedte.
Het in acht nemen van een verticale gevelindeling, indien dit gewenst of noodzakelijk is in verband met het straatbeeld waarbinnen de betreffende bebouwing wordt opgericht of verbouwd.
De Begeleidingscommissie Binnenstad Assen wordt omtrent het stellen van een nadere eis gehoord.
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2 en toestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis) bestemming:
Voor een besluit tot ontheffing van het plan is Bijlage 1 van overeenkomstige toepassing.