Plan: | Zandhuizen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0098080807870204- |
3. 1. Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. agrarische cultuurgrond;
met daaraan ondergeschikt:
b. gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen;
c. ontsluitingswegen en paden;
d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
e. sloten, beken en daarmee gelijk te stellen waterlopen;
f. recreatief medegebruik in de vorm van fiets-, wandel- en ruiterpaden;
met de daarbijbehorende:
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3. 2. Bouwvoorschriften
3. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
a. als gebouw mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen worden gebouwd;
b. de inhoud van een gebouw mag niet meer dan 75 m³ bedragen;
c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen.
3. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende bepaling:
- de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
3. 3. Wijzigingsbevoegdheid
3. 3. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
- de bestemming van agrarische cultuurgronden ter plaatse van de aanduiding “wijzigingsbevoegdheid naar woongebied” wordt gewijzigd in de bestemming “Woongebied”, mits:
1. de wijziging past binnen het Woonplan waarover met Gedeputeerde Staten overeenstemming bestaat;
2. ecologisch onderzoek heeft uitgewezen dat wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van ecologische waarden;
3. archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van archeologische waarden;
4. de bodemkwaliteit geschikt zal zijn voor woningbouw;
5. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde of een te verlenen hogere grenswaarde;
6. wijziging geen onaanvaardbare belemmering van de bedrijfsvoering voor omliggende bedrijven en instellingen oplevert;
7. het proces van de watertoets is doorlopen;
8. bij wijziging wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing.
3. 3. 2. De wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien het middels de bestemming of de aanduiding toegestane gebruik is beëindigd en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
b. de verkeersveiligheid;
c. de sociale veiligheid;
d. de milieusituatie;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3. 3. 3. Bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid is de in 14.1.1. opgenomen procedure van toepassing.