Plan: | Boijl |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0098.08870201-VG01 |
10. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;
met daaraan ondergeschikt:
b. wegen, voet- en fietspaden;
c. tuinen, erven en binnenterreinen;
d. op- en inritten;
e. groenvoorzieningen;
f. parkeervoorzieningen;
g. waterlopen;
h. waterhuishoudkundige voorzieningen;
i. gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen;
met de daarbijbehorende:
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10. 2. Bouwregels
10. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 10.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:
a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 7 respectievelijk 10 m, dan wel ten hoogste de bestaande goot- en/of bouwhoogte indien deze hoger zijn.
10. 2. 2. Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen gelden de volgende regels:
a. de inhoud van een gebouw mag niet meer dan 75 m³ bedragen;
b. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3 m bedragen.
10. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel c.q. het verlengde daarvan niet meer dan 1 m mag bedragen;
b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 10 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde vóór de naar de weg gekeerde gevel of het verlengde daarvan niet meer dan 5 m mag bedragen.
10. 3. Wijzigingsbevoegdheid
10. 3. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de bestemming ‘Maatschappelijk’ wordt gewijzigd in de bestemming ‘Woongebied’, mits:
a. de wijziging past binnen het woonplan waarover met Gedeputeerde Staten overeenstemming bestaat;
b. ecologisch onderzoek heeft uitgewezen dat wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van ecologische waarden;
c. archeologisch onderzoek heeft uitgewezen dat wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van archeologische waarden;
d. de bodemkwaliteit geschikt zal zijn voor woningbouw;
e. het proces van de watertoets is doorlopen;
f. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer op geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de voorkeursgrenswaarde of een vast te stellen hogere grenswaarde;
g. wijziging geen onaanvaardbare belemmering van de bedrijfsvoering voor omliggende bedrijven en instellingen oplevert.
10. 3. 2. De wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast indien het middels de bestemming of de aanduiding toegestane gebruik is beëindigd en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
a. de stedenbouwkundige situatie, ondermeer gevormd door het straat- en bebouwingsbeeld;
b. de verkeersveiligheid;
c. de sociale veiligheid;
d. de milieusituatie;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.