direct naar inhoud van Artikel 20 Algemene ontheffingsregels
Plan: Boijl
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0098.08870201-VG01

Artikel 20 Algemene ontheffingsregels

 

20. 1. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

a.    de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen, per­cen­tages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;

b.    de bestemmingsregels en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in ge­ringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

c.    de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen wor­den overschreden, indien een meetverschil daartoe aan­leiding geeft;

d.    de bestemmingsregels ten aanzien van de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot niet meer dan 10 m;

e.    het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorste­nen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:

1.    de oppervlakte van de vergroting niet meer dan 6 m² be­draagt;

2.    de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw bedraagt.

20. 1. 2. De in 20.1.1 bedoelde ontheffingen kunnen slechts worden ver­leend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

a.    het straat- en bebouwingsbeeld;

b.    de woonsituatie;

c.    de milieusituatie;

d.    de verkeersveiligheid;

e.    de sociale en/of externe veiligheid;

f.     de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

20. 1. 3. Bij gebruikmaking van de ontheffingsbevoegdheid is de in artikel 21 opgenomen procedure van toepassing.