Plan: | Vlieland kom |
---|---|
Status: | Vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0096.087103-VG01 |
29. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Beschermd dorpsgezicht’ aangewezen
gronden zijn, naast de
andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, mede
bestemd voor:
- het
behoud, herstel en de uitbouw van de in bijlage 1 aangegeven
cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gebied en
zijn bebouwing.
29. 2. Bouwregels
29. 2. 1. Voor
het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a. de
hoofdgebouwen zullen voorzien zijn van een kap;
b. de
daken zullen worden bedekt met gebakken rode dakpannen;
c. de
gevels zullen worden opgetrokken uit gebakken stenen;
d. de
omlijstingen van de gevels, de daklijsten, de dakgoten, de
kozijnen, de dakkapellen, de ramen en de deuren dienen
uitgevoerd te zijn in groen en/of wit geverfd en/of gebeitst
hout, indien het betreft de naar de weg gekeerde gevels.
29. 2. 2. Voor
het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen geldt de
volgende regel:
- de
breedte van de gevel van een aan- en uitbouw of een
bijgebouw, welke evenwijdig ligt aan de achtergevel van het
hoofdgebouw zal ten hoogste 2/3 van de breedte van die
achtergevel bedragen.
29. 3. Nadere
eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van het
gestelde in bijlage 1 en de instandhouding van de
cultuurhistorische en ruimtelijke waarden, nadere eisen
stellen aan de plaats, de afmetingen, de kleurstelling en
het materiaalgebruik van de bebouwing.
29. 4. Afwijking
van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan, indien geen
onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het gestelde in
bijlage 1, de cultuurhistorische en de ruimtelijke waarden,
worden afgeweken van:
a. het
bepaalde in lid 29.2.1. onder a in die zin dat hoofdgebouwen
worden voorzien van een plat dak;
b. het
bepaalde in lid 29.2.1. onder b, c en/of d in die zin dat
wordt afgeweken van het in deze leden genoemde
materiaalgebruik;
c. het
bepaalde in lid 29.2.2. in die zin dat de breedte van de
gevel van een aan- en uitbouw of een bijgebouw ten hoogste
gelijk is aan de breedte van de achtergevel van het
hoofdgebouw.
29. 5. Omgevingsvergunning
voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en
werkzaamheden
29. 5. 1. Voor
de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden
uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij
de andere ter plaatse voorkomende bestemmingen, is een
omgevingsvergunning vereist:
- het
verven of pleisteren van de in de gevellijn gebouwde gevels
van de hoofdgebouwen.
29. 5. 2. Het bepaalde in lid 29.5.1. is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a. het
normale onderhoud betreffen;
b. reeds
in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden
van het plan.
29. 5. 3. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het gestelde in bijlage 1.