Plan: | Bestemmingsplan Nieuwe Dijk 12 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0093.BPNwDIJK12-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het Bestemmingsplan Nieuwe Dijk 12 met identificatienummer NL.IMRO.0093.BPNwDIJK12-VG01 van de gemeente Terschelling;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen, dient gestreefd te worden naar het in stand houden c.q tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend bebouwingsbeeld;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
het vergunde gebruik en/of de vergunde bebouwing aanwezig op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
de huisvesting van een persoon (en diens/haar gezin of een daarmee gelijk te stellen groep personen): recreatieve bewoning: de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie; permanente bewoning: het gebruiken van woonruimte als vaste woonplaats;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waarop ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een inrichting waarvoor ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
voorzieningen zoals wegen, paden, parkeerplaatsen en bijbehorende kunstwerken en bebording;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
ten aanzien van de situering, hoogte, vormgeving van bouwwerken, dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een landschappelijke aanvaardbare situatie;
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking. In het bijzonder dient bij de situering en omvang van milieubelastende functies erop te worden gelet dat de uitbreiding of nieuwvesting van milieugevoelige functies zo weinig mogelijk wordt beperkt;
het onderhoud dat, gelet op de bestemming, regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren;
voorzieningen (zoals gas, water, elektriciteit, riolering, internet en telefoon) die door nutsbedrijven of overheden geleverd worden;
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder wanden dan wel met ten hoogste één wand, al dan niet permanent;
voor een bouwwerk op een perceel waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld;
detailhandel volgens een formule die vanwege de aard en/of omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals de verkoop van auto’s, boten, caravans, tuinartikelen, bouwmaterialen, keukens en sanitair, alsmede woninginrichtingsartikelen, waaronder meubelen;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen, dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;
een gebouw, uitsluitend bedoeld voor niet-recreatieve bewoning of een uitsluitend voor niet-recreatieve bewoning bedoeld gedeelte van een gebouw.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1 de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
2.2 de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
2.3 de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
2.5 de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bouwonderdelen zoals goten, dakoverstekken en in dakoverstekken geïntegreerde goten en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen met een minimale oversteek van 75 cm worden in de oppervlakte meegerekend;
2.7 de vloeroppervlakte van een beroeps- en/of bedrijfsactiviteit:
de gebruiksoppervlakte overeenkomstig NEN 2580.
De voor ‘Bedrijventerrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het gebruik van de gronden ten behoeve van het geplaatst houden van zeecontainers zijn de voorwaarden zoals opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze regels van toepassing.
Risicovolle inrichtingen, geluidzoneringsplichtige inrichtingen, groothandels en vuurwerkbedrijven zijn niet in de bestemming begrepen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3 onder a, b, en/of c kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
De voor ‘Leiding – Riool’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolleiding.
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van lid 4.2 en toestaan dat in de enkelbestemming genoemde gebouwen en andere bouwwerken toch mogen worden gebouwd, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor culturele voorstellingen en/of evenementen.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Voor het bouwen van gebouwen geldt de volgende regel:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:
De gronden ter plaatse van de aanduiding “vrijwaringszone – dijk” zijn, naast de andere op de verbeelding voor die gronden aangewezen bestemming (enkelbestemming), tevens bestemd voor de bescherming, ophoging, verbreding en verbetering van het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen waterkering met de daar bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 7.2.2 en toestaan dat de in de basisbestemming genoemde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlaktematen, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, mits:
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de milieusituatie, de landschappelijke waarden, de natuurlijke waarden, de cultuurhistorische waarden, de archeologische waarden, het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, zodanig dat er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de genoemde criteria.
Deze regels worden aangehaald als:
"Regels van het Bestemmingsplan Nieuwe Dijk 12"
Behorend bij het besluit van 20 juni 2017.