Artikel 18 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat:
-
a. enige bestemming wordt gewijzigd ten behoeve van de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvangst- en antennemasten, mits:
-
1. de antenne niet geplaatst kan worden op een bestaand bouwwerk;
-
2. de mast radiografisch noodzakelijk is;
-
3. bij plaatsing binnen de grenzen van een woon- of bedrijfsbestemming de bouwhoogte van de mast ten hoogste 30,00 m mag bedragen;
-
4. bij plaatsing binnen de grenzen van een woon- of bedrijfsbestemming gelegen aan een weg, de bouwhoogte van de mast ten hoogste 15,00 m mag bedragen;
-
5. het aantal masten binnen de gemeente niet meer mag bedragen dan strikt noodzakelijk is voor de realisatie van een adequaat dekkend netwerk van voldoende capaciteit;
-
b. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming "Verkeer" dan wel de bestemming “Verkeer” wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
-
1. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 9 dan wel enige andere bestemming van overeenkomstige toepassing zijn;
-
2. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, e.d. van wegen en paden dan wel ten behoeve van geringe uitbreidingen van tuinen en/of erven;
-
3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke, de natuurlijke, de cultuurhistorische en de archeologische waarden;
-
1. er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid, de gevolgen voor het landschap, het reliëf en het agrarisch gebruik van de grond, er geen onevenredige belemmeringen optreden voor overige functies, de voorzienbare dorpsuitbreidingen en uitbreiding van bedrijventerreinen, er geen nadelige effecten optreden op landbouwkundige waarden in het agrarisch gebied.