Bijlage 4 Bestemming Detailhandel
Artikel 5a Detailhandel
5a.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. bedrijfsgebouwen en overkappingen, ten behoeve van detailhandelsbedrijven;
-
b. een bedrijfswoning;
-
c. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning;
met daaraan ondergeschikt:
-
d. wegen en paden;
-
e. water;
met de daarbijbehorende:
-
f. tuinen, erven en terreinen;
-
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
5a.2 Bouwregels
5a.2.1 Bouwwerken genoemd in lid 5a.1 onder a t/m c
Voor het bouwen van de in lid 5a.1. onder a t/m c genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:
-
a. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend bouwwerken ten behoeve van één detailhandelsbedrijf worden gebouwd;
-
b. de bedrijfswoning en de bedrijfsgebouwen en overkappingen, zullen binnen de bouwvlakken worden gebouwd;
-
c. het aantal bedrijfswoningen zal per bestemmingsvlak ten hoogste één bedragen;
-
d. de bedrijfsgebouwen en overkappingen, en de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning zullen tenminste 1,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
-
e. de maatvoering van een bouwwerk zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:
Functie van een gebouw
|
Maximale oppervlakte in m²
|
Goothoogte in m
|
Dakhelling in °
|
Hoogte in m
|
|
per gebouw
|
gezamenlijk
|
max.
|
min.
|
max.
|
max.
|
Bedrijfsgebouw en overkapping
|
-
|
-
|
4,00
|
15
|
60
|
10,00
|
Bedrijfswoning
|
150
|
-
|
3,50
|
30
|
60
|
10,00
|
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning
|
-
|
40
|
3,00
|
|
60
|
-*
|
* de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen zal ten minste 0,50 m lager bedragen dan de bouwhoogte van de bijbehorende bedrijfswoning
5a.2.2 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
-
a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning(en) ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
-
b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
5a.3 Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
-
a. het bepaalde in artikel 5a.2.1. onder e in die zin dat bedrijfsgebouwen en overkappingen, worden voorzien van een plat dak, mits:
-
1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
b. het bepaalde in artikel 5a.2.2. onder b in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, mits:
-
1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5a.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor verblijfsrecreatieve doeleinden;
-
b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor fietsenverhuur;
-
c. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;
-
d. het gebruik van bedrijfsgebouwen en vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.
5a.5 Afwijken van de gebruiksregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
- het bepaalde in lid 5a.4. onder d in die zin dat de gebouwen worden gebruikt voor het inrichten van ruimten ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van personeel, mits:
-
1. de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van personeel ten hoogste 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen op het perceel zal bedragen;
-
2. de personeelsverblijven uitsluiten worden ingericht ten behoeve van de tijdelijke huisvesting van personeel;
-
3. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
-
4. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
5a.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in dié zin dat:
- een bouwvlak wordt verschoven, mits:
-
1. de oppervlakte van het bouwvlak niet wordt vergroot;
-
2. de geluidsbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
-
3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de natuurlijke en landschappelijke waarden, de cultuurhistorische en archeologische waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.