Plan: | West - Terschelling 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0093.086406-VA03 |
32. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, naast de andere ter plaatse voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemmingen), tevens bestemd voor:
- het behoud en de bescherming van de archeologische waarden.
32. 2. Bouwregels
Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van:
a. bouwwerken ter vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij het bestaande oppervlak met niet meer dan 50 m² wordt vergroot;
b. bouwwerken ten behoeve van archeologisch onderzoek;
c. bouwwerken met een oppervlakte kleiner dan 50 m² ten behoeve van de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen.
32. 3. Regels inzake afwijking van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van:
- het bepaalde in lid 32.2. onder a en c in die zin dat bestaande bouwwerken worden vervangen, waarbij de oppervlakte met meer dan 50 m² wordt vergroot, en bouwwerken worden opgericht met een oppervlakte groter dan 50 m², mits:
1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, of;
2. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad, of;
3. de volgende voorwaarden in acht worden genomen, wanneer op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten kunnen worden verstoord:
- een verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, of;
- een verplichting tot het doen van opgravingen, of;
- een verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
Indien men
voornemens is om aan de afwijkingsregels voorwaarden te verbinden als bedoeld
onder 3, wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd. Bij een negatief
advies wordt aan de afwijking niet meegewerkt.
32. 4. Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden
32. 4. 1. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:
a. het ontgronden, afgraven en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur over een oppervlakte groter dan 50 m² en dieper dan 30 cm;
b. het graven, baggeren en dempen van sloten, vaarten, en andere watergangen;
c. het aanbrengen van drainage;
d. het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, dieper dan 30 cm;
e. het uitvoeren van grondbewerkingen behalve indien deze in het kader van onderzoek naar mogelijke historische vindplaatsen worden uitgevoerd, dieper dan 30 cm.
32. 4. 2. Het bepaalde in lid 32.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, die:
a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
b. het normale onderhoud dan wel het normale agrarische gebruik betreffen, tot een diepte in de grond van ten hoogste 30 cm;
c. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
d. op archeologisch onderzoek gericht zijn.
32. 4. 3. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn, of;
b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad, of;
c. de volgende voorwaarden in acht worden genomen wanneer op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen worden verstoord:
- een verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden, of;
- een verplichting tot het doen van opgravingen, of;
- een verplichting de uitvoering van de werken of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
Indien men voornemens is om aan de afwijking voorwaarden te verbinden als bedoeld onder c, wordt de provinciaal archeoloog om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de aan de afwijking niet meegewerkt.
32. 5. Wijzigingsbevoegdheid
Het plan kan worden
gewijzigd in die zin dat:
- de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie’ wordt verwijderd, mits:
1. na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwinnen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeologisch waardevolle gebieden de waardebepalende elementen niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodemvondsten naar elders zijn overgebracht;
2. vooraf advies wordt ingewonnen bij de provinciaal archeoloog.