direct naar inhoud van Artikel 16 Recreatie - 1 (kampeerterreinen)
Plan: West - Terschelling 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0093.086406-VA03

Artikel 16 Recreatie - 1 (kampeerterreinen)

 

16. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Recreatie - 1 (kampeerterreinen)’ aan­gewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    standplaatsen voor kampeermiddelen, niet zijnde stacaravans en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderkomens;

b.    gebouwen en overkappingen ten behoeve van be­heer en dienstverlening, sanitaire voorzieningen en onder­houd;

met daarbij behorende:

c.    tuinen en terreinen;

d.    sport- en speelterreinen;

e.    parkeervoorzieningen;

f.     groenvoorzieningen en randbeplanting;

g.    nuts- en communicatievoorzieningen;

h.    wegen en paden;

i.      water;

j.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

16. 2.    Bouwregels

16. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 16.1. onder b genoemde bouwwerken gelden de volgende regels:

a.    de gebouwen en overkappingen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    de goothoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoog­ste 3,00 m bedragen;

c.    de bouwhoogte van de gebouwen of overkappingen zal ten hoogste 8,00 m bedragen;

d.    de dakhelling van de gebouwen of overkappingen zal ten hoog­ste 60º bedragen.

16. 2. 2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebou­wen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;

b.    de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

16. 3.    Regels inzake afwijking van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van het bepaalde in lid 16.2.2. onder b in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

16. 4.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van bouwwerken en kam­peermiddelen voor bewoning;

b.    het gebruik van bouwwerken voor horecadoeleinden;

c.    het verwijderen van randbeplanting, anders dan in de vorm van normaal onderhoud.

16. 5.    Regels inzake afwijking van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan afgeweken worden van:

 

-       het bepaalde in lid 16.4. onder c in die zin dat randbeplanting wordt verwijderd, mits:

1.    de verwijdering uitsluitend noodzakelijk is ten behoeve van de realisatie van een goede ontsluiting van het recreatie­terrein;

2.    de verwijdering incidenteel plaatsheeft en geen onevenre­dige afbreuk doet aan de afschermende werking van de randbeplanting van het recreatieterrein ten opzichte van het omringende landschap;

3.    geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de land­schappelijke en natuurlijke waarden en de gebruiksmoge­lijkheden van de aangrenzende gronden. 

16. 6.    Wijzigingsbevoegdheid

Het plan kan worden gewijzigd in die zin dat: 

-       de bestemming ‘Recreatie - 1 (kampeerterreinen)’ wordt gewij­zigd in de bestemming ‘Natuur’, mits:

1.    na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 14 van overeenkomstige toepassing zijn;

2.    deze wijziging wordt toegepast indien de verblijfsrecreatie van het kampeerterrein geheel of gedeeltelijk wordt beëin­digd en alle voorzieningen daartoe worden verwijderd.