direct naar inhoud van Artikel 14 Natuur
Plan: West - Terschelling 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0093.086406-VA03

Artikel 14 Natuur

 

14. 1.    Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en de landschappelijke waarden;

b.    de zeedefensie;

c.    sloten, plassen, en daarmee gelijk te stellen water;

met daaraan ondergeschikt:

d.    extensief dagrecreatief medegebruik en educatief medege­bruik;

e.    wegen en paden;

f.     nuts- en communicatievoorzieningen;

met daarbij behorende:

g.    bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder straatmeubilair.

14. 2.    Bouwregels

14. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden ge­bouwd, behoudens de bestaande bunkers.

14. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:

-       de bouwhoogte van andere bouwwerken zal ten hoogste 3,00 m bedragen.

14. 3.    Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het opslaan van mest en/of andere landbouwproducten;

b.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van ver­blijfsrecreatieve doeleinden;

c.    het omzetten van gras- en/of schraalland;

d.    het ploegen, egaliseren en frezen van gronden;

e.    het gebruik van bunkers ten behoeve van bewoning;

f.     het nalaten en/of het plegen van onderhoud en ingrepen, die de veiligheid van de zeekering in gevaar brengen;

g.    het nalaten en/of plegen van werken, werkzaamheden en/of ingrepen aan de bunkers, ter plaatse van de aanduiding “cultuurhistorische waarden”, waardoor afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarden.

14. 4.    Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden

14. 4. 1. Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:

a.    het af- en/of vergraven en/of ophogen van gronden;

b.    het verwijderen van bomen en/of houtgewas, alsmede de verwij­dering van bodem- en oevervegetaties;

c.    het graven, baggeren en/of verbreden van plassen, sloten en/of andere watergangen en/of -partijen;

d.    het dempen van sloten en/of andere watergangen en/of -par­tijen;

e.    het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;

f.     het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het exten­sief dagrecreatief medegebruik en/of het educatief medege­bruik;

g.    het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.

14. 4. 2. Het bepaalde in lid 14.4.1. is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

a.    het normale onderhoud betreffen;

b.    reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

14. 4. 3. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden.