Plan: | Stationsgebied |
---|---|
Status: | onhegesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0091.2010Stationsgebied-onhe |
16.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Wonen -Woongebouw aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. woongebouwen,
b. aan-, en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen,
met de daarbij behorende:
c. erven;
d. groenvoorzieningen;
e. water;
f. parkeervoorzieningen;
g. bouwwerken geen gebouwen zijnde.
16.2 Bouwregels
Op de in lid 16.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:
a. met betrekking tot hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt dat:
1. hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen uitsluitend binnen een bouwvlak mogen worden gebouwd;
2. het aantal woningen niet meer dan het bestaande aantal, dan wel het op de verbeelding aangegeven aantal mag bedragen;
3. de goothoogte van een gebouw niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” (m) staat aangegeven
4. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte” (m) staat aangegeven;
5.
de
goothoogte van vrijstaande bijgebouwen ten hoogste
6.
de
bouwhoogte van een overkapping ten hoogste
7.
de
goothoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw niet meer mag
bedragen dan
8.
de
bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw ten minste
b. met betrekking tot bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat:
1.
de
hoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste
2.
de
hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten hoogste
3.
de
hoogte van vlaggenmasten niet meer mag bedragen dan
16.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
b. het gebruiken van gronden en bouwwerken voor detailhandel en overige bedrijfs- en/of de daarvoor benodigde opslagruimte;
c. het gebruik van een woning ten behoeve van een aanhuis verbonden beroep of bedrijf in strijd met de volgende bepalingen:
1.
de
woonfunctie mag worden gecombineerd met een beroep/ bedrijf aan huis, voorzover
de oppervlakte hiervan ten hoogste 30% van de begane grond oppervlakte van de
woning, inclusief aan, en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag bedragen met
een maximum van
2. een aan huis verbonden beroep of bedrijf is uitsluitend toegestaan in de woning en in daarbij behorende aan, en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen;
3. alleen het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik dat niet vergunningplichtig of meldingplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer is toegestaan;
4.
reclame-uitingen
mogen maximaal
5. parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
6. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende werking;
7. detailhandel, anders dan welke direct voortvloeit uit het bedrijfs- of beroepsmatig gebruik is niet toegestaan;
8. er mag geen buitenopslag van goederen plaatsvinden.