Beheersverordening Vliegveld

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 de verordening:

de Beheersverordening Vliegveld, met identificatienummer NL.IMRO.0090.BV2015BGB041-0401, van de gemeente Smallingerland;

1.2 het verordeningsgebied:

het gebied waarop deze verordening van toepassing is, zoals vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0090.BV2015BGB041-0401;

1.3 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.4 bestaand:

• a. bestaand gebruik:
  het gebruik van de gronden en bouwwerken zoals legaal aanwezig op moment van de vaststelling van de verordening of kan worden gebruikt krachtens een omgevingsvergunning voor het gebruik; daaronder valt niet het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan;
• b. bestaande bouwwerken:
  bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening:
  • 1. legaal aanwezig zijn én bij of krachtens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht zijn gebouwd;
  • 2. nog kunnen worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.

1.5 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.6 bouwwerk:

een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;

1.7 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

Hoofdstuk 2 Gebiedsregels

Artikel 2 Gebruiks- en bouwregels

2.1 Bestaand gebruik

De in het verordeningsgebied gelegen gronden en bestaande bouwwerken mogen worden gebruikt overeenkomstig het bestaande gebruik, met dien verstande dat het gebruik van de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tijdelijk', waarvoor een vergunning is verleend met een tijdelijk karakter, niet langer is toegestaan als de toestemming c.q. het gebruik van de gronden in het verordeningsgebied als vliegveld komt te vervallen.

2.2 Bestaande gebouwen

De in het verordeningsgebied gelegen bestaande gebouwen mogen worden gebouwd overeenkomstig de daarvoor verleende omgevingsvergunningen, met dien verstande dat de gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tijdelijk', waarvoor een vergunning is verleend met een tijdelijk karakter, niet langer zijn toegestaan als de toestemming c.q. het gebruik van de gronden in het verordeningsgebied als vliegveld komt te vervallen.

2.3 Bestaande bouwwerken, geen gebouw zijnde

De in het verordeningsgebied gelegen bestaande bouwwerken, geen gebouw zijnde, mogen worden vervangen door bouwwerken, geen gebouw zijnde, van dezelfde afmetingen.

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Hoofdstuk 3 Slotregel

Artikel 4 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: “Regels van de Beheersverordening Vliegveld”.