Plan: | Middelgeast Boornbergum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0090.BP2015DPW005-0401 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het Middelgeast Boornbergum met identificatienummer NL.IMRO.0090.BP2015DPW005-0401 van de gemeente Smallingerland;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een toevoeging dan wel een vergroting van een ruimte aan een hoofdgebouw, die in directe verbinding staat met het hoofdgebouw en qua afmetingen ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;
de gevel aan de achterzijde van een (hoofd)gebouw;
een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor werk aan huis c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand, gebouw behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw die qua afmetingen ondergeschikt is aan dat hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden;
waarden van een gebied en/of de daarin voorkomende bebouwing, elementen en structuren, die uitdrukking geven aan de beschavingsgeschiedenis en/of het gebruik door de mens in de loop van die geschiedenis;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
een woning, die deel uitmaakt van een rij van meer dan twee aaneen gebouwde woningen, en die met de andere woningen in die rij slechts aan één zijde is verbonden;
een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een hoofdgebouw, bouwkundig bestaande uit een "lichte" constructie met een overwegend transparante uitstraling;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaats vinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
de mogelijkheden om gronden en bouwwerken overeenkomstig de daaraan toegekende bestemming te gebruiken;
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een of meer gebouwen of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een (hoofd)gebouw, op een zodanige wijze aaneengebouwd, dat er sprake is van visueel zelfstandige bebouwing, tot uitdrukking komend in het onderling verschil in goothoogte, dakvorm en/of gevelbelijning;
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, en geen bouwwerk is waarvoor ingevolge de Wet algemene bepalingen een omgevingsvergunning is vereist;
een terrein ter beschikking gesteld voor het plaatsen dan wel geplaatst houden van kampeermiddelen;
een restauratieve voorziening ten dienste van een bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van etenswaren, eenvoudige maaltijden en/of dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die instelling;
een dakafdekking van een gebouw met een geheel of gedeeltelijk hellend dakvlak;
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde;
een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
de cultuurhistorische en visuele waarden van het landschap;
educatieve, medische, religieuze, sociale, culturele en voorzieningen op het gebied van openbare dienstverlening;
de regels met betrekking tot de toegestane goothoogte en/of bouwhoogte en/of dakhelling en/of het bebouwingspercentage;
een door de feitelijke terreininrichting aanwezig verschil tussen het beloop van lijnen in het veld en een op de kaart aangegeven bestemmings- of bouwgrens;
de grootste voor een bepaald bedrijfstype in acht te nemen (richtlijn)afstand ten opzichte van een milieugevoelige functie in verband met door dat bedrijfstype veroorzaakte hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling;
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkómen dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling;
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet en / of een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, indien vereist, kan worden verleend;
geologische, bodemkundige en biologische waarden;
de ligging of situering van de achtergevel van het hoofdgebouw zoals het in eerste instantie is gebouwd;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de bouwhoogte van het afgewerkte bouwterrein;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan personen zoals een kapper, pedicure, manicure of schoonheidsspecialist;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
voorziening ten dienste van een bedrijf of instelling, gericht op het verstrekken van (eenvoudige) spijzen en dranken aan de reguliere gebruikers van dat bedrijf of die instelling, zoals een kantine of mensa;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de waarde van een gebied in stedebouwkundige zin die wordt bepaald door de mate van samenhang in aanwezige bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte, een goede bouwhoogte- en breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en de samenhang in bouwvorm en ligging tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;
een woning, die deel uitmaakt van een rij van meer dan twee aaneen gebouwde woningen, en die met de andere woningen in die rij aan twee zijden is verbonden;
de waarde van een gebied voor de veiligheid van het verkeer die wordt bepaald door de mate van overzichtelijkheid en vrij uitzicht (met name bij kruisingen van wegen en uitritten) en de (mogelijke) effecten van bebouwing en overige inrichtingselementen op de gedragingen van verkeersdeelnemers;
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke (besloten) winkelruimte ten behoeve van de detailhandel;
de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
de naar de weg of naar de openbare ruimte gekeerde bouwgrens, met dien verstande dat indien een bouwvlak gericht is op meerdere wegen of is gericht op meerdere openbare ruimtes, de bouwgrens die kennelijk als zodanig moet worden aangemerkt;
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
het verkopen van goederen via internet, waarbij de goederen elders worden bezorgd en er geen sprake is van voor publiek toegankelijke winkelruimte of showroom;
beroeps- of bedrijfsmatig verlenen van diensten op administratief, medisch, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch, waaronder begrepen persoonlijke dienstverlening en webwinkels, of hiermee naar de aard gelijk te stellen beroep dat door zijn aard en omvang in een woning en bijbehorende bebouwing zodanig is dat deze activiteiten in een woning kunnen worden uitgeoefend en de activiteiten geen onevenredige afbreuk doen aan het woon- en leefmilieu in de directe omgeving;
een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw van ten hoogste drie bouwlagen met in beginsel één woning (of meerdere woningen met een eigen toegang op de verdiepingsvloer(en)), dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
de waarde van een gebied voor de woonfunctie die wordt bepaald door de situering van om die woonfunctie liggende functies en bebouwing, daarbij in het bijzonder gelet op de daglichttoetreding, het uitzicht, de mate van privacy en het voorkómen of beperken van hinder;
het gedeelte van een bouwperceel binnen een (woon)bestemming dat ligt achter (het verlengde van) de voorgevel, met uitzondering van de oppervlakte van het hoofdgebouw.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de optelsom van de oppervlakte van alle bouwwerken op een bouwperceel, bouwvlak of ander terrein;
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren en overige bedrijfsruimten met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten wordt opgeteld;
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde in het plan ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden afwijkingen ten gevolge van meetverschillen buiten beschouwing gelaten, mits dat meetverschil, mede gelet op de aard en omvang van hierdoor toegelaten of toe te laten (bouw)werken of werkzaamheden, als van zeer beperkte betekenis moet worden aangemerkt.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de oppervlakte en de inhoud van een bouwwerk worden ten aanzien van de plaatsing ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits deze bouwdelen niet meer dan 1 meter buiten het gevel- of dakvlak uitsteken.
De voor 'Agrarisch met waarden - Besloten gebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
maar ook voor de daarbij behorende:
alsmede voor:
Op de gronden, bedoeld in lid 3.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve openbare nutsvoorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en waterkering gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
Lid 3.6.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.6.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 4.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt de volgende regel:
Het is verboden zonder een vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) of anders dan in zo'n vergunning is vastgelegd, de volgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren
Lid 4.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 4.3.1 kan alleen worden verleend als:
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 5.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 6.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regel van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat op de gronden met de bestemming Sport een sporthal mag worden gebouwd met een bebouwd oppervlak van maximaal 2.500 m² en een bouwhoogte van maximaal 12 meter. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 7.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 8.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden om op de gronden, bedoeld in lid 8.1 zonder vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) of anders dan in zo'n vergunning is vastgelegd, de volgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Lid 8.3.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.3.1 kan alleen worden verleend als:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 9.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen anders dan ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen anders dan ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - afwijkende maatvoering" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regel in lid 9.4, sub d en toestaan dat de hoofdbewoner bij het uitoefenen van werk aan huisactiviteiten personeel in dienst heeft, op voorwaarde dat:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.5.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming Wonen - 1 te wijzigen in de bestemming Wonen - 2 of Wonen - 3 en/of het maximum aantal woonhuizen te wijzigen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 10.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regel in lid 10.4, sub d en toestaan dat de hoofdbewoner bij het uitoefenen van werk aan huisactiviteiten personeel in dienst heeft, op voorwaarde dat:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 10.5.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming Wonen - 2 te wijzigen in de bestemming Wonen - 1 of Wonen - 3 en/of het maximum aantal woonhuizen te wijzigen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 11.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - W2 toegestaan" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen anders dan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - W2 toegestaan" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - W2 toegestaan" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen anders dan ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van wonen - W2 toegestaan" gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.3.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regel in lid 11.4, sub d en toestaan dat de hoofdbewoner bij het uitoefenen van werk aan huisactiviteiten personeel in dienst heeft, op voorwaarde dat:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 11.5.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Wonen - 3' te wijzigen in de bestemming 'Wonen - 1' of 'Wonen - 2' en/of het maximum aantal woonhuizen te wijzigen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
maar ook voor de daarbij behorende:
Op de gronden, bedoeld in lid 12.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.3.1 kunnen alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van de regel in lid 12.4, sub d en toestaan dat de hoofdbewoner bij het uitoefenen van werk aan huisactiviteiten personeel in dienst heeft, op voorwaarde dat:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.5.1 kan alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Lid 14.1 geldt niet voor:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.1 kan slechts worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:
Wijzigingen als bedoeld in artikel 16.1 kunnen alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Middelgeast Boornbergum van de gemeente Smallingerland .
Behorend bij het besluit van ......................................20..........