Plan: | Drachtstervaart uit te werken |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0090.BP2012SDV002-0401 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Drachtstervaart uit te werken van de gemeente Smallingerland.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0090.BP2012SDV002-0401 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het bedrijfsmatig geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die verband houden met het ambacht.
een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met dak.
een woonvorm, bestaande uit al dan niet zelfstandige wooneenheden met voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van één of meer huishoudens.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de eerste bouwlaag of een verdieping van een gebouw; een onderhuis, zolderverdieping of vliering worden hier niet onder begrepen.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een woonvorm, bestaande uit al dan niet zelfstandige wooneenheden met voorzieningen ten behoeve van de huisvesting van één of meer huishoudens.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan of ten gerieve van het publiek, zoals een wasserette, kapsalon of reisbureau, zulks met uitzondering van horecabedrijven.
een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of een gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak, zonder te openen delen en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 35 dB(A).
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of een gebouw scheidt an de buitenlucht, daaronder begrepen het dak, zonder te openen delen en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidswering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 35 dB(A).
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
woningen in een gebouw, dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat, met de daarbij behorende bergingen;
woningen die rechtstreeks toegankelijk zijn op het straatniveau
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
een beroeps en bedrijfsmatige werkruimte die blijkens zijn indeling en inrichting kennelijk is bestemd voor een restaurant , café of cafetaria bedrijf dan wel een combinatie van deze bedrijven.
voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde;
voetgangers en niet gemotoriseerd verkeer;
educatieve, medische, religieuze, sociale, culturele en overheidsdoeleinden;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan zijn bestemming onttrokken voer- of vaartuig, kampeermiddel en soortgelijk verblijfsmiddel, voor zover dit niet als bouwwerk is aan te merken;
een route waardoor verkeer en/of langzaam verkeer afgewikkeld kan worden uit het gebied;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
hoogte van de weg ter plaatse van de naar de weg toe gerichte gevel van het hoofdgebouw.
bovenkant afgewerkte begane grondvloer van het hoofdgebouw, welke geldt ter plaatse van de op de verbeelding voorkomende aanduiding 'milieuzone'.
een (gedeelte van een) woning, dat dient voor het uitoefenen van een beroep, dat in die woning, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten.
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van één huishouden;
weg die voornamelijk tot doel heeft toegang te verschaffen tot de aanliggende woonpercelen
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, wordt gemeten buitenwerks en 1 meter boven peil;
van een gebouw wordt gemeten buitenwerks en boven peil;
wordt gemeten vanaf het hoogste punt tot het peil; schoorstenen, liftopbouwen, trappenhuizen, ketelhuizen en antennes uitgezonderd;
wordt gemeten van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels niet evenwijdig lopen of verspringen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte;
van een bouwperceel of bouwvlak of ander terrein wordt gemeten buitenwerks en 1 meter boven peil, met dien verstande, dat de grondoppervlakten van alle op een terrein gelegen gebouwen en andere bouwwerken worden opgeteld;
wordt gemeten vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot-, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
wordt gemeten binnenwerks, met dien verstande, dat de totale vloeroppervlakte van de bouwlagen ten dienste van kantoren en overige bedrijfsruimten met inbegrip van de daarbij behorende magazijnen en overige dienstruimten, wordt opgeteld.
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'Ontsluiting' zijn de in lid 3.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor ontsluitingswegen.
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden voor hoofdgebouwen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden voor bijbehorende bouwwerken de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden voor nutsvoorzieningen de volgende bouwregels:
Ten aanzien van de in lid 3.1 bedoelde gronden gelden voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de volgende bouwregels:
Het is verboden de bouwwerken zodanig te gebruiken dat de gevel niet meer kan worden aangemerkt als dove gevel en hierdoor niet meer voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1 teneinde in de woning en/of in een bijbehorend bouwwerken praktijkruimten toe te staan, mits de vloeroppervlakte van de activiteiten niet meer dan 50 m2 van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken bedraagt
De voor 'Woongebied - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Ter plaatse van de aanduiding 'Ontsluiting' en de binnen 10 meter van die aanduiding gelegen gronden zijn de in lid 4.1.1 bedoelde gronden tevens bestemd voor ontsluitingswegen.
Ter plaatse van de aanduiding 'Specifieke vorm van verkeer - langzaam verkeer' en de binnen 25 meter van die aanduiding gelegen gronden zijn de gronden tevens bestemd voor een route voor langzaam verkeer.
Ter plaatse van de aanduiding 'Jachthaven' zijn de gronden tevens bestemd voor een jacht- of passantenhaven met een omvang van ten hoogste 50 onoverdekte ligplaatsen.
Bouwverbod
Ten aanzien van de in lid 4.1 bedoelde gronden geldt dat het bouwen van bouwwerken uitsluitend is toegestaan overeenkomstig een door burgemeester en wethouders uitgewerkt plan dat in werking is getreden.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2 zolang de uitwerking nog niet in werking is getreden onder de voorwaarde dat het bouwplan past binnen het ontwerp, dan wel een door een burgemeester en wethouders vastgesteld uitwerkingsplan.
Burgemeester en wethouders werken, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6. lid 1 sub b van de Wet ruimtelijke ordening, de in lid 4.1 omschreven bestemming uit met inachtneming van het gestelde in de volgende regels:
De voor 'Leiding - Gas' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een gasleidingstrook, met een belemmeringenstrook ter breedte van 5 meter aan weerszijden van de hartlijn ter plaatse van de aanduiding “hartlijn leiding – gas”.
De belangen van de in lid 5.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor het bouwen ten behoeve van de in lid 5.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ten behoeve van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen en andere bouwwerken tóch mogen worden gebouwd op voorwaarde dat:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 5.1 zonder omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders of anders dan in zo'n vergunning is vastgelegd, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Artikel 5.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 5.4.1 kan alleen worden verleend als:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Gas' op te nemen of te verwijderen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een (bovengrondse) hoogspanningsverbinding, met een belemmeringenstrook ter breedte van 22 meter aan weerszijden van de hartlijn ter plaatse van de aanduiding “hartlijn leiding – hoogspanningsverbinding”.
De belangen van de in lid 6.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor het bouwen ten behoeve van de in lid 6.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ten behoeve van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2 en toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en andere bouwwerken toch mogen worden gebouwd op voorwaarde dat:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' op te nemen of te verwijderen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Leiding - Riool' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een rioolpersleidingstrook.
De belangen van de in lid 7.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Voor het bouwen ten behoeve van de in lid 7.1 bedoelde dubbelbestemming gelden de volgende regels:
Voor het bouwen ten behoeve van de andere voorkomende bestemming(en) gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels van lid 7.2.2 en toestaan dat in de andere daar voorkomende bestemmingen genoemde gebouwen en andere bouwwerken tóch mogen worden gebouwd op voorwaarde dat:
Het is verboden om op de gronden als bedoeld in lid 7.1 zonder vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) of anders dan in zo'n vergunning is vastgelegd, de volgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Artikel 7.4.1 geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden die:
Een vergunning als bedoeld in lid 7.4.1 kan alleen worden verleend als:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de dubbelbestemming 'Leiding - Riool' op te nemen of te verwijderen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
De belangen van de in lid 8.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.
Op of de in lid 8.1 bedoelde gronden mag niet worden gebouwd.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 voor bebouwing ten dienste van andere daar voorkomende bestemmingen, indien:
Het is verboden ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 8.1 de volgende werken, geen bouwwerken of overkappingen zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen uitvoeren of te laten uitvoeren zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders, indien de oppervlakte meer dan 5000m² bedraagt:
Het bepaalde in lid 8.4.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die
Een vergunning als bedoeld in lid 8.4.1 wordt uitsluitend verleend indien uit een door de aanvrager van de aanlegvergunning te overleggen rapport of andere beschikbare informatiebron de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag mogelijk kunnen worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate zijn vastgesteld en hieruit blijkt dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent:
De onder lid 9.1 genoemde eisen mogen uitsluitend worden gesteld, indien na afweging van de in het geding zijnde belangen, waaronder begrepen planologisch stedenbouwkundige en verkeersbelangen, het stellen van genoemde eisen redelijk gewenst is mede ter voorkoming van een onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Indien burgemeester en wethouders toepassing wensen te geven aan deze bepaling, dient de procedure te worden gevolgd als omschreven in 15.2.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Ter plaatse van de op de verbeelding aangegeven gebied met de aanduiding 'Geluidzone - industrie' mogen geen woningen worden gebouwd, tenzij wordt voldaan aan de wettelijke eisen met betrekking tot geluidhinder. De gevels van de desbetreffende woningen langs de Drachtstervaart dienen als geluiddove gevel te worden uitgevoerd, voor zover de geluidsbelasting van industrielawaai mee bedraagt dan 55 dB(A).
Ter plaatse van het op de verbeelding aangegeven gebied met de aanduiding 'Geluidzone - weg' mogen geen geluidsgevoelige objecten worden gebouwd, tenzij voldaan wordt aan een verleende hogere grenswaarde voor wegverkeerslawaai als bedoeld in de Wet geluidhinder.
Binnen 50 meter van het op de verbeelding aangegeven gebied met de aanduiding 'Geluidzone - afschermende bebouwing 2' dient geluidsafschermende bebouwing te worden gerealiseerd zodat voldaan wordt aan de verleende hogere geluidswaarde.
Ter plaatse van het op de verbeelding aangegeven gebied met de aanduiding 'Milieuzone - industrie' zijn geen milieugevoelige functies, waaronder woningen, toegestaan.
Ter plaatse van het op de verbeelding aangegeven gebied met de aanduiding 'Milieuzone - gasleiding' zijn verminderd zelfredzame functies uitgesloten.
Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 12.1 kan slechts worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op:
Wijzigingen als bedoeld in artikel 14.1 kunnen alleen worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de landschappelijke waarden, de archeologische waarden, de natuurwaarden, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
Op de voorbereiding van een besluit tot het stellen van een nadere eisen is de volgende procedure van toepassing.
Op de voorbereiding van een omgevingsvergunning voor afwijken is de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging of uitwerking is de procedure als bedoeld in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 16.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in lid 16.1.1 met maximaal 10%.
Lid 16.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 16.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het Drachtstervaart uit te werken.