3.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor
-
a. bedrijfsactiviteiten, die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, alsmede voor:
-
1. een bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf";
-
2. een kwekerijbedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - kwekerij";
met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven;
maar ook voor de daarbij behorende:
-
b. restauratieve voorzieningen;
-
c. groenvoorzieningen en water;
-
d. parkeervoorzieningen;
-
e. wegen, straten en paden;
-
f. openbare nutsvoorzieningen;
-
g. kunstobjecten;
-
h. tuinen en erven.
3.5. Ontheffing van de gebruiksregels
3.5.1. Ontheffingsbevoegdheden
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
-
a. de regel van lid 3.4 onder a en toestaan dat ook bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, op voorwaarde dat het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
-
b. de regel van lid 3.4 onder a en toestaan dat bedrijven worden gevestigd genoemd in bijlage 1 onder categorie 3.1 en 3.2., op voorwaarde dat:
-
1. de bedrijven naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in bijlage 1 onder categorie 2;
-
2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven betreft;
-
c. de regel van lid 3.4 onder b en toestaan dat de gronden en gebouwen worden gebruikt voor de uitoefening van:
-
1. productiegebonden detailhandel;
-
2. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten en caravans;
-
3. bouwmarkten;
-
4. tuincentra;
-
5. detailhandel in meubelen en woninginrichting.
3.5.2. Beoordelingscriteria
Ontheffingen als bedoeld in lid 3.5.1 kunnen slechts worden verleend als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
-
a. de woonsituatie;
-
b. de milieusituatie;
-
c. de verkeersveiligheid;
-
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
3.5.3. Ontheffingsprocedure
Als Burgemeester en Wethouders de ontheffingsbevoegdheden van lid 3.5.1 toepassen, moeten zij de procedure volgen die omschreven staat in artikel 33.1.