17.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
sportieve recreatie;
maar ook voor de daarbij behorende:
restauratieve voorzieningen;
groenvoorzieningen;
waterlopen en waterpartijen, met dien verstande dat van de gronden ter plaatse van de aanduiding "water" minimaal 90% moet worden ingericht als oppervlaktewater;
parkeervoorzieningen;
speelvoorzieningen;
wegen, straten en paden;
openbare nutsvoorzieningen;
kunstobjecten;
tuinen en erven.
17.2 Bouwregels 17.2.1 Toegelaten bouwwerken Op de gronden, bedoeld in 17.1, mogen de volgende bouwwerken worden gebouwd:
gebouwen ten dienste van de bestemming, zoals sporthallen, zwembaden, kleedruimtes, verenigingsgebouwen, kantines, onderhouds- en beheersgebouwen en gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen;
andere bouwwerken, zoals erf- en terreinafscheidingen, kunstobjecten, ballenvangers en lichtmasten.
17.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
de gebouwen mogen alleen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
de minimale en maximale goot- en bouwhoogte en dakhelling van een gebouw mag respectievelijk ten minste en ten hoogste de in de aanduiding "minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven minimale en maximale goot- en bouwhoogte en dakhelling bedragen;
het bebouwingspercentage van een bouwvlak mag ten hoogste het in de aanduiding "minimale-maximale goot-, bouwhoogte (m), dakhelling (graden) en maximum bebouwingspercentage (%)" aangegeven bebouwingspercentage bedragen
in afwijking van de regels onder a, b en c mogen gebouwen voor openbare nutsvoorzieningen buiten het bouwvlak worden gebouwd, in welk geval de volgende regels gelden:
de inhoud van een gebouw mag maximaal 75 m³ bedragen;
de hoogte van een gebouw mag maximaal 4 meter bedragen.
17.2.3 Andere bouwwerken
Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:
erf- en terreinafscheidingen en pergola's mogen alleen binnen bouwvlakken worden gebouwd;
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1 meter zijn, maar als een erf- of terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de aan de kant van de weg gelegen gevel wordt gebouwd, mag deze maximaal 2 meter zijn;
de bouwhoogte van ballenvangers mag maximaal 10 meter zijn;
de bouwhoogte palen en masten mag maximaal 8 meter zijn, maar de hoogte van lichtmasten mag maximaal 15 meter zijn;
de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 12 meter zijn;
de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 5 meter zijn.
17.3 Ontheffing van de bouwregels 17.3.1 Ontheffingsbevoegdheden Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regel van lid 17.2.3 sub a en toestaan dat erf- en terreinafscheidingen buiten de aangegeven bouwvlakken worden gebouwd.
17.3.2 Beoordelingscriteria
De ontheffingen als bedoeld in lid 17.3.1 kunnen alleen worden verleend, als hierdoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
de woonsituatie;
het straat- en bebouwingsbeeld;
de milieusituatie;
de verkeersveiligheid;
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
17.3.3 Ontheffingsprocedure Als Burgemeester en Wethouders de ontheffingsbevoegdheden uit lid 17.3.1 toepassen, moeten zij de procedure volgen die omschreven staat in artikel 30.1.
|