direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Drachten - Woon- en zorglocatie De Lauwers
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0090.BP2009SDM002-0501

2.3 Gemeentelijk beleid

Het gemeentelijk ruimtelijk beleid van Smallingerland is gevat in een aantal verschillende beleidsdocumenten. In deze paragraaf worden de beleidsdocumenten behandeld die voor de Woon- en zorglocatie De Lauwers van belang zijn.

Wonen

Het beleid ten aanzien van het wonen in Drachten is onder andere vastgelegd in het woonplan "nieuwe stijl" (Woonplan "Nieuwe Stijl", het woonbeleid van de gemeente Smallingerland voor de periode 2005-2015, december 2005).

In het woonplan is het woonbeleid van de gemeente Smallingerland voor een periode van 10 jaar uitgezet. Het plan mondt uit in een dynamisch woningbouwprogramma dat periodiek wordt bijgesteld en het zal functioneren als strategisch beleidsplan waarmee sturing kan worden gegeven aan de ontwikkelingen op de woningmarkt. In het woonplan is een sturingsmodel opgenomen, dat zich richt op een optimale omvang en mix van plannen, aansluitende op de actuele vraag naar woningen.

Uit de samenstelling van de bevolkingsgroei blijkt dat de leeftijdsgroepen vanaf 45 jaar relatief zijn toegenomen, waarbij de leeftijdsgroep van 45 tot 65 jaar verantwoordelijk is voor de grootste toename. Er is sprake van een beginnende vergrijzing in de gemeente. Voor ouderen wordt in de toekomst verwacht dat de vraag naar voor ouderen geschikte woningen, zorg en dienstverlening de komende jaren zal stijgen. Hoofddoel van het ouderenbeleid is onder andere om ouderen zo zelfstandig mogelijk in de eigen omgeving oud te laten worden. Dit stelt eisen aan de woning, de woonomgeving en de beschikbaarheid van welzijn- en zorgdiensten. Er dient een groter aanbod van woningen te komen, die geschikt zijn voor ouderenhuisvesting, waarbij zorg, welzijn en wonen beter op elkaar zijn afgestemd. De kwaliteit van de woningen en het wonen verdient daarom extra aandacht. De woningen dienen te bestaan uit ruime appartementen, gecombineerd met zorg, dichtbij voorzieningen.

Naast het beleid, zoals verwoord in het Woonplan, is het beleid uit het Beleidsplan Wonen 2000 plus een belangrijk kader voor het woningbeleid in de gemeente. Het centrale thema in dit beleidsplan is de leefbaarheid, waar de gemeente goede randvoorwaarden voor dient te stellen. Deze randvoorwaarden worden onder andere bepaald door het stellen van een aantal thema's aan de hand waarvan de ontwikkelingsmogelijkheden zijn bepaald. Belangrijke thema's zijn onder andere het vooropstellen van kwaliteit bij groei van de woningmarkt, het accent op de zwakkere partijen in de samenleving , de afstemming tussen herstructurering en nieuwbouw en de optimalisering van de samenwerking tussen de verschillende betrokken partijen. De doelgroep, waarvoor nieuwe woningen/voorzieningen gerealiseerd moeten worden, is beperkt in hun zelfredzaamheid. Naast inkomen en leeftijd kunnen andere factoren de zelfredzaamheid van huishoudens beperken. Dit geldt voor statushouders, gehandicapten, (ex-)psychiatrische patiënten, thuis- en daklozen en "moeilijk plaatsbaren". Bij deze groep gaat het in een aantal gevallen behalve om de beschikbaarheid van een bepaald woningtype, vaak ook om de snelheid waarmee een woning beschikbaar komt of om de noodzaak van begeleiding. Het blijft zaak dat tussen gemeente en corporaties onder gezamenlijke verantwoordelijkheid afspraken gemaakt worden voor de huisvesting van deze groepen. De beschikbaarheid van woningen voor de aandachtsgroepen van beleid is ook een zorg van de gemeente. De gemeente is van mening dat voldoende passende, betaalbare en kwalitatief goed woningen voor deze groepen aanwezig moeten zijn, nu en in de toekomst. De corporaties zijn belangrijke partners bij het realiseren van deze doelstelling. De woon- en zorglocatie De Lauwers is een vertaling van beleid dat door de gemeente en corporaties wordt onderschreven.

Welstandsbeleid

Zoals elke andere gemeente, heeft ook de gemeente Smallingerland een Welstandsnota. Deze is medio 2004 vastgesteld. In deze nota zijn de welstandseisen omschreven die aan een bouwwerk worden gesteld.

Het gaat dan om criteria die betrekking kunnen hebben op onder andere de hoofdvorm, het materiaalgebruik, de kleurkeuze en de detaillering van een concreet bouwwerk. Het uiteindelijke doel van de nota is het streven naar behoud en zo nodig versterking van de beeldkwaliteit in het algemeen en die van de cultuurhistorische en bepaalde stedenbouwkundige en architectonische waarden in het bijzonder.

Bij de ruimtelijke toetsing van bouwaanvragen in het onderhavige plangebied, zijn twee toetsingsinstrumenten van belang: de welstandsnota en het bestemmingsplan. Inhoudelijk zijn beide instrumenten op elkaar afgestemd. Als regel geldt dat de welstandscriteria in de welstandsnota zich bewegen binnen de bebouwingsmogelijkheden die door het bestemmingsplan worden gegeven.

De gehele gemeente is in een groot aantal gebieden opgedeeld, met elk hun eigen toepasselijke welstandskader. Er zijn in totaal 31 welstandskaders in de welstandsnota opgenomen. De nota bevat geen criteria voor grotere (her)ontwikkelingsprojecten die de bestaande ruimtelijke structuur en karakteristiek doorbreken. Dergelijke welstandscriteria kunnen eenvoudigweg pas worden opgesteld zodra er een concreet stedenbouwkundig plan aan het project ten grondslag ligt. Als aanvulling op de welstandsnota kunnen afzonderlijke welstandscriteria worden opgesteld, bijvoorbeeld in de vorm van een beeldkwaliteitsplan.

Normaal gesproken worden bouwplannen getoetst aan de gemeentelijke Welstandsnota. De criteria in de Welstandsnota zijn echter over het algemeen gericht op het behoud van bestaande situaties. De voorliggende locatie valt in de Welstandsnota binnen deelgebied "De Drait (individueel)". De bijbehorende criteria zijn te algemeen om de ontwikkeling die met het plan De Lauwers wordt beoogd voldoende sturing te kunnen geven. Daarom is een beeldkwaliteitsplan opgesteld dat als toetsingskader zal dienen voor de welstandsbeoordeling. Het beeldkwaliteitsplan bevat nieuwe speciaal op de locatie toegesneden welstandscriteria waaraan het bouwplan zal worden getoetst. Dit beeldkwaliteitsplan wordt tegelijkertijd met dit bestemmingsplan in procedure gebracht.

Zorg- en welzijnbeleid

De gemeente Smallingerland heeft verschillende beleidsnotities opgesteld met betrekking tot de thema's "zorg" en "welzijn"

De Kadernota WMO in Smallingerland uit 2006 vormt het beleidskader van de gemeente voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Goed en prettig wonen is de basis voor het beleid. Een levensloopbestendige woning en woonomgeving vormt het vertrekpunt. Daarnaast wordt welzijn als basis voor goede zorg gezien. In relatie tot het wonen is aangegeven dat als mensen prettig wonen er minder snel zorg verleend hoeft te worden. Een goede woning en een prettige woonomgeving met voldoende voorzieningen en een sterk sociaal netwerk vormen de basis. De hoofddoelstelling is: "het zo lang mogelijk en zoveel mogelijk handhaven van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van zorgbehoevenden". Dit moet worden gerealiseerd door:

  • het voorzien in een sluitend aanbod van aanpalende voorzieningen dat naadloos aansluit op het zorgaanbod;
  • stimuleren dat woningcorporaties en andere projectontwikkelaars aanpasbaar bouwen;
  • de aanpalende voorzieningen zo dicht mogelijk bij het huis van de zorgbehoevenden aan te bieden door "gebundelde deconcentratie" van voorzieningen.

Om de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van zorgbehoevenden zo lang mogelijk en zoveel mogelijk te handhaven moeten zorgvoorzieningen, aanpalende voorzieningen en algemene voorzieningen zo dicht mogelijk bij het huis van de zorgbehoevenden worden aangeboden. Het efficiëntiecriterium vraagt echter om het zo centraal mogelijk aanbieden van (aanpalende) voorzieningen. Een evenwicht tussen beide uitgangspunten kan worden gevonden in "gebundelde deconcentratie" op wijkniveau. Dat wil zeggen dat (aanpalende) voorzieningen zoveel mogelijk gebundeld worden aangeboden op meerdere punten oftewel gedeconcentreerd in de gemeente. Het is gewenst de diverse zorgfuncties in of in de nabijheid van de bestaande voorzieningenclusters te situeren. Het realiseren van meerdere zogenaamde woon-zorgzones of service gebieden wordt nagestreefd. De ontwikkelingen in het plangebied voorzien hierin.

Deze kadernota heeft de basis gevormd voor het WMO beleidsplan 2008 - 2011. In de WMO worden prestatievelden onderscheiden waarop beleid moet worden gemaakt. Met betrekking tot het prestatieveld "Samen leven in wijken, buurten en dorpen" geldt dat de sociale samenhang dient te worden bevorderd. Om dit te bereiken, worden combinaties van wonen en zorg gestimuleerd. Dit geldt tevens als uitgangspunt voor woningcorporaties. In de komende jaren zullen dan vier zogenaamde woon-zorgzones of service gebieden worden gerealiseerd. Een woon-zorgzone is een gebied van circa 10.000 inwoners, waarbinnen de woon-, welzijns en zorgvoorzieningen in samenhang worden aangeboden vanuit één of enkele voorzieningenclusters. Binnen elke woon-zorgzone moet sprake zijn van:

  • voldoende geschikte woningen en zorgwoningen;
  • een zorginfrastructuur voor 24 uurs niet-planbare en planbare zorg;
  • een adequaat welzijnspakket voor ouderen en intensieve zorgvragers;
  • een toegankelijke en veilige woonomgeving.

De gemeente Smallingerland zal in de komende jaren aandacht schenken aan het realiseren van een toereikend aanbod aan algemene voorzieningen op het gebied van wonen, welzijn en zorg, waardoor ouderen en mensen met beperkingen in staat worden gesteld om zo lang en zo zelfstandig mogelijk te blijven deelnemen aan de samenleving. Één van deze locaties is het onderhavige plangebied.

In de Kadernotitie Integraal Ouderenbeleid Smallingerland schetst het kader en de gemeentelijke uitgangspunten van het ouderenbeleid. Binnen de beleidsvelden "wonen", "zorg" en "welzijn" worden de volgende beleidsaccenten benoemd. Het beleid is gericht op bevordering en ondersteuning van het zelfstandig wonen van ouderen. Dit stelt eisen aan de aard van de woningvoorraad, maar ook aan de beschikbaarheid van voorzieningen.
Er moet specifieke kennis verzameld worden naar de vraag naar zelfstandig wonen van de totale doelgroep ouderen. (ouderen zonder beperkingen, ouderen met een functiebeperking en zorgbehoefte, ouderen met een verstandelijke of psychische beperking en een zorgbehoefte) Naast de omvang van de doelgroep zal er kennis verzameld moeten worden omtrent de woonwensen van de doelgroepen.

Ontwikkelingen als vermaatschappelijking van de zorg, extramuralisering en deconcentratie, vragen om een actieve gemeente die zorgpartijen bij elkaar brengt en zorgt voor een goede afstemming van belangen van de betrokken partijen. Ook de vraag naar zorg verandert, er zal steeds meer zorg op maat gevraagd worden. Het zorgaanbod zal daar goed op aan moeten sluiten. Een goed voorbeeld hiervan zijn de ontwikkelingen in het plangebied, dat in de kadernotitie is aangewezen als zorgzone.

In diverse (waaronder de voorgaande) gemeentelijke nota's is aangegeven dat een toenemende vergrijzing (of verzilvering) en de zogenaamde vermaatschappelijking van de zorg (extramuralisering) gevolgen hebben voor het brede terrein van wonen, welzijn en zorg. Goed en geschikt wonen voor iedereen en meedoen staat centraal in het beleid. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar ouderen, bewoners met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking en chronisch zieken. In de notitie Woon-zorg-eloos in Smallingerland is de ontwikkeling en uitvoering van het beleid integraal opgezet en zijn de verschillende sectoren beleidsmatig en op uitvoeringsniveau op elkaar afgestemd. De centrale doelstelling is om mensen in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te wonen en te leven, ook wanneer zij behoefte krijgen aan begeleiding, ondersteuning of zorg. De geschikte woonplek ligt daarbij voor veel mensen in de eigen, vertrouwde buurt. Het streven is daarom gericht op:

  • voldoende aanbod van geschikte woningen voor ouderen en mensen met een beperking;
  • voldoende benodigde voorzieningen voor welzijn en zorg;
  • een voldoende levensloopbestendige woonomgeving;
  • (verbetering van) kleinschalige dienstverlening dicht bij huis;
  • het tot stand brengen van voldoende sociale cohesie.

De partijen in de gemeente Smallingerland spannen zich in om de noodzakelijke condities op gebiedsniveau te realiseren om zodoende mensen in staat te stellen zelfstandig in hun vertrouwde omgeving te blijven wonen.

De aanwezigheid én bereikbaarheid van de voorzieningen is een basisvoorwaarde. Het gaat hierbij zowel om de voorzieningen voor dagelijkse levensbehoeften als om additionele voorzieningen voor onder andere welzijn, gezondheid en zorg. Omdat de nabijheid van dergelijke voorzieningen niet op elke plaats haalbaar is, is gekozen voor het ordeningsprincipe

van de centrale zones, waarbinnen sprake is van een goed en compleet voorzieningenniveau. De zone biedt niet alleen op zichzelf een hoogwaardig woonmilieu, maar vormt tevens als kloppend hart voor de hele wijk het kristallisatiepunt van het sociale leven en de uitvalsbasis voor dienstverlening in de wijk. Één van deze centrale zones betreft de nieuwbouw van een zorgcentrum aan de Lauwers.

Duurzaam bouwen

Duurzaam bouwen is een belangrijk aspect waarmee de gemeente Smallingerland in den lande toonaangevend is. Speerpunten in dit duurzaam bouwen-beleid zijn het integraal waterbeheer en het toepassen van alternatieve energiebronnen. Naast deze fysieke tak van het duurzaam bouwen-beleid, kent de gemeente ook een sociale tak in de vorm van de kwaliteit van de leefomgeving. Aan deze sociale duurzaamheid wordt bijgedragen door onder andere het toepassen van een bepaalde variatie in de bebouwing, een differentiatie in functies, inbreiden in plaats van uitbreiden en een kwalitatief hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte.

Voor met name de ontwikkelingslocaties in het onderhavige bestemmingsplan geldt dat de uitgangspunten van het duurzaam bouwen bij de uitwerking van de betreffende plannen dienen te worden betrokken.