Drachten De Drait - Morrapark

4.2. Kabels en leidingen

Teneinde een goede belangenafweging mogelijk te maken voor de vele functies binnen het plangebied, is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de ligging en eigenschappen van binnen het plangebied voorkomende kabels en leidingen. Sommige van deze kabels en leidingen vereisen een bepaalde afstand tot gevoelige functies. Voor het bestemmingsplan is met name de ligging van de hoofdtransportleidingen van belang, aangezien deze gekoppeld zijn aan een bepaalde afstand die aangehouden dient te worden waarbinnen geen bebouwing mag plaatsvinden.

In het plangebied komt een hoogspanningsverbinding, een gasleiding, een rioolpersleiding en een aantal hoofdwaterleidingen voor. Met de ligging van deze leidingen alsmede de aan te houden afstand, zal rekening worden gehouden in het bestemmingsplan. Voor de hoogspanningleiding geldt een aan te houden afstand van 15 meter aan weerszijden, voor de gasleiding (met een druk van 40 bar en een diameter van 8 inch) 4 meter aan weerszijden en voor de rioolpersleiding en de hoofdwaterleidingen 5 meter. Deze leidingen hebben, door de afstand tot de functies in het plangebied, geen gevolgen voor de functies en ontwikkelingen in het plangebied.