Plan: | Schiermonnikoog - Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0088.056302-0000 |
17. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Recreatie - Recreatiewoningen 1” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. recreatiewoningen;
b. bijgebouwen bij een recreatiewoning;
c. een gebouw ten behoeve van gemeenschappelijk onderhoud en beheer van het zomerhuizenterrein, ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - gebouw”;
met de daarbijbehorende:
d. tuinen, erven en terreinen;
e. parkeervoorzieningen;
f. nutsvoorzieningen;
g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
17. 2. Bouwregels
17. 2. 1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
a.
als
hoofdgebouw mogen uitsluitend recreatiewoningen worden gebouwd;
b.
een
hoofdgebouw dient voor ten minste 75% binnen een bouwvlak worden gebouwd, met
dien verstande dat de naar de weg gekeerde bouwgrens niet wordt overschreden;
c.
het aantal
hoofdgebouwen mag per bouwvlak ten hoogste één bedragen, tenzij in het bouwvlak een maximum
aantal aaneen te bouwen hoofdgebouwen is aangegeven, in welk geval:
1. de hoofdgebouwen aaneen mogen worden gebouwd;
2. het aantal (aaneen) te bouwen hoofdgebouwen ten hoogste gelijk is aan het aangegeven maximum aantal;
d.
de oppervlakte van een hoofdgebouw mag ten
hoogste 100 m²
bedragen;
e.
de onderlinge afstand tussen de hoofdgebouwen
dan wel een blok van aaneen gebouwde hoofdgebouwen zal ten minste 6,00 m
bedragen;
f.
de
maatvoering van een hoofdgebouw dient te voldoen aan de in het bouwvlak
aangegeven maatvoeringseisen.
17. 2. 2. Voor het bouwen van bijgebouwen bij een recreatiewoning gelden de volgende regels:
a. ter plaatse van de aanduiding “vrijstaand uitgesloten”, mogen uitsluitend aangebouwde bijgebouwen worden gebouwd;
b. per recreatiewoning mag ten hoogste één bijgebouw worden gebouwd;
c. de oppervlakte van een bijgebouw mag ten hoogste 10 m² bedragen;
d. de bouwhoogte van een bijgebouw mag ten hoogste 3,00 m bedragen.
17. 2. 3. Voor het bouwen van het in lid 17.1. sub c bedoelde gebouw gelden de volgende regels:
a. er mag ten hoogste één gebouw worden gebouwd;
b. een gebouw mag uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - gebouw”;
c. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 4,00 m bedragen.
17. 2. 4. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
- de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 1,00 m bedragen.
17. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
b. de natuurlijke en landschappelijke waarden van het omliggende gebied;
c. een goede woonsituatie;
d. de verkeersveiligheid;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
17. 4. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor permanente bewoning;
b. het gebruik van bijgebouwen voor recreatieve bewoning.