Plan: | Schiermonnikoog - Dorp |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0088.056302-0000 |
10. 1. Bestemmingsomschrijving
De voor “Maatschappelijk” aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. gebouwen ten behoeve van maatschappelijke voorzieningen;
met de daarbijbehorende:
b. begraafplaats, ter plaatse van de aanduiding “begraafplaats”;
c. tuinen, erven en terreinen;
d. groenvoorzieningen;
e. straten en paden;
f. parkeervoorzieningen;
g. speelvoorzieningen;
h. nutsvoorzieningen;
i. sloten, bermen en beplanting;
j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
10. 2. Bouwregels
10. 2. 1. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
a. de gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - kelder”, ondergrondse gebouwen buiten het bouwvlak mogen worden gebouwd;
b. indien in het bouwvlak een bebouwingspercentage is aangegeven, dient het bebouwingspercentage van het bouwvlak te voldoen aan het aangegeven percentage;
c. de maatvoering van de gebouwen dient te voldoen aan de in het bouwvlak aangegeven maatvoeringseisen.
10. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen, met uitzondering van erf- en terreinafscheidingen, achter de naar de weg gekeerde gevels(s) van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan te worden gebouwd;
b. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag per bouwperceel ten hoogste 15 m² bedragen;
c. de bouwhoogte van overkappingen mag ten hoogste 3,00 m bedragen;
d. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 m bedragen;
e. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 5,00 m bedragen
10. 3. Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
a. de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
b. de milieusituatie;
c. de verkeersveiligheid;
d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10. 4. Ontheffing van de bouwregels
10. 4. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in lid 10.2.1. sub a en toestaan dat de gebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
- de oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer bedraagt dan 10% van de oppervlakte van het binnen het bouwperceel gelegen gedeelte van het bouwvlak;
b. het bepaalde in lid 10.2.2. sub a en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw worden gebouwd.
10. 4. 2. De in lid 10.4.1. genoemde ontheffing mag uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
b. de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
c. de woonsituatie;
d. de verkeersveiligheid;
e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
10. 5. Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:
a. het gebruik van de gronden en bouwwerken als zelfstandig horecabedrijf;
b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bewoning;
c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van zelfstandige detailhandel.
10. 6. Ontheffing van de gebruiksregels
10. 6. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 10. 5. onder b en toestaan dat de gebouwen worden gebruikt ten behoeve van een bedrijfswoning, mits:
1. per functie ten hoogste één bedrijfswoning wordt gerealiseerd;
2. de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste 150 m² bedraagt;
10. 6. 2. De in lid 10.6.1. genoemde ontheffing mag uitsluitend worden verleend, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
b. de in bijlage 3 en 4 aangegeven cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het beschermd dorpsgezicht;
c. de woonsituatie;
d. de milieusituatie;
e. de verkeersveiligheid;
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.