Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0086.BPBuitengebied-0302 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Buitengebied met identificatienummer NL.IMRO.0086.BPBuitengebied-0302 van de gemeente Opsterland;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en bijlagen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een beroep dat in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend en dat is gericht op het verlenen van diensten;
een onderdeel van een hoofdgebouw dat in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvorm;
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren, al dan niet in combinatie met volledig bedrijfseigen mestbewerking/-verwerking en mestraffinage in de vorm van mini-vergisters;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico dan wel een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een vrijstaand gebouw dat in ruimtelijk opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het aanbieden door een grondeigenaar van zijn eigendommen ten behoeve van waterbeheersmaatregelen waaronder het (tijdelijk) vasthouden van water op basis van vrijwilligheid en tegen een passende vergoeding;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en kapverdieping;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
detailhandel in een assortiment goederen dat is gebaseerd op de behoeftes van een automobilist of diens passagiers;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een maatschappelijke voorziening;
Paardenbedrijf gericht op het trainen van paarden ten behoeve van de draf- en rensport, niet zijnde een agrarisch bedrijf;
elke voor publiek buiten de daartoe ingerichte inrichtingen toegankelijke festiviteit, grootschalige sportwedstrijd, auto- of motorcrosswedstrijd, optocht, georganiseerd vuurwerk en alle overige tot vermaak en recreatie bedoelde activiteiten, met uitzondering van markten als bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een verklaring van geen bezwaar op grond van de Flora- en faunawet, indien vereist, kan worden verleend;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een bedrijf dat in hoofdzaak is gericht op het africhten, het opleiden en het trainen, alsmede het opvangen en stallen van paarden en/of pony's in de vorm van een paardenpension, al dan niet in combinatie met elkaar;
de geluidsbelasting vanwege een weg en/of een industrieterrein;
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een inrichting waarbij ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
een verblijfsaccommodatie die naar afmetingen en inrichting specifiek bedoeld is voor een grotere groep van personen, tot uitdrukking komend in onder andere gezamenlijke faciliteiten voor logies, dagverblijf en maaltijdbereiding;
een agrarisch bedrijf waarbij het gebruik van agrarische gronden in de omgeving van het bedrijf noodzakelijk is voor het functioneren van het bedrijf, in de vorm van akkerbouw, vollegronds-tuinbouw, fruitteelt en boomteelt, grondgebonden veehouderij, en naar de aard daarmee vergelijkbare bedrijven;
een veehouderij waarbij voldoende grond in de omgeving van het bedrijf aanwezig is om overwegend te voorzien in de mestafzet en het benodigde ruwvoer van de veehouderij, inclusief een neventak niet-grondgebonden veehouderij die wat betreft aard en schaal ondergeschikt is aan de grondgebonden bedrijfsvoering;
een paardenbedrijf waarbij de omzet uitsluitend of in hoofdzaak wordt behaald uit een combinatie van training van paarden, het uitbrengen van paarden in de sport en het geven van instructie aan derden op paarden die niet in eigendom zijn van het bedrijf, niet zijnde een agrarisch bedrijf;
het houden van landbouwhuisdieren (bijvoorbeeld maximaal 5 paarden) op een niet bedrijfsmatige basis in combinatie met een woonfunctie;
een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het bereiden van etenswaren voor consumptie al dan niet ter plaatse, waaronder wordt verstaan: snackbar, bistro, crêperie, lunchroom, koffie-/theehuis, koffiebar, tearoom, ijssalon, broodjeszaak, croissanterie;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het bereiden van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken, alsmede het bedrijfsmatig bieden van nachtverblijf en/of zaalaccommodatie, waaronder in ieder geval wordt verstaan een pension, hotel en/of restaurant;
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het bieden van vermaak in de vorm van het bieden van gelegenheid tot luisteren naar en dansen op muziek met het verstrekken van bijbehorende etenswaren en dranken.
Hieronder worden onder meer begrepen bar-dancings en discotheken;
een horecabedrijf dat voorzieningen ten behoeve van het houden van (meerdaagse) conferenties, recreatief verblijf in groepsaccommodaties met bij deze functies horende en zelfstandige horecavoorzieningen biedt;
de oppervlakte van de ruimte binnen een horecabedrijf, die wordt gebruikt voor de verstrekking van dranken, etenswaren of logies, exclusief toilet-, keuken-, entree-, opslag- en administratieruimten, en dergelijke;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht in het kader van de Boswet;
een agrarisch bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van dierlijke producten door middel van het houden van vee - niet zijnde een wormenkwekerij of een paardenfokkerij - waarbij hoofdzakelijk geen gebruik wordt gemaakt van open grond;
een obstakelvrije zone ten behoeve van het opstijgen en of landen van vliegtuigen.
een mobiel en/of demontabel kampeermiddel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
het gelegenheid geven tot het houden van recreatief nachtverblijf in gebouwen deel uitmakend van een agrarisch bedrijf dan wel een voormalig agrarisch bedrijf;
Een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, bloemen of planten;
de in bijlage 3 genoemde bedrijvigheid, dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daaraan gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
een vorm van verblijfsrecreatie in kampeermiddelen op kleine schaal in combinatie met een bestaande (agrarische) bedrijfs- of woonfunctie, met dien verstande dat:
- het aantal kampeermiddelen op een terrein ten hoogste 15 mag bedragen;
- de kampeermiddelen uitsluitend in de periode van 15 maart tot 31 oktober geplaatst mogen zijn, en:
- uitsluitend mobiele kampeermiddelen zijn toegestaan;
- geen stacaravans of kampeerbungalows zijn toegestaan;
winning van energie uit kleinschalige perceelsgebonden bronnen, waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting en waarvan de bronnen in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar zijn, zoals zon, wind, water, aard- en omgevingswarmte;
het bieden van de, ten opzichte van de woon- of agrarische bedrijfsfunctie ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf al dan niet in combinatie met ontbijt in de (bedrijfs)woning aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben, waaronder tevens wordt verstaan bêd en brochje;
een agrarisch bedrijf dat gericht is op het voortbrengen van producten door middel van het telen van bomen, heesters of andere siergewassen en op de groothandel in deze producten;
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico dan wel een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;
waarden in verband met de verschijningsvorm van een gebied en de aanwezigheid van waarneembare structuren en/of elementen in dat gebied, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat gebied heeft gemaakt;
een ruimte voor het afmeren en doen of laten liggen van een vaartuig;
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening en opvang, alsook productiegebonden detailhandel, dagrecreatie en ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
een paardenbedrijf waarbij de omzet uitsluitend of in hoofdzaak wordt behaald uit het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf of aan derden met eigen paarden en het bieden van huisvesting aan die paarden, niet zijnde een agrarisch bedrijf;
voorziening voor het opslaan van meststoffen, waaronder mestsilo's en mestbassins;
bouwwerken en installaties ten behoeve van volledige bedrijfseigen mestvergisting en -verwerking;
een tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan of enig ander onderkomen met de bedoeling deze te plaatsen op een kleinschalige camping gedurende ten hoogste 3 aansluitende maanden per kampeerseizoen;
een toets waarbij is onderzocht of op voorhand redelijkerwijs te verwachten is dat een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, indien vereist, zal worden verleend;
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied. Onderdeel van de natuurlijke waarden vormt steeds een beoordeling van de soortbescherming op basis van de Flora- en faunawet;
voorzieningen ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie, voorzieningen ten dienste van de exploitatie en/of winning van aardgas, alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen, zendmasten en oplaadvoorzieningen voor elektrische motorvoertuigen;
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand;
een buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
een gebouw dat dient als recreatiewoonverblijf, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;
een bouwwerk c.q. object als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, dat kan worden aangemerkt in de zin van dat besluit als een kwetsbaar of beperkt kwetsbaar object;
een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
het beeld opgebouwd uit bebouwing, beplanting, water, wegen, verkavelingspatroon en andere voor het landschap van Opsterland karakteristieke elementen;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seks-bioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een lichtdoorlatend gebouw met rechte wanden en een dakconstructie die is voorzien van kleine meervoudige boogvormige overspanningen;
een agrarisch bedrijfsgebouw ten behoeve van het houden van vee;
een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond (plaatsgebonden) en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
niet voor zelfstandig gebruik geschikte ruimte of ruimten gericht op kortdurend recreatief verblijf voor ten hoogste 4 personen;
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;
een gebied dat in gebruik is ten behoeve van de waterhuishouding met het oog op de tijdelijke berging van (hemel)water;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
voor bewoning bestemd (hoofd)gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;
een agrarisch bedrijf waar zorgactiviteiten gecombineerd worden met agrarische activiteiten. Er wordt op kleine schaal opvang c.q. dagverblijf geboden aan zorgvragers die op therapeutische basis meehelpen en/of aanwezig zijn bij (onderdelen van) hoofdzakelijk agrarische werkzaamheden;
een instelling waar wonen in combinatie met zorg wordt aangeboden gesitueerd in landelijk gebied en in de vorm van een boerderij, eventueel gecombineerd worden met het uitoefenen van beperkte agrarische activiteiten door zorgvragers die op therapeutische basis meehelpen en/of aanwezig zijn bij (onderdelen van) hoofdzakelijk agrarische werkzaamheden (dagverblijf).
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
voor zover in de regels een dakhelling is voorgeschreven, is deze niet van toepassing op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, de bovenste dakvlakken van mansardekappen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van de kap van de molen.
De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
en voor zover het gronden betreft ter plaatse van de aanduiding:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van agrarische bedrijven gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Een omgevingsvergunning voor nieuwe bouwwerken met een oppervlakte groter dan 100 m² wordt uitsluitend verleend wanneer gelijktijdig met het bouwplan een inrichtingsplan is ingediend.
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 3.1 een omgevingsvergunning verlenen voor:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden van Burgemeester en Wethouders, voor de hierna onderscheiden gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 3.7.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 3.7.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het plan wijzigen in die zin dat:
De voor ‘Agrarisch - Kwekerij’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van kwekerijen, niet zijnde kassen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van kassen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
ten behoeve van afwijking van:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het plan wijzigen in die zin dat de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Wonen' met dien verstande dat:
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van bedrijven gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van :
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het plan wijzigen in die zin dat:
De voor ‘Bedrijf - Nutsvoorziening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
De voor ‘Bos’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikte:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het bepaalde in lid 7.2.1 sub a, c, d en e en lid 7.2.2 sub b voor het bouwen van overkappingen of overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het beheer van natuurgebieden en de dagrecreatie (zoals vogelkijkhutten) tot een bouwhoogte van ten hoogste 12 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van masten ten hoogste 6 m mag bedragen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 7.5.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 7.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt alleen verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het plan wijzigen in die zin dat de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Natuur' met dien verstande dat:
De voor ‘Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen of overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde.
De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van horecabedrijven gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 9.1 ten behoeve van:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het plan wijzigen in die zin dat:
De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 10.1 ten behoeve van:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het plan wijzigen in die zin dat:
De voor ‘Natuur’ aangewezen gronden zijn, bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en Wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 11.5.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 11.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ‘Recreatie - Dagrecreatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 12.2.1 sub f en lid 12.2.2 sub c ten behoeve van overkappingen en bouwwerken geen gebouw zijnde en toestaan dat ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 1' een klim- of uitkijktoren wordt gebouwd tot een hoogte van ten hoogste 20 m.
De voor ‘Recreatie - Kampeerterrein’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Camping | Adres |
max. aantal standplaatsen |
|
It Kroese Beamke | Nije Drintse Wei 6, Bakkeveen | 65 | |
Ikenhiem | Ald Duerswâld 16, Wijnjewoude | 50 | |
De Sieghorst | Binnenwei 40, Siegerswoude | 65 | |
Beekdalhoeve Koningsdiep | De Mersken 2, Siegerswoude | 50 |
en tevens voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van voorzieningen voor de verblijfsrecreatie gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van trekkershutten gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 13.5 sub d voor kleinschalige logiesverstrekking buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logiesverstrekking' met dien verstande dat:
De voor ‘Recreatie - Recreatiewoning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen ter plaatse van de aanduiding 'recreatiewoning' gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
De voor ‘Recreatie - Verblijfsaccommodatie’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen ten behoeve van voorzieningen voor de verblijfsrecreatie gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 15.5 sub d voor kleinschalige logiesverstrekking buiten de ter plaatse aangegeven aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - logiesverstrekking' met dien verstande dat:
De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en tevens voor:
met daarbij behorende:
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
alsmede voor:
met daaraan ondergeschikt:
met dien verstande dat behoudens verbeteringen met het oog op de verkeersveiligheid en/of vermindering van geluidsoverlast het wegprofiel wat betreft de ligging, de breedte van rijbanen en het aantal rijstroken zoals bestaand gehandhaafd blijft.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats en bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het plan wijzigen in die zin dat de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch', 'Bos', 'Groen', 'Natuur' en/of 'Water' met dien verstande dat:
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en daaraan ondergeschikt:
met de daarbij behorende:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats en bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 18.2.2 sub a voor het bouwen van steigers en walbeschoeiingen.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van Burgemeester en Wethouders, voor de hierna onderscheiden gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
De in lid 18.5.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 18.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
De voor ‘Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
en ter plaatse van de aanduiding:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaald in:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
met dien verstande dat:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van :
De voor 'Wonen - Molen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor het bouwen van een molen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats en bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
De voor ‘Wonen - Woonboerderij’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
en voor zover het gronden betreft die ter plaatse zijn aangeduid met:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
met dien verstande dat:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
het plan wijzigen in die zin dat:
De voor ‘Wonen - Woonwagenstandplaats’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daaraan ondergeschikt:
Voor woonwagens gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van aan-, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:
nadere eisen stellen aan de plaats van gebouwen en bouwwerken.
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
De voor ‘Leiding - Gas’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) tevens bestemd voor:
met de daarbij behorende:
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Mits de veiligheid met betrekking tot de gasleiding niet wordt geschaad en geen kwetsbaar object wordt toegelaten, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 23.2.1 in die zin dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
Tot een gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval aangemerkt:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen, een omgevingsvergunning vereist:
De in lid 23.5.1 bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 23.5.1 bedoelde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien:
De voor ‘Leiding - Hoogspanningsverbinding’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor bovengrondse hoogspanningsleidingen.
In afwijking van het bepaalde bij de andere ter plaatse aangewezen bestemmingen mogen op of in deze gronden geen bouwwerken worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de desbetreffende leiding, een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van het bepaalde in lid 24.2.1 en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde gebouwen, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits met een vooraf ingewonnen advies van de betreffende leidingbeheerder wordt aangetoond dat de werken of werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd.
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Voor bouwwerken met een oppervlakte groter dan 50 m², moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een rapport worden overgelegd waarin:
Indien uit het in lid 25.2.1 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor het bouwen zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning voor het bouwen:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op de gronden van toepassing zijnde bestemmingen een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in lid 25.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
De in lid 25.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van de gronden.
Een omgevingsvergunning kan pas worden verleend nadat door de aanvrager een rapport is overgelegd waarin:
Alvorens de omgevingsvergunning wordt verleend moet er ten behoeve van de beoordeling van het rapport advies worden ingewonnen bij een ter zake deskundige.
Indien uit het in lid 25.3.4 genoemde rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het uitvoeren van werken of werkzaamheden zullen worden verstoord, kunnen één of meerdere van de volgende voorwaarden worden verbonden aan de omgevingsvergunning:
De voor 'Waarde - Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Het bepaalde in lid 26.2.1 is niet van toepassing op de gronden met de bestemmingen 'Agrarisch' voorzover voorzien van de aanduiding 'bouwvlak', 'Agrarisch - Kwekerij', 'Bedrijf', 'Bedrijf - Nutsvoorziening', 'Horeca', 'Maatschappelijk', 'Recreatie - Dagrecreatie', 'Recreatie - Kampeerterrein', 'Recreatie - Recreatiewoning', 'Recreatie - Verblijfsaccommodatie', 'Sport' met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding ''golfbaan', 'Wonen', 'Wonen - Molen', 'Wonen - Woonboerderij', 'Wonen - Woonwagenstandplaats', 'Verkeer' en 'Water'.
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 26.2.1 in die zin dat gronden worden afgegraven en/of worden opgehoogd, dan wel dat sloten en/of andere waterlopen en/of -partijen worden gedempt en/of gegraven, mits:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met enige bestemming wordt in ieder geval gerekend:
Niet tot een strijdig gebruik wordt gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in het plan en in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor kleinschalige campings op andere dan ter plaatse aangeduide locaties, met dien verstande dat:
De voor 'geluidzone - industrie' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten vanwege de geluidszoneringsplichtige inrichtingen op het industrieterrein Overtoom te Gorredijk.
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geldt voor het bouwen van gebouwen de volgende aanvullende regel:
Ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt als strijdig gebruik in ieder geval gerekend:
De voor 'luchtvaartverkeerzone' aangeduide gronden zijn mede aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het vrijhouden van een zone voor de luchtvaart in het luchtruim.
Ter plaatse van de aanduiding 'luchtvaartverkeerzone' geldt ten behoeve van een invliegstrook dan wel laagvliegroute voor de luchtvaart de volgende aanvullende regel:
Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' zijn de gronden naast de aangegeven andere bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening.
Voor de grondwaterbescherming is de Provinciale Milieuverordening van toepassing. De verordening bevat regels ter bescherming van de kwaliteit van het grondwater met het oog op de waterwinning in bij de verordening aangewezen gebieden.
De voor 'veiligheidszone - lpg' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het tegengaan van de bouw van risicogevoelige bouwwerken en objecten.
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mogen op of in deze gronden geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
Afwijken van de bouwregels
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 29.4.2 in die zin dat beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd, mits:
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken met deze gebiedsaanduiding, wordt in ieder geval gerekend:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 29.4.4 in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt als beperkt kwetsbaar object, mits:
De voor 'vrijwaringszone - molenbiotoop' aangeduide gronden zijn mede bestemd voor de bescherming van de functie van de in het aanliggende gebied gesitueerde molen als werktuig en zijn waarde als landschapsbepalend element.
In afwijking van het bepaalde in de ter plaatse voorkomende bestemming(en) mag op of in deze gronden niet hoger worden gebouwd dan:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
Het bepaalde in a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het huidige en/of het toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering en/of de waarde van de molen als landschapselement, dan wel dat door het stellen van voorwaarden hieraan voldoende tegemoet gekomen kan worden.
De voor 'vrijwaringszone - straalpad' mede aangeduide gronden zijn mede bestemd voor het vrijhouden een straalpad.
Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - straalpad' geldt de volgende aanvullende regel:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van afwijking van:
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
de bestemming wijzigen:
Met de bepaling omtrent het kappen van beplantingen in de Algemene Plaatselijke Verordening wordt gestreefd naar het behoud van landschappelijk waardevolle beplantingen, waarvoor de in de bijlage 1 opgenomen landschapskaart een indicatie geeft.
Ingevolge de Vaarwegenverordening Friesland is binnen een zone van 10 m uit de oever van de Opsterlânske Kompanjonsfeart en Nije Feart afstemming nodig voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden.
De aanwezigheid van aanlegplaatsen en ligplaatsen is in algemene zin in de daarvoor in aanmerking komende bestemmingen begrepen; de regeling ten aanzien van plaats, tijdsduur en dergelijke wordt nader bepaald in gemeentelijke verordeningen.
Bij activiteiten waarbij ook belangen van het waterschap een rol spelen, vindt overleg plaats met het waterschap. De keur van het waterschap is onverminderd van toepassing.
De toetsing van bouwplannen, in het kader van het omgevingsvergunningenbeleid, dient plaats te vinden op basis van voor dit gebied geldende welstandscriteria zoals die door de raad zijn vastgesteld.
bij de toepassing ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken en ten aanzien van het berekenen van de bouwhoogte worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de bouw- c.q. bestemmingsgrens met niet meer dan 1 meter wordt overschreden.
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
Deze regels worden aangehaald als:
'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied'.
Behorend bij besluit van 30 juni 2014 en, voorzover het betreft doorgehaalde regels, vernietigd door de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State bij besluit van 16 september 2015.