Inhoudsopgave
Artikel 9 Algemene gebruiksregels
Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
|
plan: |
|
het Bestemmingsplan Terwispel, Smidte dorpshuis en plein met identificatienummer NL.IMRO.0086.14BPSmidte-0301 van de gemeente Opsterland; |
|
|
|
bestemmingsplan: |
|
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels; |
|
|
|
aanduiding: |
|
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; |
|
|
|
aanduidingsgrens: |
|
de grens van een aanduiding, indien het een vlak betreft; |
|
|
|
bebouwing: |
|
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; |
|
|
|
bestaand: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
bestemmingsgrens: |
|
de grens van een bestemmingsvlak; |
|
|
|
bestemmingsvlak: |
|
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; |
|
|
|
bouwen: |
|
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; |
|
|
|
bouwgrens: |
|
de grens van een bouwvlak; |
|
|
|
bouwperceel: |
|
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; |
|
|
|
bouwperceelgrens: |
|
een grens van een bouwperceel; |
|
|
|
bouwvlak: |
|
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten; |
|
|
|
bouwwerk: |
|
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; |
|
|
|
dak: |
|
iedere bovenbeëindiging van een gebouw; |
|
|
|
evenement: |
|
elke voor publiek buiten de daartoe ingerichte inrichtingen toegankelijke festiviteit, grootschalige sportwedstrijd, auto- of motorcrosswedstrijd, optocht, georganiseerd vuurwerk en alle overige tot vermaak en recreatie bedoelde activiteiten, met uitzondering van markten als bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; |
|
|
|
horecabedrijf en/of -instelling: |
|
een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie; |
|
|
|
kampeermiddel: |
|
een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; |
|
|
|
nutsvoorzieningen: |
|
voorzieningen ten behoeve van telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten; |
|
|
|
overkapping: |
|
elk bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat een overdekte ruimte vormt zonder dan wel met ten hoogste één wand; |
|
|
|
peil: |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
prostitutie: |
|
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding; |
|
|
|
prostitutiebedrijf: |
|
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht. Onder een prostitutiebedrijf wordt in ieder geval verstaan: een erotische massagesalon, een sekstheater, een bordeel of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar. |
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
|
de bouwhoogte van een bouwwerk: |
|
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; |
|
|
|
de dakhelling: |
|
langst het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; |
|
|
|
de goothoogte van een bouwwerk: |
|
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; |
|
|
|
de inhoud van een bouwwerk: |
|
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; |
|
|
|
de oppervlakte van een bouwwerk: |
|
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; |
|
|
|
de afstand tot de zijdelingse perceelgrens: |
|
de kortste afstand vanaf enig punt van een (hoofd)gebouw tot de zijdelingse perceelgrens. |
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
|
groenvoorzieningen; |
|
parkeervoorzieningen; |
|
wegen en pleinen; |
|
waterlopen en waterpartijen; |
|
speelvoorzieningen, |
met daaraan ondergeschikt:
|
tuinen, erven en terreinen; |
|
nutsvoorzieningen, |
met de daarbij behorende:
|
bouwwerken, geen gebouwen zijnde. |
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
|
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; |
|
er mogen geen overkappingen worden gebouwd; |
|
de bouwhoogte van speelvoorzieningen zal ten hoogste 4,00 m bedragen; |
|
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 3,00 m bedragen. |
3.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
|
het straat- en bebouwingsbeeld; |
|
de verkeersveiligheid; |
|
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. |
Artikel 4 Maatschappelijk
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
|
gebouwen en overkappingen ten behoeve van: |
|
|
|
|
met de daarbij behorende:
|
tuinen, erven en terreinen; |
|
groenvoorzieningen; |
|
voet- en rijwielpaden; |
|
parkeervoorzieningen; |
|
speelvoorzieningen; |
|
nutsvoorzieningen; |
|
waterlopen en waterpartijen; |
|
bouwwerken, geen gebouwen zijnde. |
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
|
een gebouw of overkapping zal binnen een bouwvlak worden gebouwd; |
|
de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximum bouwhoogte (m)" aangegeven bouwhoogte bedragen; |
|
de bouwhoogte van een overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen; |
|
de dakhelling van een gebouw of overkapping zal ten hoogste 60° bedragen. |
4.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
|
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel (s) van het hoofdgebouw dan wel het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen; |
|
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. |
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
|
het straat- en bebouwingsbeeld; |
|
de woonsituatie; |
|
de milieusituatie; |
|
de verkeersveiligheid; |
|
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken. |
4.4 Afwijken van de bouwregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
|
het straat- en bebouwingsbeeld; |
|
de milieusituatie; |
|
de verkeersveiligheid; |
|
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, |
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2.1 sub a, in die zin dat gebouwen en overkappingen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits:
|
er sprake is van een incidentele uitbreiding; |
|
uitsluitend ondergeschikte gebouwen en overkappingen geheel buiten het bouwvlak worden gebouwd. |
4.5 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
|
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bewoning; |
|
het gebruik van de gronden en bouwwerken als horecabedrijf, tenzij het betreft een sociaal-culturele of een sport- of recreatieve functie, in welk geval een horecafunctie is toegestaan die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de sociaal-culturele functie dan wel de sport- of recreatieve functie; |
|
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve de uitoefening van detailhandel, tenzij het betreft een sociaal-culturele of een sport- of recreatieve functie, in welk geval een detailhandelsfunctie is toegestaan die ten dienste staat van en ondergeschikt is aan de sociaal-culturele functie dan wel de sport- of recreatieve functie |
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
|
het straat- en bebouwingsbeeld; |
|
de woonsituatie; |
|
de milieusituatie; |
|
de verkeersveiligheid; |
|
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, |
het plan wijzigen in die zin dat de gronden tevens worden bestemd voor dienstverlenende bedrijven en/of dienstverlenende instellingen mits:
|
er geen onevenredige parkeerdruk voor de omgeving optreedt; |
|
de betreffende functie op een adequate wijze wordt ontsloten; |
|
de verkeersdruk in de naaste omgeving niet onevenredig toeneemt. |
Artikel 5 Verkeer - Verblijf
5.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
|
wegen en pleinen; |
|
woonstraten; |
|
voet- en rijwielpaden; |
|
parkeervoorzieningen, met dien verstande dat het aantal parkeerplaatsen niet minder dan 70 mag bedragen; |
|
groenvoorzieningen; |
|
waterlopen en waterpartijen; |
|
bermen en beplanting; |
|
geluidwerende voorzieningen; |
|
speelvoorzieningen, |
met daaraan ondergeschikt:
|
tuinen, erven en terreinen; |
|
nutsvoorzieningen, |
met de daarbij behorende:
|
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, duikers, dammen en/of steigers. |
5.2 Bouwregels
5.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
|
er mogen geen overkappingen worden gebouwd; |
|
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; |
|
de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. |
5.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
|
het straat- en bebouwingsbeeld; |
|
de verkeersveiligheid; |
|
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. |
5.4 Specifieke gebruiksregels
Niet tot een strijdig gebruik wordt gerekend:
|
het gebruik van de gronden en bouwwerken voor evenementen. |
Artikel 6 Water
6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
|
waterlopen en waterpartijen; |
|
bermen en beplanting, |
met daaraan ondergeschikt:
|
wegen, straten en paden; |
|
groenvoorzieningen; |
|
waterhuishoudkundige voorzieningen; |
|
tuinen, erven en terreinen; |
|
nutsvoorzieningen, |
met de daarbij behorende:
|
bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder bruggen, duikers en/of dammen. |
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
|
op of in deze gronden mogen geen steigers en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; |
|
er mogen geen overkappingen worden gebouwd; |
|
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen; |
|
de bouwhoogte van oeverbeschoeiingen zal ten hoogste 0,40 m bedragen; |
|
de bouwhoogte van steigers en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 1,50 m bedragen; |
|
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. |
6.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van:
|
de waterhuishoudkundige functie; |
|
de verkeersveiligheid; |
|
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. |
Hoofdstuk 3 Algemene regels
Artikel 7 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 8 Algemene bouwregels
8.1 Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen in afwijking van het plan en de bestemmingen in deze regels uitsluitend worden overschreden door:
|
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,50 m; |
|
andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1,00 m. |
8.2 Uitsluiting aanvullende werking Bouwverordening
De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
|
de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; |
|
de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; |
|
het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen; |
|
de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; |
|
de ruimte tussen bouwwerken. |
Artikel 9 Algemene gebruiksregels
9.1 Strijdig gebruik
Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, wordt in ieder geval gerekend:
|
het gebruik van de gronden voor opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan ten behoeve van de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; |
|
de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- of vliegtuigen; |
|
het storten van puin en afvalstoffen; |
|
het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf; |
|
het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen. |
Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
|
het straat- en bebouwingsbeeld; |
|
de woonsituatie; |
|
de verkeerssituatie; |
|
de milieusituatie; |
|
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, |
kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:
|
de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; |
|
het bestemmingsplan in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft; |
|
de bestemmingsregels in die zin dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; |
|
de bestemmingsregels in die zin dat openbare (nuts)-gebouwtjes, wachthuisjes ten behoeve van het openbaar vervoer, telefooncellen, gebouwtjes ten behoeve van (de bediening van) kunstwerken, toiletgebouwtjes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes worden gebouwd, mits: |
|
|
|
het bepaalde in de Artikel 3 Groen, Artikel 4 Maatschappelijk en Artikel 5 Verkeer - Verblijf in die zin dat gebouwtjes ten behoeve speelvoorzieningen worden gebouwd, mits: |
|
|
|
|
|
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m; |
|
de bestemmingsregels, ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m, mits: |
|
|
|
de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zonne-energiemasten wordt vergroot tot ten hoogste 15,00 m;
|
|
het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen in die zin dat de bouwhoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, wordt vergroot, mits: |
|
|
|
|
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
|
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, |
|
|
|
|
|
|
|
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sublid a. een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10%. |
|
|
|
Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. |
11.2 Overgangsrecht gebruik
|
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. |
|
|
|
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. |
|
|
|
Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. |
|
|
|
Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. |
Artikel 12 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het Bestemmingsplan Terwispel, Smidte dorpshuis en plein van de gemeente Opsterland.
![buttons](http://www.bugelhajema.nl/template2010/images/buttons.jpg)