Artikel 4 Natuur - 2
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
a. de bescherming van de instandhoudingsdoelstelling van het gebied ingevolge het besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie tot de aanwijzing van het Natura 2000 gebied 'Drents-Friese Wold & Leggelderveld' van 30 december 2010;
-
b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden;
met daaraan ondergeschikt:
-
c. bestaand dagrecreatief medegebruik;
-
d. verkeer, uitsluitend voorzover het betreft, ten tijde van de vaststelling van het plan, bestaande wegen met ten hoogste twee rijstroken en paden;
-
e. sociaal-medische voorzieningen, ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk';
met de daarbij behorende:
-
f. tuinen, erven en terreinen;
-
g. water.
4.2 Bouwregels
Het bouwen op de gronden met de bestemming 'Natuur - 2' is aan een aantal regels gebonden.
4.2.1 Gebouwen en overkappingen
Een gebouw of overkapping mag:
-
a. uitsluitend worden gebouwd ten behoeve van sociaal-medische voorzieningen;
-
b. niet buiten de gronden ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk' worden gebouwd;
-
c. een bouwhoogte van maximaal 5 meter hebben;
-
d. een gezamenlijke oppervlakte hebben van maximaal 350 m2 hebben;
4.2.2 Andere bouwwerken
-
a. een erf- en terreinafscheiding mag een bouwhoogte van maximaal 2,00 meter hebben;
-
b. een ander bouwwerk ten behoeve van verkeer mag een bouwhoogte van maximaal 12,00 meter hebben;
-
c. een overig ander bouwwerk mag een bouwhoogte van maximaal 6,00 meter hebben;
-
d. een overige ander bouwwerk mag een oppervlakte van maximaal 30 m² hebben.
4.3 Nadere eisen
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bouwwerken, ten behoeve van:
-
a. de inpassing van de bebouwing in het landschapsbeeld en de natuur;
-
b. een goede woonsituatie;
-
c. een goede milieusituatie;
-
d. de verkeersveiligheid;
-
e. de sociale veiligheid; en
-
f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Het gebruik van de gronden en bouwwerken met bestemming 'Natuur - 2' is aan een aantal beperkingen gebonden.
De gronden en bouwwerken mogen niet:
-
a. worden gebruikt voor het verlagen van het grondwaterpeil;
-
b. worden gebruikt voor het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van de grondwateronttrekking, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve van de drinkwatervoorziening;
-
c. worden gebruikt voor het aanleggen van sport-, speel- of wedstrijdterreinen;
-
d. worden gebruikt voor het aanleggen van voet-, fiets- en ruiterpaden en voorzieningen ten behoeve van dagrecreatief medegebruik;
-
e. worden gebruikt voor het verrichten van militaire oefeningen;
-
f. worden gebruikt voor het wonen;
-
g. worden gebruikt voor detailhandel, met uitzondering van productiegebonden detailhandel;
-
h. worden gebruikt voor horeca, met uitzondering van horeca in het kader van sociaal-medische voorzieningen.
4.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.5.1 Vergunningplicht
Voor de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist:
-
a. het planten of rooien van opgaand houtgewas;
-
b. het ophogen, afgraven of egaliseren van gronden;
-
c. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 m;
-
d. het graven of dempen van sloten en andere watergangen;
-
e. het aanbrengen van drainage;
-
f. het verharden van wegen en paden;
-
g. het aanbrengen van ondergrondse leidingen.
4.5.2 Uitzondering
Het bepaalde in lid 4.5.1 is niet van toepassing op werkzaamheden die:
-
a. het normale onderhoud betreffen;
-
b. ten behoeve van natuurbeheer worden uitgeoefend;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
4.5.3 Toetsingscriteria
De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
-
a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden van het gebied;
-
b. geen afbreuk wordt gedaan aan de instandhoudingsdoelstelling ingevolge het besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie tot de aanwijzing van het Natura 2000 gebied 'Drents-Friese Wold & Leggelderveld' van 30 december 2010;
-
c. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de uitgangspunten van het landschapsbeleidsplan Zuidoost Friesland 2004-2014, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Ooststellingwerf op 25 mei 2004.