Plan: | Oosterzee - Gietersebrug |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0082.000500-0004 |
In verband met de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998 is het noodzakelijk om vooraf te toetsen of ruimtelijke ingrepen en andere activiteiten niet conflicteren met aanwezige beschermde plant- en diersoorten en habitats. Deze wetten kunnen worden gezien als een vertaling van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Ruimtelijke ontwikkelingen kunnen tot gevolg hebben dat beschermde soorten in het geding komen. Indien dergelijke soorten aanwezig zijn en door een voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling bedreigd worden, moet een ontheffing aangevraagd worden.
Resultaten onderzoek
Door ecologisch adviesbureau EcoGroen is een quickscan (Bijlage 4 Ecologie) basis van een veldbezoek op 15 augustus 2007 en een inventarisatie van bekende verspreidingsgegevens. De consequenties van de beoogde ruimtelijke ingrepen wijzigingsgebied Herenweg 88 op de aanwezige natuurwaarden zijn getoetst aan de Flora- en faunawet (FFW) en vigerend gebiedsgericht natuurbeleid. Voor de uitgebreide documentatie wordt verwezen naar Bijlage 4 Ecologie. Aanvankelijk was het de bedoeling de beoogde uitbreiding aan de westzijde van de kern in onderhavig plan op te nemen. Om die reden bevat de quickscan ook onderzoeksgegevens over die locatie.
Aangetroffen en te verwachten soorten
Uit de natuurtoets komen de volgende zaken naar voren:
Ontheffing, vrijstelling en mitigerende maatregelen
Wijzigingsgebied Herenweg 88
Algemeen
Gebiedsbescherming
Het dichtstbijzijnde beschermde gebied ligt op ongeveer 5 kilometer afstand (IJsselmeergebied), met Oosterzee - Buren en Lemmer als tussenliggende woongebieden. Ten oosten van Delfstrahuizen ligt het richtlijngebied "Rottige Meenthe en Brandemeer". Het plangebied heeft eveneens geen beschermde status als natuurreservaat of natuurgebied in het kader van de Ecologische Hoofdstructuur. Het plangebied grenst wel aan een belangrijke Ecologische Verbindingszone: de Tsjûkemar.
Op basis van de ligging en aard van de ruimtelijke ingrepen is in voornoemd rapport van Ecogroen (Bijlage 4 Ecologie) geconcludeerd dat de ingrepen geen negatieve effecten hebben op de in de omgeving aanwezige habitatrichtlijngebieden, vogelrichtlijngebieden, Beschermde natuurmonumenten, PEHS of belangrijke natuurwaarden buiten de PEHS.
Aanvullend onderzoek jachthaven
In het bestemmingsplan "Oosterzee Sluispad 2005" is uitvoerig ingegaan op de ecologische gevolgen van de inmiddels gerealiseerde jachthaven in de Tjûkemar. In aanvulling op de rapportage die is uitgevoerd in het kader van dat bestemmingsplan is door ecologisch onderzoeksbureau Altenburg & Wijmenga een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van uitbreiding van de jachthaven. De resultaten worden hieronder samengevat weergegeven. Bij het lezen van de tekst dient bedacht te worden dat de jachthaven inmiddels is gerealiseerd.
"De effecten van de voorgenomen aanleg van een strekdam en circa 20 extra ligplaatsen zijn gering en leveren daarom naar verwachting weinig problemen op voor de beschermde natuurwaarden in het gebied. De mitigatie van de plannen kan zich het beste richten op de voorgenomen (natuurvriendelijke) oeververbetering, zodat de oost-west-migratie van oevergebonden soorten bevorderd wordt.
Aangezien de wezenlijke waarden van het EHS-gebied niet worden aangetast door deze kleinschalige ingreep is er vanuit het oogpunt van de EHS geen bezwaar tegen de voorgenomen uitbreiding. Het is wel van belang om er in de toekomst voor te waken dat de strekdam alleen aangelegd wordt voor het huidige doel, de bescherming van de huidige haven en dat het niet een initiatiepunt wordt voor nieuwe infrastructurele activiteiten in en rondom de haven.
De uitbreiding van de haven met de strekdam en de ligplaatsen stuit niet op bezwaren in het kader van de ecologische wet- en regelgeving.
Er is geen sprake van nadelige effecten voor de zwaar beschermde soorten vleermuizen, de Waterspitsmuis en de Ringslang. De strekdam is voordelig voor de middelzwaar beschermde Rivierdonderpad vanwege de uitbreiding van diens leefgebied (stortstenen van de strekdam).
Voor het verzachten van effecten wordt een aantal mitigerende maatregelen voorgesteld.
In het kader van de openheid van de Tsjûkemar dient de ontwikkeling van bomen en struiken te worden tegengegaan door periodiek beheer (uittrekken jonge scheuten) of door maatregelen tijdens de aanleg."
De voorgestelde mitigerende maatregelen zijn inmiddels uitgevoerd.