Molenweg, Oosterzee-Buren

2.6 Water

Vanaf 14 februari 2001 wordt de watertoets toegepast op alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten tot wijziging van deze plannen. De watertoets is het hele proces van vroegtijdig adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het kader voor de Watertoets is het vigerend beleid, zoals de vierde Nota Waterhuishouding en Waterbeleid 21e eeuw.

In het kader van voorliggend bestemmingsplan is het Wetterskip Fryslân gevraagd een wateradvies op te stellen. De Watertoets is als bijlage bij deze toelichting gevoegd.

Onderstaand zijn in het kort de aandachtspunten van dit wateradvies opgenomen:

• Op basis van een toename van het verhard oppervlak moet 54 m2 nieuw oppervlaktewater worden gerealiseerd;
• het oostelijk deel van het plangebied ligt langs een hoofdwatergang van het Wetterskip. Voor het onderhoud van deze watergang is een obstakelvrije zone van 5 meter vanaf de oever noodzakelijk. Deze zone mag niet worden bebouwd;
• Verzocht wordt om water afkomstig van verhard oppervlak niet af te voeren via het vuilwaterriool, maar rechtstreeks naar het oppervlaktewater (onder voorwaarden);
• Om een goede waterkwaliteit te realiseren moet voorkomen worden dat milieubelastende stoffen in het oppervlaktewater terecht komen. De bouwwijze en onderhoudstechniek moeten emissievrij zijn. Er dient gebouwd te worden met milieuvriendelijk en duurzame materialen;
• Het Wetterskip adviseert verder een drooglegging van 0,70 m bij gebouwen zonder kruipruimte en 1,10 m bij gebouwen met kruipruimte. Voor wegen wordt geadviseerd een drooglegging van 0,70 m in acht te nemen.

Er van uitgaande dat de in de Watertoets genoemde adviezen worden opgevolgd, wordt er door Wetterskip Fryslân een positief wateradvies uitgebracht en wordt de watertoetsprocedure middels deze toets afgerond.