Plan: | Echten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0082.000100-0004 |
Bij de voorbereiding van het plan is het Wetterskip Fryslân betrokken. De reactie van het Wetterskip is betrokken bij Hoofdstuk 2 Onderzoek, paragraaf 2.11 Water.
In het kader van het overleg op basis van het Besluit ruimtelijke ordening is het voorontwerp van het bestemmingsplan "Echten" aan de daartoe aangewezen instanties toegezonden. Van de provincie Fryslân is een reactie ontvangen bij brief van 3 juli 2008 (bijlage 10). De Commissie van Overleg, van de provincie, geeft aan dat in hoofdlijnen met het voorliggende ontwerpplan kan worden ingestemd. Het plan heeft aanleiding gegeven tot het maken van een aantal overlegreacties. Deze overlegreacties worden hierna weergegeven en voorzien van een de gemeentelijke reactie.
1. Agrarisch bedrijf
De commissie adviseert de gemeente voor agrarische bedrijven uit te gaan van een maximale omvang van 2 ha. In het Streekplan wordt terughoudendheid gevraagd bij het toekennen van grotere bouwpercelen. De inpassing van grotere agrarische bouwblokken is complexer waardoor het leveren van landschappelijk maatwerk van groot belang is. In dit kader wijst de commissie de gemeente tevens op de brief die de mininsters VROM en LNV op 20 december 2007 aan de Tweede Kamer hebben gestuurd over de ontwikkeling van megastallen in de veehouderij.
Overigens vraagt de commissie zich af in hoeverre het gewenst is in een dorp als Echten agrarische bedrijven van 3 ha toe te staan. De commissie adviseert de gemeente gezien het voorgaande via wijzigingsbevoegdheid een uitbreiding van het bouwblok tot maximaal 2 ha toe te staan. Tevens wordt geadviseerd de goothoogte van bedrijfsgebouwen bij recht te beperken tot 3,5 m en bij ontheffing maximaal 6 m aan te houden onder voorwaarde van een goede landschappelijke inpassing.
Reactie:
De regels van het plan zijn overeenkomstig deze overlegreactie aangepast.
2. Woonprogramma
Op 16 april 2007 hebben Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar afgegeven voor projecten in de gemeente Lemsterland binnen de bebouwde kom, voor zover deze passen in de lijst met 'harde plannen'. Bij brief van 16 april 2007 is de gemeente meegedeeld dat de 'plannen in ontwikkeling' en 'plannen nog niet in ontwikkeling' per saldo niet meer passen binnen de programma-afspraken tot 2010. Voor de periode 2010-2016 moeten nog regionale afspraken gemaakt worden. Gedeputeerde Staten hebben u er echter al op gewezen dat het aantal woningen op de lijst met 'plannen in ontwikkeling' en 'plannen nog niet in ontwikkeling' de provinciale en regionale prognose en verwachtingscijfers aanzienlijk te boven gaan.
De commissie constateert dat op grond van voorliggend bestemmingsplan 17 woningen kunnen worden gebouwd in Echten. De twee woningen aan de Hoofdweg 17 zijn opgenomen in de voornoemde lijst met harde plannen. De commissie meent dat met deze twee woningen kan worden ingestemd. De overige woningen zijn opgenomen op de lijst 'plannen in ontwikkeling' en 'plannen nog niet in ontwikkeling'.
Gezien de beperkte ruimte die voor gemeenten voor de periode 2010 - 2016 beschikbaar zal komen lijkt het niet reëel dat van dit programma in totaal 15 woningen in Echten worden gerealiseerd. De commissie kan zich echter voorstellen dat in de periode 2010 - 2016 incidenteel behoefte zal zijn aan een enkele woning. De commissie adviseert de gemeente op enkele open plekken een wijzigingbevoegdheid naar wonen te leggen, uiteraard met een koppeling naar een door de provincie geaccordeerd woonplan. De commissie adviseert u de uitbreidingslocatie aan de Middenweg in het geheel te schrappen.
Reactie:
In eerste instantie werd in dit plan uitgegaan van nieuwbouwmogelijkheden voor acht woningen aan de Middenweg. Inmiddels is dit uitgangspunt verlaten. Verder is gekeken of de open plekken in de bebouwing van Echten geschikt zijn voor woningbouw. De toelichting en de regels zijn overeenkomstig deze overlegreactie aangepast.
In artikel 19 lid 5 (wonen) is een ontheffingsmogelijkheid opgenomen voor het toestaan van meerdere huishoudens in één hoofdgebouw indien dit noodzakelijk is voor de instandhouding van het hoofdgebouw. De commissie adviseert u deze ontheffing alleen te verlenen indien hiervoor woonprogramma is gereserveerd.
Reactie:
Misschien dat de indruk is gewekt dat extra woningen worden gecreëerd. De bedoeling is een ontheffingsmogelijkheid te bieden voor het huisvesten van twee huishoudens in één hoofdgebouw, in plaats van het gebruikelijke 'huisvesten van één huishouden'. Het uitgangspunt is, dat er sprake blijft van één woning. Hierbij kan eveneens worden verwezen naar het begrip 'woning', in artikel 1 Begrippen, onder 1.70. Er is geen aanleiding het plan op basis van deze overlegreactie aan te passen.
In de wijzigingsbevoegdheid van Agrarisch - Bedrijf naar een woonbestemmig ontbreekt een koppeling met een geaccordeerd woonplan.
Reactie:
De regel is overeenkomstig de overlegreactie aangepast.
3. Ruimtelijke kwaliteit
In het plan is weinig aandacht voor de landschappelijke inpassing c.q. ruimtelijke kwaliteit van de nieuwe ontwikkelingen. Aangezien hiervoor geadviseerd is de uitbreidingslocatie te schrappen meent de commissie dat een nadere toelichting hiervan alsdan overbodig is. Wel van belang is de gemeentelijke visie over de mate waarin de ontwikkelingen aan de Hoofdweg en Herenweg passen binnen de kernkwaliteiten van het dorp Echten.
Reactie:
De uitbreidingslocatie aan de Middenweg is komen te vervallen. Op deze overlegreactie hoeft wat betreft de nieuwe ontwikkelingen aan de Middenweg niet meer te worden ingegaan.
Wat betreft de nieuwbouwlocaties aan de Hoofdweg en Herenweg kan worden aangegeven dat het hier om enkele nieuwbouwwoningen gaat. Voor een deel gaat het om de oudere inwoners langer zelfstandig te laten wonen in het eigen dorp in de nieuw te bouwen woonzorgcombinatie aan de Hoofdweg. Verder zijn in het plan enkele bouwlocaties opgenomen, die feitelijk moeten voorzien in de huisvesting van de natuurlijke aanwas van het dorp.
4. Landschappelijke inpassing
De commissie adviseert de gemeente de geprojecteerde sporthal in zijn geheel landschappelijk in te passen en niet deels, zoals dit op de ontwikkelingsschets is aangegeven. In de paragraaf uitvoerbaarheid zal nader ingegaan moeten worden op de financiële uitvoerbaarheid van de landschappelijke inpassing.
Reactie:
De sporthal en de woonzorgcombinatie op de percelen Hoofdweg 101 en 103 zijn in de opzet van het plan nu als één geheel beschouwd. Bij de sporthal is door het opnemen van de bestemming "Groen" de landschappelijke inpassing voor het merendeel gegarandeerd. De overgang tussen de woonzorgcombinatie en een deel van de sporthal met het open landschap aan de noordzijde wordt parkachtig ingevuld, inclusief de noodzakelijke waterpartij in verband met het verhard oppervlak door nieuwbouw.
Hier is niet gekozen voor het opnemen van een bestemming "Groen" in verband met de aanwezige archeologische waarden, maar voor de bestemming "Tuin". De bestemming "Groen" wordt voor het merendeel gekozen voor groenzones van bomen. In deze situatie is dit echter niet gewenst.
De commissie constateert dat nadere eisen kunnen worden gesteld aan de plaats en afmetingen van gebouwen ten behoeve van het behoud van bestaande landschappelijke waarden. De commissie adviseert u daarnaast de landschappelijke inpassing als nadere eis op te nemen.
Op grond van het aanlegvergunningenstelsel in artikel 3.6 (bestemming "Agrarisch") is een aanlegvergunning noodzakelijk voor het kappen van bomen. Een vergunning kan worden verleend indien de agrarische waarden niet onevenredig worden geschaad. De commissie adviseert de gemeente hier ook de landschappelijke waarden te noemen.
Reactie:
De regels zijn overeenkomstig de twee overlegreacties aangepast.
Voor het uitbreiden en het verschuiven van een agrarisch bedrijf is een door B&W goedgekeurd landschapsplan nodig. De commissie adviseert de gemeente een dergelijk plan ook te vereisen bij het verplaatsen van een agrarisch bedrijf.
Reactie:
De regels zijn overeenkomstig deze overlegreactie aangepast.
5. Archeologie
Niet helemaal helder is welke locaties precies zijn onderzocht op archeologische waarden. De commissie adviseert de gemeente dit in de toelichting te verduidelijken en het archeologisch onderzoek onderdeel uit te laten maken van de stukken bij het bestemmingsplan.
Reactie:
De toelichting is op dit onderdeel aangepast en het archeologisch onderzoeksrapport is als bijlage 7 bij dit plan gevoegd.
Bij het verrichte archeologische veldonderzoek zijn twee zandkoppen gevonden. Eén van de zandkoppen ligt aan de Herenweg 101/103 en de Hoofdweg 1. Deze locatie heeft de bestemming 'Wonen - 1' gekregen. Op de gronden ter plaatse van de zandkop zelf mag niet worden gebouwd. Wel is het de bedoeling een waterweg aan te leggen. De commissie adviseert de gemeente ter bescherming van de aanwezige waarden een aanlegvergunningenstelsel op te nemen ten behoeve van grondbewerkingen dieper dan 0,35 cm.
Reactie:
De regels zijn overeenkomstig deze overlegreactie aangepast.
6. Ecologie
De commissie adviseert de gemeente het vervolgonderzoek naar de effecten van het plan voor vleermuizen, steenmarters en uilen voor de vaststelling van het plan te laten uitvoeren en de resultaten te betrekken bij de planvorming.
Reactie:
Voor vaststelling zal nog een ecologisch vervolgonderzoek plaatsvinden naar de effecten van het plan voor vleermuizen, steenmarters en uilen. De resultaten zullen in het plan worden verwerkt.
7. Luchtkwaliteit
In de toelichting stelt de gemeente dat het bestemmingsplan voldoet aan het Besluit Luchtkwaliteit. Het plan omvat echter wel ontwikkelingen zoals het zorgcentrum en de sporthal. De commissie adviseert de gemeente derhalve te onderzoeken in hoeverre deze ontwikkelingen voldoen aan de Wet Luchtkwaliteit.
Reactie:
Op basis van de overlegreactie is de paragraaf Luchtkwaliteit in het plan geactualiseerd. Conclusie is dat de voorgestelde ontwikkelingen in het plan niet vallen onder de wettelijk genoemde verslechtering van de luchtkwaliteit 'in betekende mate', zodat niet nader hoeft te worden ingegaan op het aspect luchtkwaliteit.
8. Externe veiligheid
In artikel 5 Bedrijf is een ontheffing opgenomen voor bedrijven in een hogere categorie dan bij recht toegestaan. De commissie adviseert u risicovolle bedrijven uit te sluiten van ontheffing. Indien de gemeente dergelijke bedrijven niet geheel wenst uit te sluiten kunnen deze via wijziging worden toegelaten.
Reactie:
De regels zijn overeenkomstig deze overlegreactie aangepast.
9. Plantechnisch/juridisch
De commissie adviseert de gemeente in artikel 4.8.2 de term 'op lange termijn' te vervangen door 'voor lange termijn'.
Reactie:
De regels zijn overeenkomstig deze overlegreactie aangepast.
26 oktober 2009.