Plan: | Bûtengebiet en doarpen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0081.04BP0002-VA02 |
Een betere bescherming van het bodemarchief vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft de provincie Fryslân het initiatief genomen om het bodemarchief zo goed mogelijk in kaart te brengen. Dit gebeurt op de FAMKE: Friese Archeologische Monumentenkaart Extra. De FAMKE bestaat uit twee advieskaarten, één voor de periode steentijd - bronstijd (300.000 - 800 v Chr), en één voor de periode ijzertijd - middeleeuwen (800 v Chr - 1500 n Chr).
De adviezen die voor de verschillende zones in Fryslân gegeven worden variëren van 'streven naar behoud' tot 'geen nader onderzoek nodig'. Deze adviezen geven aan welke vervolgstappen noodzakelijk zijn om op een verantwoorde manier om te gaan met het bodemarchief in een nieuw te maken bestemmingsplan, een bestemmingsplanwijziging, een ontgronding of een sanering. Door middel van de twee advieskaarten kan aldus worden nagegaan welke onderzoeksinspanning gevraagd wordt op een bepaalde plaats.
De archeologische adviezen op de FAMKE zijn gebaseerd op kennis van al bekende archeologische terreinen en op zogeheten archeologische verwachtingen, die op hun beurt weer gebaseerd zijn op bronnen als de bodemkaart, veldwerk en literatuurstudie. De adviezen bestaan uit twee delen:
In de onderstaande figuren zijn de twee kaarten voor de gemeente Leeuwarderadeel weergegeven.
FAMKE: advieskaart steentijd - bronstijd
FAMKE: advieskaart ijzertijd - middeleeuwen
Het plangebied kent voor de periode steentijd-bronstijd grotendeels een lage verwachtingswaarde. Alleen in de oostelijke helft van het plangebied geldt voor sommige delen een hogere verwachtingswaarde. Voor deze gebieden geldt voor ingrepen groter dan 5000 m2 een onderzoeksplicht.
Voor de ijzertijd geldt dat de verwachtingswaarde hoger is. Vooral op de hogere wal langs de voormalige Middelsee, is de verwachtingswaarde hoger. Door de hogere ligging was dit gebied zeer geschikt voor bewoning. Ook liggen hier meerdere terpen, die in de periode ijzertijd-middeleeuwen aangelegd zijn. De verschillende gebieden met archeologische verwachtingswaarden zijn in het bestemmingsplan opgenomen.
Er komen geen archeologische monumenten in het plangebied voor.
Agrarische bouwvlakken die uitgebreid worden middels een wijziging ex artikel 3.6, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, worden uitgezonderd van archeologisch onderzoek, tenzij er binnen de uitbreiding sprake is van bekende archeologische waarden. Deze waardevolle archeologische terreinen dienen te worden ontzien en/of nader onderzocht op behoudenswaardigheid ervan.
Bestemmingsplanregeling
Dit bestemmingsplan is overwegend conserverend van aard, waardoor de bestaande situatie wordt vastgelegd. Bij het toekennen van de agrarische bouwvlakken op de verbeelding is rekening gehouden met het aspect archeologie.
De adviezen op de FAMKE zijn als volgt verwerkt:
Ter implementatie van het Verdrag van Malta in de Nederlandse wetgeving is op 1 september 2007 de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreden. Deze nieuwe wet maakt deel uit van de (gewijzigde) Monumentenwet. De kern van Wamz is dat wanneer de bodem wordt verstoord, de archeologische resten intact moeten blijven. De Wamz verplicht gemeenten bij het opstellen van bestemmingsplannen rekening te houden met de in hun bodem aanwezige waarden.
Naast het inventariseren van de te verwachten archeologische waarden, zal het bestemmingsplan uiteindelijk, indien nodig (en mogelijk), een bescherming moeten bieden voor waardevolle gebieden. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een omgevingsvergunningenstelsel.